Een
ambassade
is een
diplomatieke
vertegenwoordiging van een land in een ander land. Meestal bevindt de ambassade zich in de stad waar ook de regering van het gastland zetelt. Zo bevinden de meeste ambassades in Nederland zich in
Den Haag
en de meeste ambassades in Belgie zich in
Brussel
. Soms heeft een land naast een ambassade ook een of meer
consulaten
in het gastland.
De ambassade zorgt voor
communicatie
en onderhandelingen tussen de twee landen en voor culturele uitwisseling. Ook fungeert ze vaak als aanspreekpunt voor burgers van het
thuisland
die op dat moment in het gastland verblijven. De ambassade wordt geleid door een
ambassadeur
.
Het terrein waar een ambassade gevestigd is en de residentie van de ambassadeur genieten op basis van artikel 22 van het
Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer
(
1961
) onschendbaarheid. Dat betekent dat de autoriteiten van het gastland het ambassadeterrein en de ambassadeursresidentie pas mogen betreden met goedkeuring van de ambassadeur. Van deze onschendbaarheid wordt soms handig gebruikgemaakt om
politiek asiel
aan te vragen.
Noord-Koreanen
weten zo regelmatig buitenlandse ambassades in
Peking
binnen te komen om niet terug te hoeven keren naar hun eigen land. In
1989
wisten grote aantallen
Oost-Duitse
vluchtelingen via het ambassadeterrein van West-Europese landen in
Praag
naar het Westen te ontsnappen. Dit was tevens een aanleiding om de grenzen in Berlijn open te stellen, omdat de stroom vluchtelingen niet tegen te houden was.
Het is een wijdverspreid misverstand dat ambassades kleine stukjes grondgebied van de desbetreffende staat zijn die door de gaststaat zijn afgestaan. Ze genieten slechts onschendbaarheid maar zijn nog steeds grondgebied van de gaststaat. Wie bijvoorbeeld in de Nederlandse ambassade in Parijs een moord pleegt, heeft deze op Frans grondgebied begaan en zal dan ook naar Frans recht worden vervolgd. Uiteraard zal de moordenaar pas kunnen worden gearresteerd door de Franse politie wanneer de Nederlandse ambassadeur hen toestemming heeft gegeven de ambassade te betreden.
Voor 1940 werd Nederland in het buitenland vertegenwoordigd door
gezantschappen
(synoniem:
legaties
) die geleid werden door een
gezant
. In 1942 werden de Nederlandse gezantschappen in
Londen
en
Washington
verheven tot ambassades. Later is dat met alle andere gezantschappen gebeurd.
Een ambassadeur en een ambassade waren voor de Eerste Wereldoorlog voorbehouden aan de "grote machten". Kleinere landen zoals Nederland en Belgie ontvingen en zonden gezanten die in het protocol na de ambassadeurs kwamen. Ook
Gevolmachtigd ministers
en
Consuls-generaal
traden indertijd veel op als diplomatieke vertegenwoordigers van kleine landen en bij de regeringen van kleine landen. De grote landen weigerden om ambassadeurs van Nederland te ontvangen omdat zij dan ook een ambassadeur in
Den Haag
moesten gaan benoemen. Een ambassadeur genoot een zeer hoog inkomen en voerde een grote staat.
Toen steeds meer gezantschappen en legaties door ambassades werden vervangen vervaagde het verschil tussen gezant en ambassadeur. Om protocollair niet in het nadeel te verkeren, een gezant krijgt bij diners een plaats onder aan de tafel, werden uiteindelijk alle gezantschappen in de wereld opgewaardeerd.
Door hun politieke functie en hun herkenbaarheid zijn ambassades een populair doelwit van
demonstraties
en
terroristische aanslagen
. Zo werden de ambassades van
Denemarken
in
Libanon
en Syrie na het verschijnen van de
cartoons over Mohammed in Jyllands-Posten
in brand gestoken. Volgens het verdrag van Wenen is het gastland in zo'n geval verantwoordelijk voor de schade. Wanneer een land zijn ambassadeur en diens staf terugtrekt blijft de ambassade, of wat daarvan rest, onschendbaar. Een neutraal land, vaak is dat Zwitserland, krijgt dan de sleutels en neemt het beheer tot op zekere hoogte over.
