Een
week
is een
tijdseenheid
van
zeven
dagen
die in de meeste delen van de wereld wordt gebruikt. De zeven dagen hebben een vaste naam en binnen de
cyclus
een vaste volgorde. Als
sociale conventie
zonder
astronomische
grondslag, wordt de week gebruikt om een ritme van werk, rust en/of verering in te stellen.
Een week wordt vaak aangeduid in de vorm
begindatum
tot en met einddatum. Aanduiding met een
weeknummer
en (als dat uit de context niet duidelijk is) een jaartal komt ook voor. Veel elektronische klokken, bijvoorbeeld op telefoons, geven echter niet standaard een weeknummer aan. Vaak worden dan ook naast het weeknummer ook nog de begin- en einddatum vermeld.
De
Germaanse
vormen van het woord 'week' zijn afgeleid van het werkwoord 'wijken' en betekenden oorspronkelijk 'beurt', '(af)wisseling', 'wisseling van de tijd'.
[1]
Onder invloed van het
Latijnse
vices
(
genitief
meervoud
) ging het duiden op de wisselende periode van zeven dagen, die we kennen als week.
[2]
De week is een cultureel gegeven. Anders dan de dag, de maand en het jaar heeft ze geen basis in natuurlijke, astronomische cycli van
zon
en
maan
.
[3]
Pogingen om het weekritme te relateren aan de vier
fasen
van de
maanmaand
zijn weinig overtuigend, omdat de
synodische maandcyclus
ruim 29,5 dagen duurt, wat dus beter zou aansluiten op bv. vijf weken van zes dagen. Ook de culturele variatie pleit tegen een 'natuurlijk' ritme. De zevendaagse week was onbekend aan culturen in Amerika, Oost-Azie en Oceanie, en waar wel een weekachtig ritme voorkwam, kon het ook tien dagen beslaan (zoals de Griekse
decaden
), acht dagen (de
Etrusken
en lange tijd de
Romeinen
), vijf dagen (op
Java
)
[4]
of nog andere perioden.
De oorsprong van de zevendaagse week valt te traceren naar
Mesopotamie
. Uit dat gebied stamt de
pentecontad-kalender
, die het jaar indeelde in zeven blokken van vijftig dagen, elk bestaande uit zeven zevendagenweken aangevuld met een
atzeret
-dag.
[5]
Een
Assyrische
kalender
uit de 7e eeuw v.Chr. duidt de 7e, 14e, 19e, 21e en 28e dag van elke maand aan als 'kwade dagen' waarop bepaalde dingen verboden waren. In die intervallen is het zevendaagse ritme al herkenbaar,
[6]
maar het lijken de Joden te zijn geweest die het tot in de uiterste consequentie hebben doorgedreven en van de
quasi-weken
echte weken maakten. Tijdens de
Babylonische ballingschap
vanaf 586 v.Chr. maakten ze elke zevende dag tot de
Sjabbat
, zonder synchroniseringen op het einde van de maand of het jaar.
De tiendaagse weken van de
Oud-Egyptische
astrologie hadden deze loskoppeling reeds eerder bereikt, maar er is geen bewijs dat deze indeling ook het dagelijks leven ritmeerde. De Joodse week was daarentegen afgestemd op de wekelijkse bijeenkomst in de
synagoge
, overigens ook een product van de ballingschap. Het
heiligen van de Sjabbat
werd opgenomen in het
Scheppingsverhaal
(
Genesis
1
) dat kort na de ballingschap tot stand kwam. De loskoppeling van lunaire of andere natuurlijke processen moet worden gezien in samenhang met het bovennatuurlijke godsbegrip dat in die periode werd aangenomen: de God van de Joden was niet langer verbonden met natuurkrachten en het patroon dat ze uitvonden om hem te eren liep voortaan door de geschiedenis zonder acht te slaan op de natuur.
[7]
De periodiciteit was als het ware mechanisch geworden.
Een ander aspect van de week zoals we die kennen, namelijk de weekdagen met de planetaire referenties in hun benamingen, leidt opnieuw naar Mesopotamie en meer bepaald naar
Babylon
. Daar hadden de
Chaldeeuwse
astrologen omstreeks 500 v.Chr. de theorie van de zeven zwervers ontwikkeld: zeven hemellichamen die een eigenzinnige baan beschreven ten opzichte van de rest van de sterrenhemel. Ze werden elk geidentificeerd met een godheid en verondersteld invloed uit te oefenen op Aarde, wat geleid had tot de uitvinding van de
horoscoop
. De verovering van het
Perzische Rijk
door
Alexander de Grote
bracht deze kennis naar de Griekse wereld. Naar alle waarschijnlijkheid was het in het
Alexandrie
van de 2e eeuw v.Chr. dat
hellenistische
geleerden de 'planetenweek' ontwierpen, waarbij elke planeet/godheid geassocieerd werd met een vaste dag. Eerst kregen de planeten zelf een vaste volgorde, vermoedelijk naar afnemende
omlooptijd
:
Saturnus
/
Kronos
,
Jupiter
/
Zeus
,
Mars
/
Ares
,
Zon
/
Helios
,
Venus
/
Afrodite
,
Mercurius
/
Hermes
,
Maan
/
Selene
.
