Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het
Dubbelconcert voor hobo, harp en kamerorkest
is een
compositie
van
Witold Lutosławski
. De compositie is in een soort keten ontstaan. Dirigent
Paul Sacher
van
Collegium Musicum
uit
Zurich
verzocht om een werk voor de hoboist
Heinz Holliger
. Die diende meteen een verzoek in of er ook een partij voor een harp geschreven kan worden. Dan kon hij het samen met zijn zuster
Ursula Holliger
uitvoeren. De eerste uitvoering vond plaats in die combinatie tijdens een muziekfestival in
Luzern
.
Het werk bestaat uit drie bijna even lange delen:
- Rapsodico
- Dolente
- Marziale e groteska
.
Deel 1 begint onrustig in de
strijkinstrumenten
, waarna de hobo de nervositeit overneemt. Het deel komt niet tot rust. Ook de harppartij kan daar niet voor zorgen. Deel 2 moet het hebben van langere spanningsbogen, maar ook hier blijft het onrustig. Het middel van deel 2 bevat rustiger passages, maar na een interruptie van slagwerk keert onrust terug; het deeltje gaat echter als een nachtkaars uit. Deel 3 is een vrolijk stuk met een pittig marstempo met vrolijke bewegingen van beide solisten. Na verloop van tijd ontspoort de hobo (overblazen), er volgen
cadenzen
. Het werk eindig met een klap op de
kleine trom
.
Lutosławski schreef het voor:
Bronnen, noten en/of referenties
- Uitgave Naxos
- Chester/Novello muziekuitgeverij
|