Talking Heads
|
|
|
Talking Heads tijdens een optreden in de Horseshoe Tavern in
Toronto
in 1978
|
Achtergrondinformatie
|
Jaren actief
|
1974-1991
|
Oorsprong
|
New York
,
Verenigde Staten
|
Genre(s)
|
postpunk
,
new wave
|
Label(s)
|
Sire
,
Warner Bros.
,
EMI
,
Rhino
|
Verwante acts
|
Tom Tom Club
,
Brian Eno
,
Casual Gods
,
The Modern Lovers
|
Oud-leden
|
zang, gitaar
|
David Byrne
|
drumstel
|
Chris Frantz
|
basgitaar
|
Tina Weymouth
|
toetsen, gitaar
|
Jerry Harrison
|
|
Officiele website
|
(
en
)
IMDb-profiel
|
(
en
)
Allmusic-profiel
|
(
en
)
Last.fm-profiel
|
(
en
)
Discogs-profiel
|
(
en
)
MusicBrainz-profiel
|
|
Talking Heads
was een
postpunk
- en
New Waveband
uit
New York
die actief was van 1974 tot 1991.
Hoewel de groep zelf is ontstaan in
New York
, liggen de roots van de bandleden mijlenver van elkaar vandaan. Zanger-gitarist
David Byrne
is geboren in
Dumbarton
in
Schotland
en kwam via
Canada
uiteindelijk op negenjarige leeftijd in
Baltimore
in de Verenigde Staten terecht. Basgitariste
Tina Weymouth
komt oorspronkelijk uit
Californie
en maakte tijdens haar jeugd omzwervingen over de hele wereld. Drummer
Chris Frantz
komt uit een militaire familie uit
Kentucky
. De drie ontmoetten elkaar begin jaren zeventig op de Rhode Island School of Design en besloten al snel muziek met elkaar te gaan maken. In 1974 verhuisden ze naar New York om zich verder te concentreren op hun muziek. Deze stap bleek niet zonder succes te zijn. Zo speelden ze al het volgende jaar het voorprogramma voor de
Ramones
in de poptempel
CBGB
en na het toevoegen van toetsenist-gitarist
Jerry Harrison
aan hun line-up kregen ze in 1977 een platencontract bij de platenmaatschappij
Sire
.
"Talking heads" is een Engelse term die verwijst naar onder meer talkshows op televisie, waar presentatoren en hun gasten al pratend het volledige beeld vullen.
In 1977 verscheen het debuutalbum,
Talking Heads: 77
geheten. De Talking Heads scoorden er enkele kleine hitjes mee in de Verenigde Staten en al meteen vielen de
staccatomuziek
, de abstracte teksten en het afstandelijke zingen van Byrne op. De van het album afkomstige single
Psycho Killer
werd een hit in meerdere landen, hij schopte het onder meer tot een elfde plaats in de
Nederlandse Top 40
.
Het volgende album kwam uit in 1978. De titel
More Songs About Buildings and Food
is een knipoog naar het feit dat de teksten van
Byrne
nooit over liefde of emoties gaan. Het album blijkt een grote stap voorwaarts, zowel in artistiek als commercieel opzicht. De
Al Green
-cover
Take Me to The River
wordt een hit in de Verenigde Staten en het productiewerk van
Brian Eno
zorgde voor een interessant geluid. Het album bevat een hoeveelheid ietwat kunstzinnige popliedjes waarin wordt geexperimenteerd met combinaties van elektronische en akoestische instrumenten. Ook steken er hier en daar invloeden van de
funk
de kop op.
Voor het album
Fear of Music
, uitgebracht in 1979, werd opnieuw Brian Eno als producer aangetrokken. Eno werd langzamerhand als vijfde lid beschouwd. Op dit album komen de invloeden van de funk sterker naar voren. Ook leunt het album zwaar op de ritmesectie van de band en zitten er experimenten met Afrikaanse invloeden en
polyfone
ritmes in de nummers.
Een van de gastmusici is
Robert Fripp
.
Remain in Light
uit 1980 is het laatste album dat Brian Eno zou produceren voor de band. Het boterde niet tussen de duo's Byrne/Eno enerzijds en Weymouth/Frantz anderzijds. Tussendoor hadden Byrne & Eno
My life in the bush of ghosts
uitgebracht als een duo-project zonder de andere Heads.