De vestiging van Nederlandse, Belgische of Luxemburgse ambassades onder een dak (
colocatie
) kent een lange historie. Sinds het aantreden van het
kabinet Rutte-Verhagen
respectievelijk
kabinet Di Rupo
heeft het overleg met Belgie over colocatiemogelijkheden een vlucht genomen. Dit leidde in 2013 tot overeenstemming over colocaties in
Caracas
,
Buenos Aires
,
Mexico-Stad
en
Kinshasa
. Verder wordt inmiddels gesproken over gemeenschappelijke huisvesting in onder meer Washington, Seoel, Bamako, Pristina (ook met Luxemburg), Ottawa en Nicosia. Op 23 oktober 2014, tijdens een Benelux-top van de drie regeringsleiders in aanloop naar de Europese top van regeringsleiders, hebben de ministers-presidenten van de Benelux-landen besloten om de diplomatieke posten van de drie landen te optimaliseren, waar mogelijk samen te huisvesten en elkaar te vertegenwoordigen.
De Benelux-landen werken momenteel (april 2016) al samen op diplomatiek vlak in het buitenland. Een efficientiewinst wordt bereikt, doordat Belgie en Nederland in momenteel drie landen hetzelfde gebouw delen en er in Brussel/Den Haag en Albanie een uitwisseling is van Nederlandse en Belgische diplomaten. Verder vertegenwoordigt Belgie in 54 landen Luxemburg en in 9 landen Nederland, dat op zijn beurt in 19 landen de Belgische belangen behartigt.
Van oudsher bestaan er al visumsamenwerkingsverbanden tussen de Benelux-landen. In de afgelopen jaren is de samenwerking met ? vooral Belgie ? verder geintensiveerd door elkaar voor visumverlening te vertegenwoordigen in landen waar men zelf niet (meer) over een eigen ambassade beschikt en omwille van doelmatigheid ook in landen waar Belgie of Nederland wel een eigen vertegenwoordiging heeft. De hierover gemaakte bilaterale afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
Een recente loot aan de samenwerkingsstam zijn de werkafspraken van 29 april 2011 die binnen het raamwerk van de Benelux Unie zijn gemaakt over het gemeenschappelijk gebruik van Benelux-verbindingsofficieren op de posten. Elk van de drie landen kan voortaan bij de behandeling van een rechtshulpverzoek een beroep doen op een politie/justitie-attache van een van de andere landen wanneer het land zelf daar geen attache geaccrediteerd heeft.
Een andere diplomatieke samenwerkingsmogelijkheid die momenteel (mei 2015) wordt onderzocht is om, naar analogie van de geslaagde en goede samenwerking op het gebied van politie Benelux-verbindingsofficieren, eveneens een Benelux-samenwerking (met name tussen Belgie en Nederland) op te zetten op het gebied van militaire attaches.
De
Europese Unie
wordt vertegenwoordigd in meer dan 140 nationale staten en bij internationale organisaties zoals de
Verenigde Naties
.
[1]
Zo'n vertegenwoordiging, die officieel een
EU-delegatie
heet, valt onder de
Europese dienst voor extern optreden
, een van de belangrijkste vernieuwingen van het
Verdrag van Lissabon
. Een EU-delegatie heeft voor de Europese Unie feitelijk dezelfde functie als een ambassade voor een nationale overheid.
[2]
Het hoofd van een EU-delegatie wordt ook als ambassadeur
van
de Europese Unie aangeduid, niet te verwarren met een ambassadeur van een EU-lidstaat
bij
de Europese Unie in Brussel.
Bronnen, noten en referenties
|