[8]
Vervolgens leidde dit via chronocratorie ? een andere hellenistische doctrine ? tot de afwijkende weeksequentie (waarbij elke dag beheerst werd door een specifieke planeet/godheid): dag van Saturnus, dag van de Zon, dag van de Maan, dag van Mars, dag van Mercurius, dag van Jupiter, dag van Venus.
[9]
De hellenistische planetenweek verspreidde zich in het
Romeinse Rijk
en begon rond de tijd van
keizer Augustus
de achtdaagse
nundinum
te verdringen.
[10]
In de tweede en derde eeuw n.Chr. raakte het algemeen ingeburgerd om de zeven dagen van de week naar de planeten te noemen (Sol, Luna, Mars, Mercurius, Jupiter, Venus, Saturnus).
[11]
De eerste dag van de week noemden de Romeinen de
dies Solis
(zondag). In het
mithraisme
was dit een heilige dag en ook in het
christendom
. Keizer
Constantijn
verklaarde deze dag in 321 tot een
rustdag
in het hele rijk. Hoewel hij hiermee ongetwijfeld de christenen ter wille was, gold het voorschrift voor iedereen en gebruikte hij de heidense naam
dies Solis
. Zelf noemden de christenen het de 'dag van de Heer', wat vooral in
Romaanse talen
sporen heeft nagelaten (dimanche, domango). Hoewel hun religie de
staatsgodsdienst
werd, was de week te sterk ingeburgerd om nog aan te tornen. De
Germanen
slaagden er nog in hun eigen godennamen te geven aan bepaalde dagen, maar voor christenen was dat geen optie.
Tegen de derde eeuw was de zevendagenweek doorgedrongen naar
China
en
Ierland
.
[4]
In China was het uiteindelijk een negendaagse variant uit India die dominant werd.
[12]
De
islam
zorgde dan weer voor verspreiding tot diep in Afrika.
Bij de invoering van de
gregoriaanse kalender
werden tien data overgeslagen, maar liepen de weekdagen zonder onderbreking door. In landen die deze kalender ingevoerd hadden kwamen de weekdagen dus nog steeds overeen met die in landen die de
juliaanse kalender
nog gebruikten.
Als eerste dag van de week geldt in de
joodse
en
christelijke
kalender
oorspronkelijk de
zondag
als de eerste dag. Voornamelijk
joden
,
messiasbelijders
,
zevendedagsbaptisten
en
zevendedagsadventisten
hebben de daarmee corresponderende zevende dag, de zaterdag, als
sjabbat
,
sabbat
,
rustdag
, overeenkomend met de zevende dag, volgend op de
Schepping
in zes dagen, volgens het
scheppingsverhaal
.
In
Belgie
en
Nederland
geldt tegenwoordig volgens
ISO 8601
en
NEN 2772
officieel de
maandag
als de eerste dag. Ook om praktische redenen staan in
agenda's
vaak de
zaterdag
en
zondag
samen aan het einde van een week. In het
woordenboek
van de
Academie francaise
gold in 1878 de zondag als eerste dag; in de volgende editie, van 1932, was het de laatste.
[13]
Voor de
islamitische
kalenders geldt de zaterdag als eerste dag van de week.
In de meeste talen hebben de weekdagen een naam; in sommige talen echter worden de dagen genummerd. Het laatste kan tot verwarring leiden, doordat niet in alle betrokken talen de telling met dezelfde dag van de week begint. Zo is bijvoorbeeld de dinsdag in het Russisch
вторник
(letterlijk: tweede dag) en in het Portugees
terca-feira
(letterlijk: derde dag).
