Het
Portugese Rijk
(
Portugees
:
Imperio Portugues
), ook bekend als het
Portugese Overzeese Rijk
(
Ultramar Portugues
) of het
Portugese Koloniale Rijk
(
Imperio Colonial Portugues
), bestond uit de overzeese
kolonien
,
factorijen
en de latere overzeese gebieden die door
Portugal
werden bestuurd. Het Portugese Rijk ontstond aan het begin van het
tijdperk van de grote ontdekkingen
. Het was een van de langst bestaande koloniale rijken in de Europese geschiedenis en duurde bijna zes eeuwen vanaf de
verovering van Ceuta
in Noord-Afrika in
1415
tot de overdracht van de soevereiniteit over
Macau
aan
China
in
1999
. Portugal zou op het hoogtepunt van haar macht een groot deel van de zeehandel domineren met een handelsnetwerk en koloniale bezittingen tussen
Lissabon
,
Brazilie
,
India
, de
Molukken
,
Macau
en
Japan
.
Doordat de Portugezen reeds in
15e eeuw
van start gingen met ontdekkingsreizen en veroveringen hadden ze een grote voorsprong op de andere latere Europese koloniale machten. Spanje (Castilie) kwam pas zeventig jaar later op gang en Nederland en Engeland pas 150 jaar later. Portugal en Spanje hebben al vrij snel, middels goede verdragen, de wereld onderling weten te verdelen zodat ze elkaar zelden hoefden te bevechten. Deze verdragen zijn, op uitzonderingen na, goed nageleefd. Portugal bleek vanaf de
17e eeuw
echter niet in staat om de concurrentie met andere spelers, zoals de Engelsen, Nederlanders en Fransen vol te houden en moest gestaag een groot deel van haar koloniale bezittingen afstaan.
Reeds in de
13e eeuw
was Portugal al klaar met de
Reconquista
, de verovering van het
Iberisch schiereiland
op de Moslims. Terwijl het
koninkrijk Castilie
(het latere
Spanje
) nog in oorlog was met het Islamitische
koninkrijk Granada
had Portugal de handen vrij om overzeese veroveringen te gaan doen. Koning
Hendrik de Zeevaarder
(die zelf nooit gevaren heeft) gelastte dat men in Afrika het Christendom verder moest gaan verspreiden en tegelijkertijd speelden economische motieven een belangrijke rol. Om deze reden voer men in zuidelijke richting langs de Afrikaanse kust, om deze te verkennen, handel te drijven en d.m.v. veroveringen handelsposten te stichten. Dit was mogelijk geworden door recente ontwikkelingen in
navigatie
,
cartografie
en maritieme technologie zoals de
karveel
en de
kraak
waarmee men de omstandigheden van de oceaan kon trotseren. In
1502
veroverden Portugese zeelieden de havenstad
El Jadida
aan de Afrikaanse westkust. Er zouden meer veroveringen van
Moorse
kuststeden plaatsvinden, zoals op
Essaouira
. In
1415
veroverden Portugese zeelieden de Noord-Afrikaanse havenstad Ceuta
. Deze stad vormde een belangrijk eindpunt voor de
transsaharahandel
. Na de verovering verplaatste de handel zich naar
Tanger
waardoor
Ceuta
haar waarde verloor. Pas in
1471
zou Tanger in Portugese handen vallen. In
1418
-
1419
werden de onbewoonde eilanden van
Madeira
en de
Azoren
herontdekt en later gekoloniseerd. In
1444
werd in
Lagos
(Zuid-Portugal) de eerste koloniale
Slavenmarkt
geopend.
Oorspronkelijk vond de handel tussen Europa, Azie en Oost-Afrika plaats via de
zijderoute
die uit meerdere land- en zeeroutes bestond. In
1453
werd
Constantinopel
veroverd door het
Ottomaanse Rijk
waarna de handel tussen Europa en het oosten volledig in Ottomaanse handen kwam. Zij legde hoge belastingen op de te verhandelen specerijen op. Dit leidde tot het idee dat wellicht een handelsroute per schip rondom Afrika goedkoper zou zijn. Om deze reden ging men op zoek naar een zeeroute naar de bron van de lucratieve
specerijenhandel
. Reeds in
1452
had paus
Paus Nicolaas V
in de
Dum diversas
de Portugese koning opdracht gegeven om niet katholieke volkeren te onderwerpen wat als een vrijbrief werd gezien om gebieden in te nemen. In
1460
werd
Kaapverdie
ontdekt. In
1482
bouwden de Portugezen een fort en
factorij
in
Elmina
.
