한국   대만   중국   일본 
Resolutie 317 Veiligheidsraad Verenigde Naties - Wikipedia Naar inhoud springen

Resolutie 317 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 317
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 21 juli 1972
Nr. vergadering 1653
Code S/RES/317
Stemming
voor
14
onth.
1
tegen
0
Onderwerp Conflict in Zuidelijk Libanon
Beslissing Oproep aan Israel tot vrijlating van in Libanon ontvoerd personeel.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1972
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië  Argentinie · Vlag van België  Belgie · Vlag van Guinee  Guinee · Vlag van India  India · Vlag van Italië  Italie · Vlag van Japan (1870–1999)  Japan · Vlag van Panama  Panama · Vlag van Somalië  Somalie · Vlag van Soedan  Soedan · Vlag van Joegoslavië (1943-1992)  Joegoslavie
Libanon

Resolutie 317 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd met veertien stemmen tegen een onthouding van de Verenigde Staten aangenomen op 21 juli 1972. De resolutie riep Israel opnieuw op de Syrische en Libanese soldaten die het een maand eerder gevangen had genomen vrij te laten.

Achtergrond [ bewerken | brontekst bewerken ]

In Libanon, een buurland van Israel, woonden veel Palestijnse vluchtelingen. De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) begon in 1968 met aanvallen op Israel, die vaak gelanceerd werden vanuit het door de PLO gecontroleerde zuiden van Libanon. Israel reageerde met vergeldingsacties op dorpen in deze regio, en hield Libanon verantwoordelijk voor het stoppen van de Palestijnse aanvallen op zijn grondgebied vanuit Zuid-Libanon. Meermaals eiste de Veiligheidsraad Israels terugtrekking.

Op 21 juni 1972 had het Israelisch leger in Zuid-Libanon een Syrische colonne aangevallen, waarbij vijf soldaten omkwamen, en vijf Syrische en een Libanese officier en vier agenten krijgsgevangen werden genomen. Ook kwamen bij Israelische bombardementen negen burgers om en werden veertig huizen verwoest of beschadigd. Volgens Israel waren de militairen tot honderd meter van de grens genaderd en hadden ze zelf het vuur geopend. [1]

Op 18 juli vroeg Libanon opnieuw een bijeenkomst van de Veiligheidsraad. Israel hield de gevangenen nog steeds vast en zoals in resolutie 316 gesteld zou de raad dan "verdere actie overwegen". De Verenigde Staten vonden resolutie 317 te vroeg komen omdat inspanningen om de militairen vrij te krijgen nog gaande waren. De VS stonden ook achter Israels intentie om de gevangenen deel te laten uitmaken van een grotere gevangenenruil. Frankrijk hoopte dat Israel deze nieuwe oproep wel ter harte zou nemen. [1] [2]

Pas op 3 juni 1973 werden de zes samen met nog vijftig andere Syrische en Libanese krijgsgevangenen vrijgelaten in ruil voor drie Israelische piloten. De deal volgde na zes maanden geheime onderhandelingen door het Internationaal Comite van het Rode Kruis . De overdracht vond plaats op een kruispunt niet ver van Quneitra . [3]

Inhoud [ bewerken | brontekst bewerken ]

De Veiligheidsraad had de op 18 juli vastgelegde agenda in beraad genomen. De Veiligheidsraad nam ook akte van de brieven van Syrie en Libanon, en had de verklaringen van de vertegenwoordigers namens Libanon en Syrie gehoord. De Veiligheidsraad waardeerde de inspanningen van de raadsvoorzitter en secretaris-generaal Kurt Waldheim na resolutie 316.

Resolutie 316 werd herbevestigd. De Veiligheidsraad betreurde dat desondanks de door Israel in Libanon ontvoerde personeelsleden nog niet waren vrijgelaten. Israel werd opgeroepen dit personeel onmiddellijk te laten terugkeren. Aan de raadsvoorzitter en de secretaris-generaal werd gevraagd door te gaan met hun inspanningen om deze resolutie ten uitvoer te brengen.

Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 317 op de Engelstalige Wikisource .