Ivan
(ook:
Iwan
)
Frank Graanoogst
(bijnaam
Grantjie
) (geb. onbekend) is een
Surinaamse
oud-legercommandant. Graanoogst was tijdens de
militaire dictatuur
voor een korte periode de plaatsvervangend bevelhebber van het Nationaal Leger van Suriname nadat
Desi Bouterse
vanwege onenigheid met president
Ramsewak Shankar
bedankte voor deze functie. Samen met Desi Bouterse wordt Graanoogst gezien als het brein achter de
Telefooncoup
van december 1990. Na deze coup werd Graanoogst voor enkele dagen interim-president van
Suriname
. Bij het aantreden van Desi Bouterse als
president van Suriname
in augustus 2010, benoemde hij Graanoogst tot de secretaris van het
Kabinet van de President
.
Luitenant
Graanoogst volgde in de tweede helft van 1980 de gevangengenomen
Badrissein Sital
op als voorzitter van de
Nationale Militaire Raad
(NMR).
[1]
Hij werd in 1982,
toen Suriname onder macht stond van het militair regime
, minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Voorlichting en vervolgens minister van Leger en Politie. Die laatste ministerspost zou eigenlijk naar bataljonscommandant Henk Fernandes gaan, maar deze kwam enkele dagen voor de beediging van het kabinet om het leven bij een helikopterongeluk in
Guyana
.
Op
22 december
1990
diende
Desi Bouterse
zijn ontslag in als bevelhebber van het leger, vanwege de steeds groter wordende meningsverschillen tussen hem en president
Ramsewak Shankar
. Desi Bouterse was onder andere tegen het beleid van Shankar om de betrekkingen met de Nederlandse overheid op te pakken om zo de
ontwikkelingshulp
richting Suriname weer op gang te laten komen. Half december escaleerde de relatie tussen Bouterse en president Shankar, nadat het vliegtuig waarin Bouterse en president Shankar zaten een noodlanding maakte op
Schiphol
. Bouterse vond dat president Shankar het niet of niet genoeg voor hem opnam toen hij op Schiphol door de Nederlandse politie werd afgeschermd toen hij probeerde de aanwezige Surinamers toe te spreken.
Na het ontslag van Bouterse werd Graanoogst de plaatsvervangend bevelhebber van het leger. Graanoogst was zeer ontstemd over het feit dat president Shankar de reden was waarom Bouterse zijn functie had neergelegd. In het kader hiervan pleegden Bouterse en Graanoogst op 24 december 1990 de
Telefooncoup
, de tweede militaire staatsgreep in Suriname (gearrangeerd door Bouterse, uitgevoerd door Graanoogst). Waarnemend bevelhebber Graanoogst belde naar het presidentieel paleis en deelde president Shankar mee dat de militairen wederom genoodzaakt waren om de macht over te nemen en dat hij dus naar huis kon gaan. President Shankar zou nog aan Graanoogst gevraagd hebben: "
Nemen we dat maar zo?
", maar op advies van VHP voorzitter
Jagernath Lachmon
, die zich de gewelddadige daden van het Nationaal Leger in 1980, 1982 en 1986 goed kon herinneren, gaf Shankar gehoor aan het besluit van de legerleiding.
[2]
Na de coup werd Graanoogst voor enkele dagen waarnemend president van Suriname. Nadat Bouterse als legerleider was hersteld, werd de 77-jarige
Johan Kraag
op
29 december
1990
tot president benoemd.
In december 1992 werd Graanoogst wederom waarnemend bevelhebber van het leger, nadat Desi Bouterse zijn functie neerlegde. Dit keer omdat president
Ronald Venetiaan
en minister
Siegfried Gilds
Bouterse verbood om de militarie kazerne als politieke arena te gebruiken. In mei 1983 werd Graanoogst opgevolgd door
Arthy Gorre
.
Graanoogst was van 1996 tot 2000 directeur van het kabinet van president
Jules Wijdenbosch
.
In januari 1992 werd plaatsvervangend bevelhebber Graanoogst in Nederland verdacht van
drugshandel
. Graanoogst zou volgens de
Rotterdamse
justitie samen met
Ruben Rozendaal
onder meer de smokkel van 183 kilo
cocaine
vanaf het vliegveld
Zanderij
naar
luchthaven Schiphol
in juni 1990 mogelijk hebben gemaakt. Ook zou Graanoogst eind 1989 betrokken zijn geweest bij de invoer van 330 kilo cocaine in Nederland via de
Rotterdamse haven
. Graanoogst ontkende stellig zijn betrokkenheid bij drugshandel.
"In het verleden niet, nu niet en in de toekomst ook niet
", zei Graanoogst in een reactie aan het ochtendblad
De Ware Tijd
. Hoofd van de Surinaamse recherche,
Chan Santokhi
, zei de naam van Rozendaal wel eerder te hebben gehoord in drugszaken, maar die van Graanoogst niet.
