Een
kind
is een mens van
geboorte
tot de
puberteit
. Het
Verdrag inzake de rechten van het kind
omschrijft kinderen als 'iedereen onder de 18 jaar' (vaak overeenkomend met het begrip
minderjarige
en/of persoon die geen
volwassene
is). In het alledaagse spraakgebruik spreekt men tot een leeftijd van 12 a 14 jaar van 'kinderen' en daarna van 'jongere', 'tiener' of 'puber'. In de
ontwikkelingspsychologie
spreekt men niet meer van 'pubers' en '
puberteit
' maar van 'adolescenten' en '
adolescentie
'.
Het begrip '
jeugd
' omvat de hele periode van de kindertijd tot aan de volwassenheid en is ook een
verzamelnaam
voor kinderen/jongeren. Soms wordt het voorvoegsel "jeugd-" onderscheiden van "kinder-", waarbij het eerste betrekking heeft op iets oudere kinderen.
Er zijn verschillende benamingen voor kinderen van verschillende leeftijden. De begrenzingen zijn niet duidelijk gedefinieerd.
Een
baby
of
zuigeling
is een kind van 0 jaar.
Een
pasgeborene
(eerste dagen of weken) wordt ook wel
boreling
genoemd.
Een baby wordt geboren met enkele
reflexen
- de zuigreflex is van levensbelang - maar ontwikkelt zich na verloop van tijd
lichamelijk
en
geestelijk
. Een baby leert onder andere zitten, staan en lopen. Dit zijn
grove motorische ontwikkelingen
. Doordat de baby veel in aanraking komt met zijn
ouders
leert hij reageren op andere mensen. Dit is een
sociale ontwikkeling
. Een baby ondergaat ook veel
fijne motorische ontwikkelingen.
Hij leert met zijn voetjes spelen en blokjes oppakken. Een baby wordt zo'n driemaal zo zwaar als bij zijn geboorte en ongeveer anderhalfmaal zo lang.
Een
dreumes
is in Nederland een kind vanaf 1 jaar dat al kan lopen. In Belgie worden deze kinderen doorgaans peuter genoemd. Een
dreumes
leert onder andere spelen, torentjes bouwen met blokjes, traplopen en tegen een bal schoppen (
kinderspel
). Vooral de
taalverwerving
gaat nu met reuzenschreden vooruit.
Een kind vanaf 2 tot 4 jaar noemt men een
peuter
.
De taalverwerving neemt explosief toe en ook
cognitieve
vaardigheden ontwikkelen zich snel. De groeisnelheid van het kind neemt af van ongeveer 25
centimeter
per jaar naar ongeveer 8 centimeter per jaar. Een peuter leert zijn wereld kennen en komt belemmeringen tegen, zoals dingen die niet mogen van zijn ouders. Ook leert de peuter dat hij een individu is en leert zichzelf los te zien van zijn ouders. Dit kan leiden tot
driftbuien
, ook wel aangeduid met de term "
peuterpuberteit
".
Een
kleuter
is een kind van 4 tot 6 jaar.
Naarmate het kind ouder wordt, is er meer invloed van buitenaf nodig om nieuwe functies te ontwikkelen. Een kleuter gaat voor het eerst naar de
basisschool
(Nederland) (ca. 4 jaar) of naar de
kleuterschool
(Vlaanderen) (vanaf 2½ jaar). Kleuters leren onder andere kleuren, tekenen en de beginselen van het
lezen
,
schrijven
,
knutselen
, klimmen,
fietsen
,
veters
strikken en met andere kinderen spelen. Een kleuter groeit gemiddeld 8
centimeter
per jaar.
Een
schoolkind
is een kind dat (
basis
)onderwijs geniet. In Nederland zit een schoolkind in groep drie tot en met acht van de
basisschool
. In Vlaanderen volgt het kind het eerste tot het zesde
leerjaar
van de
lagere school
. Het leert daar onder andere schrijven,
lezen
en
rekenen
.
Motorische vaardigheden
kunnen nu worden aangeleerd. Schoolkinderen in Nederland en Belgie gaan vaak naar clubs en verenigingen, waar onder andere zwem- en muziekles gegeven wordt, of stappen naar het
deeltijds kunstonderwijs
. Over het algemeen is er een steeds grotere variatie in prestaties tussen individuele kinderen.
Meisjes
bereiken gemiddeld eerder de puberteit dan
jongens
.
Een
puber
heeft de leeftijd tussen kind en
adolescent
.