Op
Remain in Light
worden de karakteristieke kenmerken van
Fear of Music
en
My life in the bush of ghosts
(funk, Afrikaanse ritmes,
sampling
) nog verder uitgewerkt. Het resultaat is een album waarop vooral veel lange nummers staan met een sterke rol voor keyboards en elektronica en Afrikaanse polyfone ritmes. Om het geluid helemaal compleet te maken huurde het viertal enkele gastmuzikanten in, onder wie een complete koperblazerssectie en de gitarist
Adrian Belew
, bekend van zijn werk bij
Frank Zappa
en later bij
King Crimson
. Het bekendste nummer van dit album is
Once in a Lifetime
, waarvan de clip ook beroemd is geworden. Andere gastmusici zijn
Robert Palmer
,
Nona Hendryx
en
Jon Hassell
.
In 1996 werd het volledige album gecoverd door
Phish
.
Omdat de rest van de band van mening was dat de artistieke richting van de band al te veel werd bepaald door het duo Byrne/Eno, werd uiteindelijk besloten om de band tussen Eno en de Talking Heads te verbreken. De band zelf nam na afloop van een lange tour even pauze. De bandleden concentreerden zich op verschillende soloprojecten, zoals de
Tom Tom Club
van Tina Weymouth.
In 1983 kwam het album
Speaking in Tongues
uit. Het bleek een, naar Talking Heads-maatstaven, traditioneel popalbum te zijn. De grootste hit in Nederland van dit album is het nummer
Slippery People
. In de Verenigde Staten scoort met name
Burning Down the House
.
Na het uitbrengen van
Speaking in Tongues
ging de band opnieuw op een zeer uitgebreide wereldtournee. Het is deze tournee waarvan de filmregisseur
Jonathan Demme
een muziekfilm maakte die als een mijlpaal in het genre wordt beschouwd. De release van de film
Stop Making Sense
ging gepaard met de release van een gelijknamig livealbum.
In 1985 kwam het album
Little Creatures
uit. Het roer gaat opnieuw om;
Little Creatures
is een eenvoudig popalbum met Amerikaanse country- en folkinvloeden. Het bekendste nummer van dit album is
Road to Nowhere
, waarin de soul- en funkinvloeden weer zijn terug te vinden.
In 1986 regisseerde David Byrne zijn eerste film,
True Stories
genaamd. De Talking Heads namen de soundtrack voor hun rekening en brachten die onder dezelfde naam als de film uit. Zowel de film als het album vonden geen genade bij de critici.
De groep
Radiohead
is vernoemd naar het nummer
Radio head
op deze plaat.
Op het album
Naked
uit 1988 keren de Talking Heads terug naar de worldbeat, hoewel er nu behalve
Afrikaanse
, ook
Zuid-Amerikaanse
invloeden te horen zijn. De opnamen vonden plaats in Parijs en er werkten diverse Afrikaanse muzikanten mee, zoals
Mory Kante
. Ook
Johnny Marr
van
The Smiths
en
Kirsty MacColl
zijn op het album te horen.
Na het uitkomen van
Naked
gingen de leden van de band ieder hun eigen gang en werd de band zelf in de koelkast gezet. In 1991 kwam het bericht dat de band definitief uit elkaar is.
De verschillende bandleden hebben verschillende keren laten weten zin te hebben in een reunie, maar David Byrne laat keer op keer weten volstrekt geen interesse meer te hebben in zijn oude band. Begin jaren negentig verschijnt het album
No Talking, Just Head
van de band The Heads. Deze band bestaat uit alle leden van de Talking Heads minus Byrne. Het gat wordt opgevuld door diverse beroemde gastmuzikanten, te weten
Michael Hutchence
,
Richard Hell
en
Debbie Harry
van
Blondie
. Het uitbrengen van dit album leidt tot een rechtszaak over de naam Talking Heads.
De relatie is behoorlijk onderkoeld. In 2002 kwam het toch tot een - eenmalige - reunie. Aanleiding was de ceremoniele vertoning van Talking Heads' toetreden tot de
Rock and Roll Hall of Fame
.
Om de zoveel tijd brengt David Byrne een nieuw soloalbum op de markt. Jerry Harrison maakt zich niet onverdienstelijk als producer, onder andere van
Live
,
Foo Fighters
en
Crash Test Dummies
. Het echtpaar Chris Frantz en Tina Weymouth is nog steeds actief als de
Tom Tom Club
, zij produceren ook andere artiesten en ze waren betrokken bij het
Gorillaz
-project met
Damon Albarn
van
Blur
. Eind 2007 bracht Tom Tom Club in beperkte oplage een kerstsingle op gekleurd vinyl en cd uit op het onafhankelijke Nederlandse platenlabel
La-La Land Records
.
