Het
stadhuis
van de Belgische stad
Oudenaarde
staat bekend als een schoolvoorbeeld van
Brabantse laatgotiek
. Het is opgetrokken op de plaats van het oude
schepenhuis
, waaraan de nu nog bestaande
veertiende-eeuwse
lakenhalle
verbonden was.
In
1525
was het oude
schepenhuis
in verval en de kans was groot dat het zou instorten. Noodgedwongen maar ook verlangend naar een nieuw, mooier en meer aangepast gebouw, ging het stadsbestuur op zoek naar een bouwmeester. Uiteindelijk viel de keuze op
Hendrik van Pede
uit
Brussel
, die het monumentale
Oudenaardse
stadhuis
in tien jaar tijd optrok (
1526
-
1536
).
Het oorspronkelijke plan van Hendrik van Pede werd niet volledig verwezenlijkt. De U-vormige aanleg die voorzien was, werd vervangen door een L-vormige. De rechterzijgevel, aan de Nederstraat, werd niet voltooid. Deze gevel, bestaande uit twee
bouwlagen
met bovenaan een
weergang
opgetrokken in
Doornikse
kalksteen
, bevat zichtbaar delen uit het oude
schepenhuis
. De twee aangebouwde
traveeen
uiterst rechts (een torenachtige
constructie
) met getralied
venster
, dateren uit
1509
-
1510
. De getraliede ruimte was het secreet of de
archiefkamer
. Het gelijkvloers fungeerde naar alle waarschijnlijkheid als opslagruimte, terwijl de eerste
verdieping
door het stadsbestuur werd gebruikt.
We weten dat het oude
schepenhuis
een
belfort
had, dat de
voorgevel
naar de Hoogstraat gericht was en dat het aan de zijde van de
Markt
door verschillende huizen was omgeven. De hierbij aansluitende lakenhalle in
blauwsteen
, heeft twee verdiepingen. Het gelijkvloers diende oorspronkelijk als stapelplaats voor het stedelijk brandweermateriaal en
wapens
, en de eerste verdieping als uitstal- en verkoopruimte. Bij het bouwen van het
stadhuis
werd gebruikgemaakt van verschillende materialen:
baksteen
(
skelet
), Balegemse
zandsteen
(
gevel
),
kalkzandsteen
van
Ecaussinnes
(
maaswerk
van de
vensters
,
kolommen
van de
arcadegalerij
, de cale, de keuken en het
korenhuis
),
Avesnessteen
(fijn beeldhouwwerk),
hout
uit de streek van
Bergen
,
ijzer
uit
Spanje
, en
lood
en
bladgoud
(6500 bladen) uit
Antwerpen
.
Op de
spits
van het
stadhuis
staat de keizerskroon en een
bronzen
beeld van de plaatselijke
volksheld
Hanske de Krijger
. Volgens de legende stond stadswachter Hanske op de uitkijk voor de komst van
keizer Karel V
. Maar omdat hij in slaap viel, stond de keizer voor gesloten poorten. Hij zou hierop de mensen van Oudenaarde de raad gegeven hebben om voor hun stadswachter een bril te kopen. Deze bril staat vandaag nog op het
wapenschild
van de stad.
Het Oudenaardse belfort werd op 1 december 1999 door de
UNESCO
tot
werelderfgoed
erkend (als onderdeel van de groepsinschrijving
Belforten in Belgie en Frankrijk
).
Bij recente
restauratie
zijn de
sculpturen
op de
torens
vervangen door
replica’s
in een
Noord-Franse
steen
, die beter bestand zouden zijn tegen
luchtvervuiling
.
Binnenin het gebouw is tegenwoordig het
MOU Museum
ondergebracht (Museum Oudenaarde en
Vlaamse Ardennen
), waar
wandtapijten
en
zilverwerk
worden tentoongesteld.
Oudenaarde
was een belangrijk wandtapijtenproductiecentrum. In het museum van het stadhuis hangt een collectie Oudenaardse wandtapijten of
verdures
. De totale verzameling telt momenteel 23 wandtapijten. Dertien daarvan worden permanent tentoongesteld in de bovenlakenhalle van het stadhuis.
Oudenaarde
was een belangrijk edelsmeedcentrum tussen de
15e
en de
18e eeuw
. In het museum van het stadhuis staat een prachtige collectie Oudenaards zilver van Ernest
De Boever-Alligorides
, aangevuld met andere topstukken Europees zilver.
De belangrijkste zalen van het stadhuis zijn de Volkszaal, de Schepenzaal, de Oppervoogdenkamer, de Zilverkamer en daarnaast nog de Lakenhalle en het museum. De Volkszaal heeft als belangrijkste aandachtstrekkers de schoorsteenmantel en de zoldering. De functie van deze ruimte was het handeldrijven van de bevolking. De zaal werd ook nog voor andere activiteiten gebruikt.
In de Schepenzaal hangen een aantal schilderijen van bekende bezoekers van de stad Oudenaarde, waaronder bijvoorbeeld
Margaretha van Parma
. Nu doet deze zaal dienst als trouwzaal.
Tegen het stadhuis bevindt zich de Lakenhalle. Deze dateert uit de
14e eeuw
en werd in de
17e eeuw
gewijzigd. De lakenwevers konden in deze hal hun producten opslaan, bovendien werden ze er ook gekeurd.