[1]
In de puberteit vinden snelle veranderingen plaats op
biochemisch
niveau met gevolgen voor lichamelijke kenmerken en emotionele en sociale ontwikkeling. Bij een puber beginnen de
voortplantingsorganen
te functioneren en komen onder invloed van
hormonen
de
secundaire geslachtskenmerken
tot ontwikkeling. Dit is een periode van ontdekking, qua
seksualiteit
. Televisie, internet en leesbladen spelen in die zoektocht een belangrijke rol. Pubers testen grenzen, wat anderen vaak als lastig ervaren. Ook krijgen pubers een
groeispurt
waardoor zij veel sneller groeien dan voor de puberteit. In westerse landen volgen pubers meestal onderwijs aan een middelbare school (
vmbo
,
havo
,
middenschool
,
ASO
,
TSO
,
BSO
,
KSO
of
vwo
). Sommige pubers hebben voor het eerst een baan of
vakantiewerk
(bijvoorbeeld krantenbezorger, vakkenvuller in een supermarkt) om geld te verdienen als aanvullend zakgeld of zelfs om studies (deels) te bekostigen.
Landen en talen verschillen in de leeftijdsperioden die met
adolescentie
worden aangeduid. Voor het Nederlandse taalgebied is het woord adolescentie in de wetenschappelijke literatuur in de plaats gekomen van de leeftijdsperiode die men vroeger met puberteit aanduidde. Tegenwoordig is dit de periode tussen puberteit en volwassenheid. In deze periode is de
seksualiteit
zeer belangrijk, en veranderen veel 'onzekerheden' in 'zekerheden'. De adolescent is 'bezig
volwassen
te worden'. Zie bijvoorbeeld het wetenschappelijk tijdschrift
Kind & Adolescent
.
Een misvatting, gebaseerd op het boek
L'enfant et la vie familiale sous l'ancien regime
(Philippe Aries, 1960) is dat kinderen in de
middeleeuwen
niet anders gezien werden dan als kleine volwassenen. Hij baseerde deze aanname op middeleeuwse kunst, waarin kinderen vaak als kleine, maar proportioneel volwassen ogende, mensen werden afgebeeld.
In de Middeleeuwen beschouwde men echter de leeftijd van 0 tot 7 als de 'speeltijd' en van 7 tot 14 als de 'leertijd'. Daarna volgde de huwbare leeftijd (een ongehuwd meisje van 19 jaar werd al als "oude vrijster" bestempeld).
[2]
Kinderen deden uit economische noodzaak vaak het werk van hun ouders en werden - na een meesterproef afgelegd te hebben - lid van een
gilde
.
Naast enkelingen die autonomie en spel centraal stellen is de dominantste opvatting over de ontwikkelingsstadia van het kind ontstaan in de loop van de
negentiende eeuw
. De biografie van
Constantijn Huygens
en zijn broer Maurits schetst een strikt en intensief opleidingsprogramma van kleins af aan met weinig ruimte voor vrij spelen.
- "Kind" betekent, behalve een persoon van een bepaalde leeftijd, ook
zoon
of
dochter
van iemand. In deze betekenis kan een kind volwassen, zelfs bejaard zijn. Iemand blijft zijn hele leven het kind van zijn of haar
ouders
. Deze verwarring bestaat niet in elke taal, in bijvoorbeeld het Spaans is er onderscheid tussen
nino
of
nina
(jongen of meisje) en
hijo
of
hija
(zoon of dochter).
- Overdrachtelijk is een
kind van z'n tijd
iemand die getekend is door iets wat in de tijd significant evolueert, zoals maatschappelijke waarden.
- Philippe Aries,
L'enfant et la vie familiale sous l'ancien regime
, Paris, Plon, 1960. Engelse editie:
Centuries of childhood. A social history of family life
, London, Cape, 1962.
- Philippe Aries,
L'enfance de l'enfance
. In:
Critique
, 2000, afl. 632-633, p. 166
- Daan Thoomes,
- De kinderportretten van
Albert Anker
. In:
In de Waagschaal, tijdschrift voor theologie, cultuur en politiek
, jrg. 33, 2004, nr. 1, pp. 4-6
[1]
- Kindermuseum Creaviva. In:
Lessen
, 1 (4), 2006, 34. Kindermuseum (Bern), kindertekeningen (Picasso), kindergedichten (anthologie)
[2]
- Pour les causes de l'enfance. In:
In de Waagschaal
, jrg. 34, 2008, nr. 4, pp. 29-30
[3]
- Willem Koops, Bas levering & Micha de Winter (red.),
Het kind als spiegel van de beschaving: de antropologie van het kind
. Amsterdam, SWP, 2007. Als Studium Generale in 2013
[4]
- Jeroen J.H. Dekker, Pedagogiek in beeld. In:
PIP-pedagogiek
, 21 (84), 2015, p. 52
Bronnen, noten en/of referenties
|