De
vespers
(of het avond
gebed
) behoren tot de
getijden
in de
rooms-katholieke
en
oosters-orthodoxe kerk
en werden oorspronkelijk gebeden rond 17 uur. Tijdens het
Tweede Vaticaans Concilie
werd het schema van de getijden herschikt en kwam het tijdstip voor de Vespers aan het begin van de avond te liggen. Het woord komt uit het
Latijn
, van
vespera
dat
avond
betekent.
[1]
In enkele
protestantse
kerken wordt de term 'vespers' gebruikt als aanduiding voor een avonddienst. Ook sommige religieuze bijeenkomsten voor
contemplatie
en
meditatie
in de avond worden aangeduid met 'vespers'.
In het Nederlands wordt het woord vespers in het meervoud gebruikt, evenals in het huidige
kerklatijn
.
[2]
Volgens het Liturgisch Woordenboek
[3]
treffen we in de oudste liturgische bronnen de benamingen vesperum, vespera hora etc. alle in het enkelvoud. In de oudste antiphonaria komt daarnaast 'vesperae' voor. Dit plurale is klaarblijkelijk ontstaan bij de overgang van het bijvoeglijk gebruik: hora vespera = avondgetijde, naar het substantief: vesperae = de vespers'.
[4]
Mogelijk is de meervoudsvorm vesperae ontstaan naar analogie van
metten
,
lauden
, en
completen
. Deze getijden horen samen met de vespers tot de grote uren (in tegenstelling tot de kleine uren
priem
,
terts
,
sext
en
noon
) en zijn alle meervoudsvormen.
Tot de liturgiehervormingen van de jaren 60 en 70 onderscheidde men in elk geval Romeinse en monastieke vespers. De Romeinse vespers bestonden uit een openingsvers (Deus in adiutorium), vijf psalmen, een kapittel (een korte schriftlezing), een hymne, een vers, een Magnificat met antifoon, gebeden en slotformules (o.a. Benedicamus Domino). Romeinse vespers waren voor wereldheren en seculiere orden voorgeschreven. In monastieke vespers volgens de
Regel van Benedictus
zijn er vier psalmen, wordt het kapittel gevolgd door een responsorium en wordt na het Magnificat een korte litanie (Kyrie eleison) en een Pater noster (
Onze Vader
) gezongen.
Sedert de hervormingen van de liturgie in de jaren zestig en zeventig bestaan de rooms-katholieke vespers voor priesters en leken uit een opening, een
hymne
, twee
psalmen
met
antifonen
, een lofzang uit het
Nieuwe Testament
met antifoon, een korte schriftlezing, beurtzang, de lofzang van
Maria
, het
Magnificat
? genomen uit het
Evangelie volgens Lucas
(1:46-55) ? met een antifoon, en slotgebeden (waaronder het Onze Vader).
Voor
gewijden
(
priesters
,
diakens
, etc.) zijn de vespers verplicht; voor
leken
wordt de vespers aanbevolen en traditionele parochies vieren daarom vespers op zondag en op feestdagen. In de kloosters verloopt het getijde min of meer hetzelfde, alleen ontbreekt meestal de alternatieve lofzang uit het Nieuwe Testament (het Magnificat wordt natuurlijk
wel
gebeden) terwijl er dan weer meer (meestal drie of vier) psalmen worden gebeden.
De oosters-orthodoxe vespers bestaan uit (psalmnummering volgens de
Septuagint
):
- een opening 'Trisagion' en inleidende psalm 103
- een grote
litanie
- een aantal psalmen (140, 141, 29 en 116, samen 'kathisma' genoemd) wordt gelezen
- een kleine litanie
- de hymne
Oh Vreugedevol Licht
- de 'prokeimenon' (een soort beurtzang) wordt gezongen als voorbereiding op de schriftlezing
- gebeden
- de 'aposticha' (leerverzen met betrekking tot de
kerkelijke feestdag
) - op zaterdag wordt de
wederopstanding
bezongen
- de lofzang van
Simeon
(het
Nunc dimittis
)
- lofzang op de
Drie-eenheid
- het Onze Vader
- Troparia (verzen met betrekking op de volgende dag)
- slotgebeden.
In
kloosters
wordt de vespers dagelijks gevierd, voor de gehele parochie alleen bij kerkelijke feestdagen.
Met het
Daily Evening Prayer
in het
Book of Common Prayer
heeft de
Anglicaanse Kerk
in de 16e eeuw het traditionele avondgebed heringevoerd. Het is een van de weinige kerken waar het dagelijkse avondgebed voor de gehele parochie in ere wordt gehouden. Sinds 1979 zijn de psalmen in een cyclus van zeven weken geplaatst.
Luther
stond afwijzend tegenover de getijden. De
Christusvespers
op
kerstavond
is als enige overgenomen.
In de twintigste eeuw is in enkele evangelisch Lutherse kerken het ochtendgebed
Metten
, daggebed (
Lauden
) en vespers heringevoerd. Beurtzang en het Onze Vader vormen het hoofdbestanddeel.
Omdat de vespers het enige officie waren waarbij vanaf de vroegste tijden
meerstemmige
zang was toegestaan, zijn ze van groot belang voor de geschiedenis van de geestelijke muziek.
De psalmen en hymnen van de vespers hebben vele
componisten
geinspireerd, onder wie bijvoorbeeld
Claudio Monteverdi
,
Marc-Antoine Charpentier
,
Wolfgang Amadeus Mozart
,
Anton Bruckner
, en
Sergei Rachmaninoff
.
Op 31 maart
1282
begon een opstand op
Sicilie
vanwege een incident bij het begin van de vespers in
Palermo
. De opstand heet daarom de
Siciliaanse Vespers
.
- ↑
VMNW: Vroegmiddelnederlands Woordenboek. Red. W.J.J. Pijnenburg, K.H. van Dalen-Oskam, K.A.C. Depuydt, T.H. Schoonheim. Leiden: Instituut voor Nederlandse Lexicologie, 2001.; MNW: Middelnederlandsch Woordenboek. Red. E. Verwijs en J.Verdam. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1885-1952.
- ↑
Zie bijvoorbeeld Antiphonale Monasticum, Solesmes 2005, p. 3: Ad Vesperas.
- ↑
L. Brinkhoff e.a. (red): Liturgisch Woordenboek, Roermond 1965-1968 s.v. Vespers.
- ↑
ibidem