Amnestie
is een maatregel waarmee de
wetgever
aan bepaalde handelingen
met terugwerkende kracht
hun strafbaar karakter ontneemt zodat die handelingen geacht worden nooit een
misdrijf
te zijn geweest. Zowel de
strafvordering
, de
strafrechtelijke
veroordeling als de straf worden tenietgedaan.
[1]
Bij amnestie worden zowel
schuld
als
boete
gewist.
Het woord amnestie komt van het
Griekse
amnestia
, vergetelheid. Iemands daden worden door een amnestieverlening als het ware aan de vergetelheid prijsgegeven en daarmee volledig uitgewist. Een collectieve amnestieverlening wordt in Nederland ook wel een
generaal pardon
genoemd.
Er kan amnestie verleend worden aan bepaalde individuen of aan allen die een bepaald strafbaar feit hebben gepleegd. Amnestie kan zelfs betrekking hebben op alle strafbare daden die in een bepaalde periode of in verband met bepaalde omstandigheden gepleegd zijn.
Verschil met gratie, eerherstel en seponering
[
bewerken
|
brontekst bewerken
]
Onder
gratie
of
genade
wordt verstaan: het kwijtschelden, verminderen of veranderen van straffen die door de strafrechter zijn uitgesproken. Gratie kan worden verleend door de
Koning
(Belgie) of door de
Minister van Justitie
(Nederland), hetzij op basis van een individueel verzoek, dan wel in de vorm van een
collectieve gratie
(bijvoorbeeld ter gelegenheid van een
dynastieke
gebeurtenis). Gratie betreft enkel de
uitvoering
van de straf maar doet de straf zelf (en haar inschrijving in het
Centraal Strafregister
) niet verdwijnen. In tegenstelling tot amnestie en
vrijspraak
wordt bij gratie de veroordeelde niet onschuldig geacht.
Eerherstel
daarentegen is een beslissing van de
rechterlijke macht
die enkel de strafrechtelijke
gevolgen
van een veroordeling
voor de toekomst
uitwist, dus zonder retroactiviteit, teneinde, bijvoorbeeld na uitvoering van een straf of gratiemaatregel, tot een blanco-strafregister te komen (art. 619 e.v.
Sv
).
[2]
Net zoals bij de vrijspraak, een beslissing van de strafrechter, wordt bij de
seponering
, een beslissing van de
openbare aanklager
(in Belgie:
parket
), respectievelijk de
beklaagde
(of beschuldigde in geval van
assisen
) noch de
verdachte
bestraft voor zijn daden. In tegenstelling tot wat amnestie, gratie of eerherstel betreft worden er in het geval van sepot geen straffen uitgesproken. De
strafvervolging
wordt gestaakt omdat de autoriteiten (in Belgie: het
College van procureurs-generaal
na overleg met de Minister van Justitie) andere prioriteiten hebben (dit is een 'beleidssepot', gebaseerd op een opportuniteitsoordeel), of omdat vervolging onmogelijk is (geworden) door vb. gebrek aan bewijs, verjaring, dood van de verdachte, enz. Dit laatste noemt men een 'technisch sepot'.
[3]
De mogelijkheid van amnestie is geregeld in artikel 122 tweede lid van de
Nederlandse Grondwet
.
Amnestie geschiedt altijd bij of krachtens een op zichzelf staande
formele wet
. Dat houdt in dat de vaststelling van een amnestiewet geschiedt door regering en Staten-Generaal gezamenlijk.
Ook hierin onderscheidt amnestie zich van gratie: gratie wordt verleend krachtens de
Gratiewet
door koninklijk besluit, waaromtrent geen goedkeuring van het parlement vereist is. Wel is de minister van Justitie (als verantwoordelijke van de Koning) in geval van gratieverlening achteraf verantwoording schuldig aan het parlement, voortvloeiende uit het
recht van interpellatie
.
In de geschiedenis werd vaak amnestie verleend bij het normaliseren van de verhoudingen na een politieke omwenteling,
burgeroorlog
en dergelijke. In het proces van verzoening kan de overwinnende partij amnestie verlenen aan degenen die zich tijdens de onlusten tegen die partij verzet hebben. Daarbij wordt vaak een uitzondering gemaakt voor de leiders van de tegenpartij, of voor plegers van bijzonder ernstige (oorlogs)misdaden.
Een andere reden kan zijn, een veranderend inzicht in de mate van verwerpelijkheid van bepaalde daden. Als men de strafbaarheid van een
delict
afschaft, of de maximale straf verlaagt, kan men ook de reeds veroordeelden amnestie verlenen.
- De vroegst beschreven amnestie was die van
Thrasybulus van Athene
. De
Dertig Tirannen
en enkele anderen werden van die amnestie uitgezonderd.
- Op 16 maart
44 v.Chr.
kregen
Marcus Brutus
en
Gaius Cassius
en de moordenaars van
Caesar
amnestie van de
senaat
en werd Caesar ook goddelijk verklaard.
- Bij de
Restauratie
van
Karel II van Engeland
werd amnestie verleend, maar de personen die deel hadden genomen in de executie van Karels vader werden uitgezonderd.
- De laatste amnestiewet die door het
Britse
werd aangenomen was die van
1747
, waarin de deelnemers aan de
Jacobitische opstand
van 1745 gratie werd verleend.
- Napoleon
verleende een amnestie op 13 maart
1815
. Dertien prominenten, waaronder
Talleyrand
werden uitgezonderd.
- De amnestie van
Pruisen
van 10 augustus
1840
.
- De algemene amnestie, uitgeroepen door
Frans Jozef I van Oostenrijk
in 1857.
- De algemene amnestie, toegekend door de
President van de Verenigde Staten
,
Andrew Johnson
, na afloop van de
Amerikaanse Burgeroorlog
(1861 - 9 april 1865) in 1868.
- De Franse amnestie van
1905
.
- De algemene amnestie voor Zuid-Afrikanen die zich verzet hebben tegen de apartheid in augustus 1991. Circa 40 000 mensen worden vrijgelaten.
- In Suriname werd in 1992 de
Amnestiewet
aangenomen waarmee amnestie werd verleend voor rond de twintig strafbare feiten die tijdens de
Binnenlandse Oorlog
werden begaan. De wet werd in 2012 verruimd, toen er een rechtszaak liep tegen een groot aantal verdachten van de
Decembermoorden
, onder wie voormalig legerleider en toenmalig president
Desi Bouterse
. Deze wet werd later ingetrokken, waardoor de berechting door kon gaan.
Amnestieverleningen kunnen controversieel zijn. In 1949 en in 1954 werd in
Duitsland
amnestie verleend, die volgens sommigen in strijd waren met het principe van
denazificatie
.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
VRG-Gent, Basisbegrippen publiekrecht, 2e semester 2014-2015
- ↑
Alen, Andre en Muylle, Koen, Compendium van het Belgisch Staatsrecht, Deel II, Kluwer, Mechelen, 2004, p.532
- ↑
Verstraeten, R. en Verbruggen, F., Strafrecht & strafprocesrecht voor bachelors, Deel 1, KU Leuven, Maklu, Antwerpen-Apeldoorn, 2012-2013, p. 121
|