Ontdekkingsreiziger
Diogo Cao
voer in datzelfde jaar tot aan de
Kongorivier
en legde contact met het
koninkrijk Kongo
. Tijdens een tweede reis in
1485
bereikte hij
Kaap Kruis
(Namibie). In
1485
werd het toen nog onbewoonde
Sao Tome en Principe
gekoloniseerd. In
1488
rondde
Bartolomeu Dias
Kaap de Goede Hoop
en bereikte de
Indische Oceaan
. Men wist toen al handig gebruik te maken van de
zeestromen
.
Kaart met de meridianen van het
verdrag van Tordesillas
en het
verdrag van Zaragoza
en de Portugese en Spaanse koloniale bezittingen in resp. blauw en rood.
In de tussentijd ontstond een wedloop met
Castilie
(het latere Spanje). In
1479
werden tussen beide landen middels het
Verdrag van Alcacovas
al afspraken gemaakt over de verdeling van koloniale bezittingen in Afrika. De Spanjaarden probeerden met de Portugezen te concurreren door een westelijke route naar India te ontdekken en in
1492
ontdekte
Christoffel Columbus
Amerika. Snel daarna kwamen Portugal en Spanje in
1494
via het
verdrag van Tordesillas
overeen om de niet-Europese wereld onderling te verdelen. Op 1.770 km ten westen van Kaapverdie werd een lijn getrokken langs de 46e
meridiaan
en alles ten westen daarvan zou Spaans bezit worden. Alles ten oosten zou aan Portugal worden toebedeeld. Oorspronkelijk had deze lijn oostelijker zullen liggen, op de 38e meridiaan op voorstel van de Paus maar op aandringen van Portugal werd de lijn halverwege Kaapverdie en de door Spanje ontdekte eilanden (
Cuba
en
Hispaniola
) gelegd. Hierdoor kwam het oostelijke deel van
Zuid-Amerika
in Portugese handen. Vrij snel ontstond het vermoeden dat Portugal hierop had aangedrongen omdat zij reeds wisten dat hier land lag en in
1500
werd
Brazilie
door
Pedro Alvares Cabral
ontdekt, ofwel door een toevallige landing of door een geheim plan van de kroon. Het zou echter nog lang duren voordat de
Koloniaal Brazilie
serieus ontgonnen zou worden. Mogelijk had men in Portugal al door dat Columbus een nieuw continent had ontdekt en niet Azie.
In
1529
zou met het
Verdrag van Zaragoza
een andere grens getrokken worden, namelijk in de
Grote Oceaan
en wederom langs een
meridiaan
, de 142e. Hiermee werd de planeet letterlijk in tweeen verdeeld tussen Portugal en Spanje. Men sprak af dat men niet in elkaars wateren zou komen en op deze manier werd een wedloop voorkomen waar andere landen mogelijk van zouden kunnen profiteren. Portugal zou enkele pogingen doen om factorijen te openen langs de
Canadese
kust omdat deze volgens hen in hun deel van de wereld lag.
De pilaar van Vasco da Gama in
Malindi
,
Kenia
.
Basiliek van
Goa
, gebouwd in de periode 1594 - 1605
Terwijl de meeste ontdekkingen over zee gedaan werden, reisde de Portugese diplomaat en ontdekkingsreiziger
Pero da Covilha
via de
Middellandse Zee
en over land naar
Aden
,
India
en
Ethiopie
. Zijn ontdekkingen zorgden ervoor dat de Portugezen goed ingelicht werden over de handelsroutes in de
Indische Oceaan
. Met deze informatie reisde
Vasco da Gama
per boot naar de Indische Oceaan. Hij legt contact met de sultan van
Malindi
en met de hulp van een paar handelaren uit de stad reist hij door naar Calicut (
Kozhikode
) in India aan de
Malabarkust
waar hij in
1498
aankwam. Een poging om handel te drijven mislukt min of meer doordat hij niet veel te ruilen heeft. Toch is de reis een succes want het toont aan dat handel over zee mogelijk is geworden.