Het werk van Talking Heads is erg invloedrijk geweest. Bands als
Radiohead
- vanwege de naam -,
Phish
en de
Red Hot Chili Peppers
bevestigden Talking Heads als muzikale bron.
U2
gebruikte een deel van
Life during wartime
tijdens de tour
Discotheque
. Diverse nummers van Talking Heads zijn gecoverd door muzikanten en bands als
Simply Red
,
Living Colour
en
Arcade Fire
. In films worden af en toe ook Talking Heads-songs gebruikt, zoals in
The Truman Show
met
Jim Carrey
en
The Family Man
met
Nicolas Cage
.
Sinds hun zomertournee in 2008 coverde de
Dave Matthews Band
veelvuldig
Burning Down the House
.
Album
met eventuele hitnotering(en) in de
Nederlandse
Album Top 100
|
Datum van
verschijnen
|
Datum van
binnenkomst
|
Hoogste
positie
|
Aantal
weken
|
Opmerkingen
|
Talking Heads: 77
|
1977
|
|
-
|
|
|
More songs about buildings and food
|
1978
|
|
-
|
|
|
Fear of music
|
1979
|
|
-
|
|
|
Remain in light
|
1980
|
21-02-1981
|
22
|
3
|
|
The name of this band is Talking Heads
|
1982
|
01-05-1982
|
38
|
2
|
live-album
|
Speaking in tongues
|
1983
|
18-06-1983
|
14
|
10
|
|
Stop making sense
|
1984
|
03-11-1984
|
2
|
30
|
live-album
|
Little creatures
|
1985
|
06-07-1985
|
4
|
38
|
|
True stories
|
1986
|
27-09-1986
|
16
|
6
|
|
Naked
|
1988
|
02-04-1988
|
13
|
12
|
|
Sand in the vaseline, popular favorites
|
1992
|
|
-
|
|
compilatie-album
|
Once in a lifetime: The best of
|
1992
|
31-10-1992
|
66
|
5
|
compilatie-album
|
- "Love → Building on Fire" (1977)
- "Uh-Oh, Love Comes to Town" (1977)
- "Pulled Up" (1978)
- "Take Me to the River" (1978)
- "Life During Wartime" (1979)
- "I Zimbra" (1980)
- "Cities" (1980)
- "Crosseyed and Painless" (1980)
- "Houses in Motion (Remix)" (1981)
- "Life During Wartime (Live)" (1982)
- "Burning Down the House" (1983)
- "This Must Be the Place (Naive Melody)" (1983)
- "Stop Making Sense (Girlfriend Is Better) (Live)" (1985)
- "The Lady Don't Mind" (1985)
- "Love for Sale" (1986)
- "Hey Now" (1986)
- "Radio Head" (1987)
- "Blind" (1988)
- "(Nothing But) Flowers" (1988)
- "Sax & Violins" (1991)
- "Lifetime Piling Up" (1992)
Nummer(s) met noteringen in de
NPO Radio 2 Top 2000
|
'99
|
'00
|
'01
|
'02
|
'03
|
'04
|
'05
|
'06
|
'07
|
'08
|
'09
|
'10
|
'11
|
'12
|
'13
|
'14
|
'15
|
'16
|
'17
|
'18
|
'19
|
'20
|
'21
|
'22
|
'23
|
Once in a lifetime
|
-
|
758
|
671
|
662
|
570
|
689
|
949
|
790
|
1139
|
799
|
898
|
1197
|
812
|
887
|
785
|
505
|
874
|
860
|
797
|
909
|
666
|
814
|
844
|
937
|
892
|
Psycho killer
|
387
|
618
|
411
|
594
|
721
|
535
|
882
|
785
|
715
|
680
|
579
|
595
|
450
|
703
|
528
|
480
|
557
|
526
|
425
|
618
|
523
|
570
|
575
|
549
|
554
|
Road to nowhere
|
772
|
517
|
754
|
793
|
774
|
789
|
978
|
908
|
1181
|
899
|
1066
|
951
|
949
|
1152
|
1021
|
880
|
974
|
1026
|
1058
|
1242
|
1059
|
1147
|
1151
|
1262
|
1235
|
Slippery people (live)
|
-
|
448
|
541
|
538
|
637
|
708
|
800
|
703
|
1076
|
744
|
744
|
647
|
602
|
697
|
573
|
409
|
602
|
698
|
699
|
597
|
556
|
528
|
550
|
611
|
575
|
- Stop making sense (1984), concertfilm van regisseur
Jonathan Demme
- True stories (1985)
- Storytelling giant (1988)