In
Romaanse talen
en
Germaanse talen
zijn de zeven dagen van de week in het algemeen genoemd naar
goden
en
hemellichamen
.
|
Dagen van de week met afwijkende namen
|
Nederlands
|
zondag
|
maandag
|
dinsdag
|
woensdag
|
donderdag
|
vrijdag
|
zaterdag
|
Arabisch
|
al-?a?ad
de eerste (dag)
|
al-ithnayn
de tweede (dag)
|
al-thoelaathaa?
de derde (dag)
|
al-arbi?aa?
de vierde (dag)
|
al-khamis
de vijfde (dag)
|
al-joemoe?a
de dag van de samenkomst
|
al-sabt
(dag van) de sabbat
|
Hebreeuws
|
jom risjon
eerste dag
|
jom sjeni
tweede dag
|
jom sj?lisji
derde dag
|
jom r?vi'i
vierde dag
|
jom chamisji
vijfde dag
|
jom sjisji
zesde dag
|
sjabbat
rustdag
|
Spaans
|
el domingo
dag des Heren
|
el lunes
|
el martes
|
el miercoles
|
el jueves
|
el viernes
|
el sabado
sabbat
|
Portugees
|
Domingo
dag des Heren
|
Segunda-feira tweede dag
|
Terca-feira
derde dag
|
Quarta-feira
vierde dag
|
Quinta-feira
vijfde dag
|
Sexta-feira
zesde dag
|
Sabado sabbat
|
Russisch
|
воскресенье (voskresen'je) verrijzenis
|
понедельник (ponedel'nik)
dag na zondag
|
вторник (vtornik) tweede dag
|
среда (sreda)
midden
(van de week)
|
четверг (tsjetverg) vierde dag
|
пятница (pjatnitsa) vijfde dag
|
суббота (subbota)
(dag van de) sabbat
|
Fries
|
snein
|
moandei
|
tiisdei
|
woansdei
|
tongersdei
|
freed
|
saterdei, sneon (zaterdag)
sinnejun (zon-avond)
|
Duits
|
Sonntag
|
Montag
|
Dienstag
|
Mittwoch
|
Donnerstag
|
Freitag
|
Samstag
(sabbatdag)
of Sonnabend
|
IJslands
|
sunnudagur
|
manudagur
|
þriðjudagur
derde dag
|
miðvikudagur midweek
|
fimmtudagur
vijfde dag
|
fostudagur vastendag
|
laugardagur baddag
|
Fins
|
sunnuntai
|
maanantai
|
tiistai
|
keskiviikko midweek
|
torstai
|
perjantai
|
lauantai baddag (uit Oud-Germaans)
|
Armeens
|
kiraki zondag (vgl. Grieks: Kyriaki,
dag des Heren)
|
yerkushabt’i tweede dag
|
yerek’shabt’i derde dag
|
ch’vorek’shabt’i vierde dag
|
hingshabt’i
vijfde dag
|
rbat’
voorbereiding van sabbat
|
shabat’ sabbat
|
Het
Oude Testament
van de Bijbel laat een week van zeven dagen zien. Het beschrijft dat de wereld werd geschapen in zes dagen, en dat op de zevende dag God uitrustte. De weekcyclus wordt wel beschouwd als een scheppingsordinantie, en dus een cyclus die al bij de schepping begonnen is. Ervan uitgaande dat de schepping letterlijk in zes dagen heeft plaatsgevonden (
jongeaardecreationisme
) en dat de weekcyclus altijd is bijgehouden was de schepping in termen van de huidige namen van de weekdagen van zondag tot en met vrijdag, met zaterdag de dag waarop God rustte. Dienovereenkomstig is traditioneel de zondag de eerste dag van de week, zowel voor degenen die de zaterdag als heilige dag zien (de joden en sommige christenen, deze dag wordt dan
sabbat
genoemd), als voor degenen voor wie de zondag of vrijdag de heilige dag is.
Dagen en tijden van school en werk, openingstijden en dienstregelingen hebben vaak een min of meer vast weekpatroon, en ook vaak die van afzonderlijke vrijetijdsbestedingen zoals religieuze activiteiten en sport, en karweitjes zoals boodschappen doen.
- De
Maya's
hanteerden 20 weken van 13 dagen. Hun Tzolkinjaar duurde dan ook maar 260 dagen en was een astrologisch jaar. Het gregoriaans jaar (Haab) van 365 dagen was voor de Maya minder belangrijk maar werd evenwel gebruikt voor de landbouw. Ze hadden ook nog een jaar van 360 dagen (
Mayakalender
,
Tun
kalender).
- De week in
Bali
varieerde van een tot tien dagen.
- Op
Java
bestaat de traditionele week uit vijf marktdagen. Dit stelsel wordt nog steeds gehanteerd, maar ook het westerse is in gebruik. Daardoor ontstaan 5 x 7 = 35 weekdagcombinaties, die onder meer worden gebruikt bij het bepalen van gunstige of ongunstige dagen. Dit gebruik zou men kunnen vergelijken met onze astrologie.