[3]
De Nederlandse drugsbaron Kobus Lorse, verklaarde tijdens zijn berechting dat hij in februari 1991 in Suriname drie dagen besprekingen had gevoerd met Graanoogst over het opzetten van een nieuwe
cocainelijn
naar Nederland. Volgens Lorse zou Graanoogst hem verteld hebben dat "de militairen af wilden van de kleine jongens die maar hoeveelheden van 100 kilo cocaine afnamen en liever met mannen zoals Lorse zaken wilden doen". De voormalige lijfwacht van Lorse, Helio Stewart, legde een identieke verklaring af. Behalve Graanoogst noemde Stewart ook de naam van Desi Bouterse.
[4]
Enkele jaren later dook er een brief op uit mei 1991 waarin Graanoogst in een brief van het Korps Militaire Politie Suriname aan Lorse schreef dat "
de bureaustoelen voor het militaire hoofdkwartier zijn aangekomen
". In een ander brief die opdook bedankte de politieke partij van Bouterse, de
Nationale Democratische Partij
, Lorse voor de schenking van een
Mazdabus
en een soundunit.
[5]
In januari 1999 werd Graanoogst, toen chef van het kabinet van president Wijdenbosch, door de
Haagse
rechtbank gehoord als getuige in het zogeheten CoPa-onderzoek (
Colombia
-Paramaribo) naar omvangrijke drugssmokkel. Uiteindelijk resulteerde dit onderzoek in de veroordeling van hoofdverdachte Desi Bouterse tot 11 jaar celstraf wegens actieve betrokkenheid bij drugshandel. Graanoogst zei bij zijn verhoor dat de beschuldigingen tegenover Bouterse "van A tot Z verzonnen zijn". Tijdens de verhoren werden ook door verschillende getuigen verklaard dat Graanoogst gezien was in het Surinaamse binnenland waar hij gesproken zou hebben over het vervoeren van 'lai' (een informele naam voor cocaine in Suriname). Graanoogst reageerde zuchtend op de
rechter-commissaris
die hem met deze informatie confronteerde:
"Lai betekent lading of munitie. Ik werkte bij de genie van het leger, dus ik was vaak in het binnenland. Als getuige hoef je maar te verklaren dat je daar hoge Surinaamse militairen hebt gezien om in Nederland asiel of een verblijfsvergunning te krijgen."
. In de rechtbank wekte Graanoogst de indruk op dat hij een felle tegenstander is van drugshandel. Op een bepaalde moment tijdens zijn verhoor zei hij:
"Er zou de
doodstraf
op moeten staan. Dat meen ik serieus, en dat standpunt heb ik al heel lang."
[6]
In 1989 werd de vrouw van Graanoogst ook verdacht van drugshandel. Zij zou betrokken zijn geweest bij de invoer van ongeveer 200 kilo cocaine uit Colombia in Suriname.
[7]
Volgens Graanoogst werd de naam van zijn vrouw genoemd, omdat "ze bij de Surinaamse luchtvaartmaatschappij
SLM
werkte".
Aanvankelijk was Graanoogst ook een verdachte in het
Decembermoorden
proces. Graanoogst procedeerde hiertegen en werd in 2007, nadat hij in
hoger beroep
was gegaan, van de verdachtenlijst gehaald. In februari 2012 werd Graanoogst in het Decembermoorden proces door
Irwin Kanhai
, de advocaat van Desi Bouterse, opgeroepen als getuige a decharge. Volgens Kanhai zou Graanoogst ontlastende verklaringen kunnen afleggen tegen zijn client
Marcel Zeeuw
. Graanoogst kwam niet opdagen en toen een journalist vroeg waarom niet, antwoordde hij: "
Ik heb serieuzere dingen te doen dan gaan naar een proces dat elke realiteit mist
.
[8]
Op 7 maart 2012 werd Graanoogst alsnog gehoord als getuige.
Bij het aantreden van het kabinet van
president
Desi Bouterse in augustus 2010 werd Graanoogst benoemd tot
chef presidentiele secretarie van het
Kabinet van de President
(zoals het op de officiele website van de Surinaamse regering vermeld staat). In juli 2012 nam Clairy Linger, de ondervoorzitter van de
NDP
deze functie over, omdat Graanoogst werd aangewezen als de nieuwe
zaakgelastigde
op de Surinaamse ambassade in
Beijing
, China.
[9]
[10]
In juli 2012 werd de naam van Graanoogst genoemd als de mogelijke nieuwe directeur van het Surinaamse oliebedrijf Staatsolie Maatschappij Suriname NV. De huidige directeur, Marc Waaldijk, bereikte de
pensioengerechtigde
leeftijd in 2010.
[11]
[12]
Bronnen, noten en/of referenties
|