Andreas Thorkildsen
|
|
Volledige naam
|
Andreas Thorkildsen
|
Geboortedatum
|
1 april 1982
|
Geboorteplaats
|
Kristiansand
|
Nationaliteit
|
Noorwegen
|
Lengte
|
1,88 m
|
Gewicht
|
90 kg
|
Sportieve informatie
|
Discipline
|
speerwerpen
|
Trainer/coach
|
Tomm Thorkildsen, Asmund Martinsent
|
Eerste titel
|
Noors kampioen speerwerpen 2001
|
OS
|
2004, 2008, 2012
|
Extra
|
Olympisch recordhouder speerwerpen; wereldjuniorenrecordhouder speerwerpen
|
|
Andreas Thorkildsen
(
Kristiansand
,
1 april
1982
) is een voormalige
Noorse
speerwerper
. Hij was tweevoudig olympisch kampioen op dit onderdeel. Nadat hij in 2004 verrassend de gouden
medaille
op de
Olympische Spelen van Athene
had veroverd, slaagde hij er vier jaar later tijdens de
Olympische Spelen in Peking
in deze titel te prolongeren. In de tussenliggende periode won hij in 2006 ook de
Europese titel
in
Goteborg
, waarna hij in 2010 ook die titel prolongeerde. Intussen had hij in 2009 tevens de wereldtitel voor zich opgeeist. Bovendien schreef hij verschillende Noorse titels op zijn naam.
Op elfjarige leeftijd begon Thorkildsen met speerwerpen en sloot zich aan bij
KIF Kristiansand
, zijn thuisclub. Daarnaast speelde hij tot zijn zestiende
voetbal
. Dat Thorkildsen zijn weg zou zoeken in de
atletiek
, leek vanzelfsprekend. Zijn vader
Tomm Thorkildsen
was zelf ook een goed speerwerper met een persoonlijk record van 71,64 m (1974) en 10,70 s op de
100 m
. Ook zijn moeder
Bente Amundsen
was een begenadigd loopster; zij werd in 1972 Noors kampioene op de
100 m horden
.
Zijn eerste internationale succes behaalde Andreas Thorkildsen in 1999. Hij won goud op het
Europees Jeugd Olympisch Festival
door met 69,88 de
Slowaak
Peter Zupanc
(zilver) en de
Tsjech
Martin Klima
te verslaan. Op de
WK voor junioren
een jaar later in de
Chileense
stad
Santiago
won hij een zilveren medaille. Met 76,34 eindigde hij achter de
Zuid-Afrikaan
Gerhardus Pienaar
(goud met 78,11) en voor de
Koreaan
Park Jae-Myong
(brons met 72,36).
In 2001 verhuisde Thorkildsen naar
Oslo
, waar Asmund Martinsen zijn coach werd bij
SK Vidar
. Op de
Europese
kampioenschappen voor junioren in de
Italiaanse
stad
Grosseto
werd het opnieuw zilver. Met 76,98 eindigde hij achter de
Rus
Aleksandr Ivanov
(goud met 80,18) en voor de
Fin
Saku Kuusisto
(brons met eveneens 76,98). Anderhalve maand ervoor, op 7 juni, had hij het wereldjeugdrecord speerwerpen verbeterd tot 83,87. Vandaar dat hij in Grosseto als favoriet voor de titel van start ging, maar die rol kon hij op dat moment niet waarmaken.
Zijn grootste resultaten behaalde Andreas Thorkildsen in 2004 en 2008. Met een persoonlijk beste prestatie van 86,50 won hij zijn eerste gouden medaille op de Olympische Spelen van Athene. Hij versloeg hierbij de
Let
Vadims Vasi?evskis
(zilver) en de Rus
Sergej Makarov
(brons). Vier jaar later lukte het hem opnieuw om de hoogste olympische eer naar zich toe te halen. Op de Olympische Spelen in Peking wierp hij zijn speer naar de olympische recordafstand van 90,57 en gaf hiermee de Let
Ain?rs Kovals
(zilver met 86,64) en de Fin
Tero Pitkamaki
(brons met 86,16) het nakijken.