In
1500
gaat een grote vloot onder leiding van
Pedro Alvares Cabral
op pad om de handel desnoods met geweld af te dwingen. Eerst wordt
Brazilie
ontdekt en opgeeist (zie vorig hoofdstuk). waarna verder gezeild wordt naar India om diplomatieke relaties te leggen en een factorij te openen. In Calicut openen ze inderdaad een factorij maar de Arabische handelaren in de stad liggen dwars. Gevechten breken uit en Cabral bombardeert de stad vanaf zee en vertrekt naar de stad
Kochi
. Omdat Kochi in oorlog is met Calicut kunnen ze vanuit deze stad hun handel voortzetten. In Kochi wordt een factorij opgezet en de handel gaat van start. In
1502
werd
Vasco da Gama
met een vloot naar India gestuurd voor een strafexpeditie. Hij doet eerst de Afrikaanse oostkust aan om handelsbetrekkingen aan te knopen. Hij laat een groep handelaren achter in
Malindi
die hier de oudste kapel van Zuidoost Afrika bouwden. Aangekomen in India plundert hij steden langs de Malabarkust en zet factorijen op. Ook introduceerde hij het systeem van
cartazes
wat inhield dat handel over de westelijke Indische Oceaan alleen via Portugese factorijen mocht plaatsvinden en dat de handelaren daar ook belasting voor moesten betalen. Meerdere gevechten en zeeslagen volgen die door de Portugezen worden gewonnen. Geluk speelde hierbij een rol doordat op een beslissend moment een vloot onder leiding van
Afonso de Albuquerque
net op tijd te hulp kwam.
Om haar posities veilig te stellen dicteert de koning van Portugal dat er een permanent Portugees bestuur in India moet komen en dat er een goede verdediging van de Portugese bezittingen moet worden opgebouwd. In
1505
gaat
Francisco de Almeida
op pad met een grote vloot. Hij voert verschillende aanvallen uit op de Afrikaanse oostkust, valt vijandige steden in India aan en sticht formeel de kolonie
Portugees-India
waar hij de eerste onderkoning van wordt. Hij sluit een verdrag met het
Vijayanagararijk
. Zijn zoon
Lourenco de Almeida
sticht een factorij op
Ceylon
waarmee de doorgang naar Oost-Azie voor hen geopend wordt.
Afonso de Albuquerque
en
Tristao da Cunha
doen verschillende ontdekkingen en veroveringen in de Indische Oceaan en op het
Arabisch schiereiland
. Zo veroveren ze ook het strategisch gelegen eiland
Socotra
. Er volgen nog meerdere zeeslagen en de slag bij
Diu
in
1509
was de beslissende slag. Toen de Portugezen deze gewonnen hadden was de tegenstand definitief gebroken. Later zouden toch weer grote gevechten plaatsvinden met het
Ottomaanse Rijk
en het
Mogolrijk
. Belangrijke slagen vonden plaats bij Diu in 1538 en 1545.
Portugese handelaren in
Japan
, geschilderd door
Kan? Sanraku
.
Toen de bezittingen in India veilig gesteld waren richtten de Portugezen zich op
Malakka
. Deze stad is een belangrijk handelspunt tussen Oost- en West-Azie en daarmee ook met
China
,
Japan
en de
Molukken
. Handelaar
Diogo Lopes de Sequeira
probeerde in
1509
een handelsverdrag te sluiten met de sultan van Malakka maar werd bijna vermoord. De informatie van Sequeira bleek echter waardevol en in
1511
weet Albuquerque de stad in te nemen. Het fort dat hij er meteen liet bouwen zou echter nog jarenlang, meerdere malen aangevallen worden. De samenwerking met de Chinese gemeenschap verliep wel goed. Chinese handelaren hadden veel te winnen met de samenwerking met de Portugezen en Portugese handelaren voeren mee op schepen naar de
Parelrivierdelta
. Handelsbetrekkingen werden aangeknoopt met de
Ming-dynastie
en met de sultans op de Molukken, de
Banda-eilanden
en andere eilanden waar de specerijen werden verbouwd. Vanaf
1557
werd
Portugees-Macau
bij de monding van de Parelrivierdelta gekocht van China als handelshaven. In
1571
werd een handelspost in het Japanse
Nagasaki
geopend. Zo ontstond een uitgebreid netwerk van Portugese handelsroutes.