- Het prechristelijke
Litouwen
kende weken van negen dagen.
- Rome
kende tot in de vierde eeuw een cyclus van acht dagen (
nundinae
), waarbij elke achtste dag een marktdag was. Sinds de vroege keizertijd kende men echter een zevendaagse week, waarnaast de
nundinae
nog functioneerden tot de vierde eeuw toen onder invloed van keizer
Constantijn
de zevendaagse week zich helemaal doorzette.
- Na de
Franse Revolutie
werd in
1793
een "week" bestaande uit 10 dagen,
decades
genaamd (zie:
Franse republikeinse kalender
), ingevoerd. Deze werd echter in
1806
weer afgeschaft.
- De
Sovjet-Unie
probeerde zonder succes een week van zes dagen, met de zesde dag als rustdag, in te voeren.
In het menselijk lichaam zijn er ook weekritmes werkzaam. De concentraties van stoffen in het bloed en de urine fluctueren met een zevendaags ritme. Ook schommelen de bloeddruk, het aantal hart- en herseninfarcten, zelfmoord en geboortes met het ritme van de week. Er bestaat een theorie dat weekritmes niet het gevolg zijn van onze kalender met de werkweek en het vrije weekend, omdat bij mensen die tijdens een experiment honderd dagen lang onder constante omstandigheden in een grot verbleven, ook het ritme van een week vertoonden. Hierbij moet aangetekend worden dat de gevolgen van een werkritme op het lichaam langer dan 100 dagen kunnen doorwerken en de stelling dus niet bewezen is. Bij fossiele resten van de
Turkanajongen
zijn een soort groeiringen gevonden in het tandglazuur welke een ritme hebben van een week. Dit blijkt ook voor andere primaten te gelden.
[14]
- 7 dagen, 168 uur, 10.080 minuten, 604.800 seconden
- 23,00% van een gemiddelde maand
- 1,92% van een gemiddeld jaar
In de bijbel wordt soms de term
week
gebruikt voor een periode van 7 jaar, overeenkomstig "Ik heb u gegeven elken dag voor elk jaar" (Ezechiel 4:6). Dit wordt wel een
jaarweek
genoemd. Waar bijvoorbeeld in Daniel 9:24 wordt gesproken van zeventig weken wordt 490 jaar bedoeld. In sommige bijbelvertalingen zijn de tijdsduren al omgerekend.
- In Nederland wordt in
televisiegidsen
meestal gerekend met een week die op zaterdag begint. Voor veel filmprogramma's in bioscopen begint een nieuw weekprogramma op donderdag.
- In bedrijven met ploegendienst, begint de administratieve dienst bij opkomst van de nieuwe ploeg. Hierdoor kan een week bijvoorbeeld beginnen op zondag 22:00u, of maandag 06:00u.
- ↑
Week1
, Etymologiebank (bezocht 22 december 2023)
- ↑
Maurits Gysseling
, "De herkomst van het woord week" in:
Taal en Tongval
, 1962,
p. 145
- ↑
Henkin 2021,
p. 7
- ↑
a
b
David H. Kelley en Eugene F. Milone,
Exploring Ancient Skies. An Encyclopedic Survey of Archaeoastronomy
, 2005,
p. 96
- ↑
Zerubavel 1989,
p. 8
- ↑
Hildegard en Julius Lewy, "The Origin of the Week and the Oldest West Asiatic Calendar" in:
Hebrew Union College Annual
, XVII, 1943, p. 1-152
- ↑
Zerubavel 1989,
p. 11
- ↑
Zerubavel 1989,
p. 14
- ↑
Ploutarchos
schreef een werk om uit te leggen hoe men van de ene sequentie tot de andere kwam, maar dat is verloren gegaan. Zekerheid hierover is er dus niet.
- ↑
Franz Cumont
,
Astrology and religion among the Greeks and Romans
, 1912,
p. 165
- ↑
M. Wallraff,
Christus versus Sol. Sonneverehrung und Christentum in der Spatantike
(JAC, Erganzungsband 32), Munster, 2001, p. 90-96
- ↑
David H. Kelley en Eugene F. Milone,
Exploring Ancient Skies. An Encyclopedic Survey of Archaeoastronomy
, 2005,
p. 499
- ↑
‘Dimanche : premier ou dernier jour de la semaine ?’, Academie francaise
- ↑
Dick Swaab,
Wij zijn ons brein
, van baarmoeder tot alzheimer
, 2010