Opmerkelijk genoeg wist Thorkildsen zijn eerste olympische titel bij de erop volgende wereldkampioenschappen niet in goud om te zetten. In 2005 werd hij op de
wereldkampioenschappen in Helsinki
verslagen door de
Est
Andrus Varnik
, die bijna een meter verder wierp en moest hij met zilver genoegen nemen (87,17 om 86,18). Iets dergelijks overkwam hem twee jaar later op de
WK in Osaka
, waar hij tweede werd achter Tero Pitkamaki (90,33 om 88,61). Dezelfde Pitkamaki, die hij het jaar ervoor bij de
Europese kampioenschappen in 2006
in het
Zweedse
Goteborg
wel achter zich had gelaten. Met een worp van 88,78 had hij toen aan het langste eind getrokken en gewonnen, voor Pitkamaki (zilver met 86,44) en
Jan ?elezny
(brons met 85,92).
In 2009 had Thorkildsen het op het gebied van zijn seizoensplanning beter voor elkaar dan bij voorgaande WK's. In de
Golden League
liet hij, in de aanloop naar de
WK in Berlijn
, een opklimmende prestatiereeks zien, waarbij hij de eerste twee wedstrijden de eer nog aan Pitkamaki moest laten, maar de volgende twee wedstrijden won. Vooral zijn tweede overwinning in
Parijs Saint-Denis
, half juli, met een worp van 88,03, waar de Fin bleef steken op 86,68, gaf vertrouwen. Terecht, zo bleek. Want terwijl Pitkamaki in Berlijn een offday had en met 81,90 op een vijfde plaats zelfs geheel buiten de medailles bleef, kwam de Noor met een afstand van 89,59 tot zijn beste prestatie van het seizoen. Eindelijk mocht hij zich nu ook wereldkampioen noemen.
Tijdens de seizoensopener van 2010, het
Floro Track & Field Festival
in mei, kwam hij tot zijn beste worp van het jaar, 90,37. Vervolgens won hij in de aanloop naar de
EK in Barcelona
alle zes wedstrijden die deel uitmaakten van de
Diamond League
-serie, die in de plaats was gekomen van de Golden League-serie. Op 31 juli verdedigde hij ten slotte in
Barcelona
met succes zijn Europese titel met een worp van 88,37. Ditmaal ondervond hij de meeste tegenstand van de jonge
Duitser
Matthias de Zordo
, die tot een PR-worp kwam van 87,81. Pitkamaki wierp 86,67 en moest genoegen nemen met brons.
Ten slotte won Thorkildsen aan het eind van het seizoen ook de finale van de Diamond League, de
Memorial Van Damme
, met een worp van 89,88. Dit leverde hem, naast de eer, ook een diamant op ter waarde van ongeveer $80.000.
Eind 2010 had Thorkildsen dus de drie belangrijkste titels in zijn bezit.
Op de
WK van 2011
kwalificeerde Thorkildsen zich voor de finale met een worp van 81,83. In die finale haalde hij nipt de laatste 8 na drie pogingen met een beste worp van 80,75. Zijn vierde worp was weer op zijn niveau: 84,78. Daarmee behaalde hij een zilveren medaille achter Matthias de Zordo en voor de
Cubaan
Guillermo Martinez
. Ook bij de
Diamond League van 2011
werd hij tweede achter De Zordo: tijdens de als finalewedstrijd dienende
Memorial Van Damme
werd hij vijfde en pakte De Zordo volle punten.
Op de
EK van 2012
in
Helsinki
kwalificeerde Thorkildsen zich met zijn eerste worp voor de finale. In deze finale gooide hij bij zijn eerste poging de speer naar 81,55. Na de derde worp stopte Thorkildsen door een blessure aan zijn rechter
quadricep
. Door deze blessure kon hij niet genoeg snelheid in zijn aanloop leggen, waardoor hij uiteindelijk niet verder kwam dan een vierde plek.
Thorkildsen maakte dit jaar kans om voor de derde opeenvolgende keer olympisch kampioen speerwerpen te worden. Hiermee zou hij
Jan Zelezny
evenaren. Die deed dit in 1992, 1996 en 2000, waarvan de laatste op 34-jarige leeftijd. Hij eindigde echter op deze
Olympische Spelen
als zesde met 82,63. Nochtans gooide hij tijdens de kwalificatie 84,47. De onverwachte winnaar van het speerwerpen was de
Trinidadiaan
Keshorn Walcott
, die zijn speer naar 84,58 gooide.
