Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Neon
|
|
|
Neon in een gasontladingslamp
|
Algemeen
|
Naam
|
Neon
|
Symbool
|
Ne
|
Atoomnummer
|
10
|
Groep
|
Edelgassen
|
Periode
|
Periode 2
|
Blok
|
P-blok
|
Reeks
|
Edelgassen
|
Kleur
|
Kleurloos
|
Chemische eigenschappen
|
Atoommassa
(
u
)
|
20,17
|
Elektronenconfiguratie
|
[
He
]2s
2
2p
6
|
Oxidatietoestanden
|
0
|
Atoomstraal
(
pm
)
|
71
|
1e
ionisatiepotentiaal
(
kJ
·
mol
?1
)
|
2080,68
|
2e
ionisatiepotentiaal
(
kJ
·
mol
?1
)
|
3952,38
|
3e
ionisatiepotentiaal
(
kJ
·
mol
?1
)
|
6122,04
|
Fysische eigenschappen
|
Dichtheid
(
kg
·
m
?3
)
|
0,89994
|
Smeltpunt
(
K
)
|
24,53
|
Kookpunt
(K)
|
27,1
|
Aggregatietoestand
|
Gas
|
Smeltwarmte
(kJ·mol
?1
)
|
0,3317
|
Verdampingswarmte
(kJ·mol
?1
)
|
1,7326
|
Van der Waalse straal
(pm)
|
154
|
Kristalstructuur
|
k.v.g.
(bij kamertemp.)
|
Molair volume
(m
3
·mol
?1
)
|
16,71 · 10
?6
(vloeibaar)
|
Geluidssnelheid
(m·
s
?1
)
|
435
|
Specifieke warmte
(J·kg
?1
·K
?1
)
|
904
|
Warmtegeleiding
(
W
·m
?1
·K
?1
)
|
0,0491
|
SI
-eenheden en
standaardtemperatuur en -druk
worden gebruikt,
tenzij anders aangegeven
|
|
Neon
is een
chemisch element
met symbool
Ne
en
atoomnummer
10. Het is een kleurloos
edelgas
.
Neon is in
1898
ontdekt door
William Ramsay
en
Morris Travers
, vrijwel gelijktijdig met de elementen
xenon
en
krypton
. Het
Griekse
woord
neon
betekent
nieuw
.
Neon wordt vaak als warmtetransportmedium in koelinstallaties gebruikt. Naast de goede thermische eigenschappen vindt neon om zijn
oranje
uitstraling in ontladingsbuizen ook veel toepassing in reclameverlichting; in
natriumlampen
W.L. (gele straatlantaarns) wordt het gebruikt om bij het starten de gasontlading op gang te helpen tot de lamp warm genoeg is om het gele natriumlicht te gaan verspreiden. De reclameverlichtingen die vaak als groep
neonlicht
worden genoemd, bevatten soms neon, maar ook andere gassen zoals
argon
worden gebruikt.
Neon is na
helium
het lichtste edelgas en gloeit oranje/rood op bij ontlading in een
elektronenbuis
. Net als een aantal andere edelgassen kan neon bindingen aangaan met
fluor
. Dit is echter alleen in laboratoriumopstellingen aangetoond en nog nooit in de natuur. Tijdens
massaspectrometrisch
onderzoek zijn Ne
+
, (NeAr)
+
, (NeH)
+
en (HeNe)
+
aangetoond. Verder kan neon instabiele hydraten vormen.
In de
aardatmosfeer
komt neon sporadisch voor (ongeveer 0,0015%) in ongebonden toestand. Het kan industrieel geproduceerd worden via gefractioneerde destillatie van gekoelde lucht.
Stabielste isotopen
|
Iso
|
RA
(%)
|
Halveringstijd
|
VV
|
VE
(M
eV
)
|
VP
|
20
Ne
|
90,48
|
stabiel met 10 neutronen
|
21
Ne
|
0,27
|
stabiel met 11 neutronen
|
22
Ne
|
9,25
|
stabiel met 12 neutronen
|
24
Ne
|
syn
|
34,24
min
|
β
?
|
2,470
|
24
Na
|
Van neon komen drie stabiele
isotopen
voor:
20
Ne (90,48%),
21
Ne (0,27%) en
22
Ne (9,25%). Via neutronemissie en α-verval kunnen uit
24
Mg en
25
Mg de isotopen
21
Ne en
22
Ne worden geproduceerd. Isotopisch onderzoek van buitenaardse rotsblokken heeft aangetoond dat in het heelal
21
Ne wordt geproduceerd. Dat houdt in dat neon kan worden gebruikt voor het bepalen van de ouderdom van dit soort rotsen en
meteorieten
.
Neon is niet brandbaar, explosief of giftig. Het wordt verhandeld in cilinders die onder hoge druk staan. Bij te snelle ontsnapping van het gas kunnen brandwonden op huid of ademhalingswegen ontstaan.