De
Senaat
is het
hogerhuis
van de
Cortes Generales
, het
Spaanse
parlement
, naast het
Congres van Afgevaardigden
, het
lagerhuis
. Een gedeelte van de senatoren wordt direct verkozen, het andere gedeelte door middel van
getrapte verkiezingen
: zij worden benoemd door de parlementen van de
autonome gemeenschappen
.
Omdat de zetelverdeling op geografische basis plaatsvindt, kan de senaat gezien worden als een territoriale vertegenwoordiging (terwijl het Congres van Afgevaardigden een representatieve vertegenwoordiging is). Hierdoor staat het bestaansrecht van de senaat steeds meer ter discussie: de
autonome regio's
onderhandelen liever direct met de centrale overheid.
Op dit moment (in 2021) hebben er 262 vertegenwoordigers zitting in de senaat, maar dit is geen vast zetelaantal en verandert na elke verkiezing.
De eerste voorloper van de Spaanse senaat werd gesticht in 1834 door middel van een koninklijke akte, door voormalig
koningin
en toenmalig
regentes
Maria Christina van Bourbon
. Door deze akte had Spanje voor het eerst een
tweekamerstelsel
. In de Spaanse
grondwet
van
1837
werd het hogerhuis van deze twee kamers voor het eerst
Senado
genoemd.
De senaat werd in het begin voornamelijk bezet door
de grote mannen van Spanje
, die werden aangewezen door de koning. Hierdoor was de senaat een vertegenwoordiging van wat onder het
ancien regime
de
adel
en de
geestelijkheid
genoemd werd.
Deze kamer had in de 18e eeuw net zoveel wetgevende macht als het
Congres van Afgevaardigden
, behalve in vrij specifieke gevallen. Het ging dan om zaken als bewapening of bepaalde belastingen.
Samen met het
Congres van Afgevaardigden
is de senaat de hoogste vertegenwoordiging van het Spaanse volk, en deelt dus een aantal taken met dit congres. De grondwet wijst de senaat de volgende bevoegdheden toe:
In tegenstelling tot het congres neemt de senaat niet deel aan de vorming en installering van een nieuwe regering.
Bij een onderling conflict heeft het Congres van Afgevaardigden altijd het laatste woord. Ook kan de senaat geen wetsvoorstellen afkeuren, maar worden wetsvoorstellen teruggestuurd naar het congres in geval van een veto van de senaat - en in dat geval heeft het congres bovendien middelen om een wet aan te nemen zonder instemming van de senaat.
Het enige vlak waarop de senaat bevoegdheid heeft en het congres niet, heeft te maken met het feit dat de senaat een territoriale vertegenwoordiging is, meer dan een representatieve (zoals het congres). De senaat is het enige overheidslichaam dat de regering toestemming kan geven een
autonome gemeenschap
sancties
op te leggen als deze zijn grondwettelijke verplichtingen niet nakomt. Ook wordt de senaat geraadpleegd als de centrale overheid wetten van de verschillende gemeenschappen probeert te harmoniseren.
Een gedeelte van de senatoren wordt direct verkozen en de zetelverdeling hiervan wordt berekend uit de uitslag van dezelfde verkiezingen als voor het
Congres van Afgevaardigden
. In tegenstelling tot het congres is de zetelverdeling in de senaat echter niet evenredig verbonden aan de verkiezingsuitslag, maar wordt op basis van geografische indelingen opnieuw berekend, een combinatie dus van het
districtenstelsel
en
evenredige vertegenwoordiging
.
Daarnaast wordt een gedeelte van de senatoren benoemd door de parlementen van de autonome gemeenschappen (wat een vorm is van
getrapte verkiezingen
omdat deze parlementen ook democratisch verkozen zijn). Het aantal zetels dat hierdoor gevuld wordt wisselt omdat dit gebeurt op basis van bevolkingsaantallen.
Kleinere partijen moeten zich groeperen in een
gemengde fractie
, zodat zij vertegenwoordigd kunnen worden in de kleine commissie die de senaat vertegenwoordigt als de regering
demissionair
is of tijdens een
reces
. De samenstelling van deze commissie is evenredig aan het aantal senatoren van elke groep in de
plenaire
senaat.
De zetelverdeling van de senatoren die direct worden verkozen gaat als volgt: per provincie worden vier zetels verkozen, behalve voor de eilanden
Mallorca
,
Gran Canaria
en
Tenerife
, die elk door drie senatoren worden vertegenwoordigd, en de overige
Canarische Eilanden
en
Balearen
die met 1 zetel vertegenwoordigd zijn. De autonome steden
Ceuta
en
Melilla
in Noord-Afrika hebben elk twee afgevaardigden in de senaat. De zetels per kieskring (dus per provincie of eiland) worden vervolgens evenredig verdeeld naar de uitkomst van de verkiezingen in die gebieden.
De overige senatoren worden benoemd door de parlementen van de verschillende autonome gemeenschappen: een per gemeenschap, met daarbij een extra zetel per miljoen inwoners. Hierdoor verandert het aantal senatoren door de tijd.
Tot nu toe zijn verkiezingen voor het
Congres van Afgevaardigden
en voor de senaat altijd gecombineerd (een uitslag die voor beide gebruikt wordt), maar in theorie is het mogelijk deze verkiezing apart te organiseren. In werkelijkheid is dit echter niet waarschijnlijk. De laatste verkiezingen vonden plaats op 9 maart 2008.