In 2014 kreeg Thorkildsen een heupblessure. Sindsdien deed hij niet meer mee aan internationale wedstrijden. Hij was van plan een comeback te maken op de
Olympische Zomerspelen 2016
in
Rio de Janeiro
, maar die poging mislukte. In mei 2016 maakte hij via
Instagram
bekend te stoppen met wedstrijdsport.
[1]
Onderdeel
|
Prestatie
|
Titel
|
Plaats
|
Jaar
|
speerwerpen
|
86,50 m
|
Olympisch kampioen
|
Athene
|
2004
|
|
88,78 m
|
Europees kampioen
|
Goteborg
|
2006
|
|
90,57 m (OR)
|
Olympisch kampioen
|
Peking
|
2008
|
|
89,59 m
|
Wereldkampioen
|
Berlijn
|
2009
|
|
88,37 m
|
Europees kampioen
|
Barcelona
|
2010
|
Onderdeel
|
Jaar
|
speerwerpen
|
2001, 2003, 2004, 2005, 2006, 2009, 2010, 2011
|
Afstand (m)
|
Jaar
|
53,82
|
1996
|
61,57
|
1998
|
72,11
|
1999
|
77,48
|
2000
|
83,87
|
2001
|
83,43
|
2002
|
85,72
|
2003
|
86,50
|
2004
|
89,60
|
2005
|
91,59
(nat. rec.)
|
2006
|
89,51
|
2007
|
90,57
(OR)
|
2008
|
91,28
|
2009
|
90,37
|
2010
|
90,61
|
2011
|
84,72
|
2012
|
84,64
|
2013
|
80,52
|
2014
|
- Kampioenschappen
- 1999: 7e EJK - 72,11 m
- 2000:
2
WJK - 76,34 m (nat. jeugdrec.)
- 2001:
2
EJK - 76,98 m
- 2001: 13e WK (kwal.B) - 68,41 m
- 2002: 7e EK (kwal.B) - 78,36 m
- 2003: 11e
WK
- 77,75 m
- 2003: 4e EK
U23
- 76,95 m
- 2004:
1
OS
- 86,50 m
- 2005:
2
WK - 86,18 m
- 2005:
2
Wereldatletiekfinale - 89,60 m
- 2006:
1
EK - 88,78 m
- 2006:
1
Wereldbeker - 87,17 m
- 2006:
1
Wereldatletiekfinale - 89,50 m
- 2007:
2
WK - 88,61 m
- 2007:
2
Wereldatletiekfinale - 85,06 m
- 2008:
1
OS
- 90,57 m (OR)
- 2009:
1
WK - 89,59 m
- 2010:
1
EK - 88,37 m
- 2011:
2
WK - 84,78 m
- 2012: 4e EK - 81,55 m
- 2012: 5e
OS
- 82,63 m
[2]
- 2013: 7e
WK
- 81,06 m
- Golden League-overwinningen
- 2006:
Bislett Games
- 91,59 m
- 2006:
Golden Gala
- 90,34 m
- 2006:
Memorial Van Damme
- 86,97 m
- 2006:
ISTAF
- 87,43 m
- 2007: Golden Gala - 88,36 m
- 2007:
Weltklasse Zurich
- 89,51 m
- 2008: Bislett Games - 87,73 m
- 2008: Weltklasse Zurich - 90,28 m
- 2009: Golden Gala - 87,46 m
- 2009:
Meeting Areva
- 88,03 m
- 2009: Weltklasse Zurich - 91,28 m
- Diamond League-overwinningen
- 2010:
Eindzege
Diamond League
- 2010:
Shanghai Golden Grand Prix
- 86,11 m
- 2010: Bislett Games - 86,00 m
- 2010:
Adidas Grand Prix
- 87,02 m
- 2010:
Athletissima
- 87,03 m
- 2010: Meeting Areva - 87,50 m
- 2010:
London Grand Prix
- 87,38 m
- 2010:
Memorial Van Damme
- 89,88 m
- 2011: Athletissima - 88,19 m
- 2011:
Aviva Birmingham Grand Prix
- 88,30 m
- 2011:
DN Galan
- 88,43 m
- 2013:
Sainsbury’s Grand Prix
? 83,94 m
Bronnen, noten en/of referenties
- Werkgroep Statistiek KNAU (2007)
Statistische jaarboeken 2001, 2006
: KNAU
- IAAF
- Externe links
|