De inname van Kochi door de
VOC
Toen koning
Filips II van Spanje
(Filips I van Portugal) in
1580
de
Portugese kroon greep
, begon er een 60-jarige
unie
tussen Spanje en Portugal die in de latere
geschiedschrijving
bekend staat als de
Iberische Unie
. De rijken bleven gescheiden bestuurd worden. Omdat de koning van Spanje ook koning van Portugal was, werden de Portugese kolonien aangevallen door drie rivaliserende Europese mogendheden die Spanje vijandig gezind waren: de
Nederlandse Republiek
,
Engeland
en
Frankrijk
. Met Nederland vocht het de
Nederlands-Portugese Oorlog
uit waarbij vele zeeslagen volgden. Met zijn kleinere bevolking was Portugal niet in staat om zijn overbelaste netwerk van handelsposten effectief te verdedigen en het rijk begon aan een lange en geleidelijke neergang.
De Nederlandse
Vereenigde Oostindische Compagnie
werd een geduchte concurrent en deze nam bezit van de Molukken en
Ceylon
. Portugal wist alleen
Portugees-Timor
te behouden maar kon geen grote rol meer spelen in deze regio. Ook de handel met Japan werd door de Nederlanders overgenomen. Na verloop van tijd moesten de Portugezen het overgrote deel van hun bezittingen in India afstaan aan het
Britse Rijk
en genoegen nemen met
Goa
en enkele kleine enclaves. Ook zouden ze aangevallen worden door de Fransen en de Nederlandse
West-Indische Compagnie
in Brazilie. De personele unie zou in
1640
beeindigd worden. Portugal behield haar overgebleven koloniale bezittingen met uitzondering van
Ceuta
dat ervoor koos zich bij Spanje te voegen.
Kapiteinschappen in
Brazilie
in
1586
, door
Luis Teixeira
In het begin toonden de Portugezen niet veel interesse in Zuid-Amerika. In
1500
werd een eerste handelspost geopend maar het bleek dat er niet veel te handelen viel. Het gebied werd destijds bewoond door de
Tupi
. De eerste poging om tot kolonisatie vond plaats vanaf
1534
en Brazilie, dat vernoemd werd naar de
Brazielboom
, werd verdeeld in vijftien
kapiteinschappen
. Deze werden bestuurd door private
adellijke
eigenaren. Op die manier bespaarde de Portugese kroon op de kosten. Deze kapiteinschappen werden geen succes, op die in
Pernambuco
en
Sao Vicente
na. In
1549
werd een nieuwe poging gedaan en werd een centraal bestuur geinstalleerd in de nieuw gestichte hoofdstad
Salvador
. Ook vestigden zich hier
Jezuieten
om de Tupi te bekeren. Vrij snel hierna werden reeds
Franse
pogingen gedaan om gebieden in te nemen. In
1555
stichtten ze een handelspost in het zuiden, waar ze snel daarna werden verdreven. De Portugezen stichtten hier vervolgens de stad
Rio de Janeiro
. In
1612
deden de Fransen een tweede poging. Ook de Nederlandse
West-Indische Compagnie
deed meerdere pogingen.
Uiteindelijk werd Brazilie de meest waardevolle Portugese kolonie. In
1690
werd in de binnenlanden, in de buurt van
Ouro Preto
,
goud
en later
diamanten
ontdekt. Toen de Portugezen de binnenlanden dieper introkken en in de gebieden ten westen van de 42e meridiaan kwamen en dus formeel van Spaanse waren, werd in
1750
het
Verdrag van Madrid
getekend waarmee het binnenland van Zuid-Amerika in Portugese handen kwam. In
1790
kwam een nieuwe
goudkoorts
op gang. Ditmaal ver in het westen van het land. Veel Portugezen trokken naar Brazilie en uiteindelijk zouden er net zoveel Portugezen in Brazilie wonen als in Portugal.
Toen
Napoleon Bonaparte
in
1807
Portugal binnenviel, besloot de toenmalig prins-regent
Johan VI van Portugal
in
1808
het koninklijk hof naar Brazilie te verhuizen. Een paar dagen voordat Napoleon Lissabon inneemt verlaten ze de stad en weten zo uit handen van het Franse leger te blijven. Het koninklijke hof vestigt zich in
Rio de Janeiro
. In
1816
keert koning Johan VI terug naar Lissabon en laat zijn zoon Pedro achter als bestuurder die in
1822
Brazilie
onafhankelijk verklaart. Pedro liftte hiermee mee op de
golf van onafhankelijkheidsbewegingen
die Amerika in het begin van de 19e eeuw overspoelde. Hij roept zichzelf uit tot keizer
Peter I van Brazilie
.
De Roze Landkaart met de Portugese aanspraken op de gebieden tussen
Angola
en
Mozambique
Rond
1880
kwam de
wedloop om Afrika
op gang. De grote Europese mogendheden streden om elk hun deel van dit continent in handen te krijgen. De Portugese bezittingen waren toen al aanzienlijk gereduceerd. Portugal had een aantal forten en plantages langs de Afrikaanse kust. Portugal zette in op een gebied dat bekend zou worden als de
Roze Landkaart
. Het was de bedoeling dat Portugal een strook land zou claimen van de kust van het latere
Angola
tot aan
Mozambique
, inclusief
Zimbabwe
en delen van
Zambia
en
Malawi
. Dit ging in tegen het belang van het
Britse Rijk
om een ononderbroken strook te bezitten van
Egypte
tot aan
Zuid-Afrika
. Met het
Brits ultimatum van 1890
werd Portugal onder druk gezet om zich uit de binnenlanden terug te trekken en Portugal was niet sterk genoeg om deze eis te weerstaan.
Onder
Antonio de Oliveira Salazar
(in functie 1932-1968) deed de dictatuur van het
Estado Novo regime
enkele noodlottige pogingen om vast te houden aan haar laatst overgebleven kolonien. Het Portugese Rijk was toen nog maar een schim van wat het ooit was. Onder de ideologie van pluricontinentalisme hernoemde het regime zijn kolonien tot "overzeese provincies" en behield het systeem van dwangarbeid, waarvan normaal gesproken alleen een kleine inheemse elite was vrijgesteld. In augustus 1961 annexeerden de
Dahomey
het
Fort van Sao Joao Baptista de Ajuda
en in december van dat jaar annexeerde India
Goa, Daman en Diu
. De
Portugese koloniale oorlog
in Afrika duurde van 1961 tot de uiteindelijke omverwerping van de dictatuur tijdens de
Anjerrevolutie
van april 1974. Dit leidde tot de overhaaste
dekolonisatie van Portugees Afrika
en de annexatie van Portugees Timor door Indonesie in 1975. Deze dekolonisatie leidde tot de uittocht van bijna alle Portugese kolonisten en van veel mensen van gemengd ras uit de kolonien. De enige overzeese bezittingen die onder Portugees bestuur bleven, de
Azoren
en
Madeira
, hadden beide een overwegend Portugese bevolking en Lissabon veranderde hun grondwettelijke status van "overzeese provincies" in "autonome regio's". Portugal droeg
Macau
in
1999
over aan de
Volksrepubliek China
.
Portugees straatmozaiek
in
Macau
Een belangrijke nalatenschap is dat het
Portugees
een wereldtaal is geworden met zo'n
200 miljoen mensen die het als hun moedertaal spreken
. Ook zijn er verschilende
creoolse talen
die op het Portugees gebaseerd zijn. De
Gemeenschap van Portugeessprekende Landen
(CPLP) is de culturele opvolger van het koloniale rijk, analoog aan het
Gemenebest van Naties
voor landen die vroeger deel uitmaakten van het
Britse Rijk
. In de voormalige kolonien zijn de nodige voorbeelden van Portugese koloniale architectuur te vinden, zoals kerken en forten maar ook landhuizen en paleizen. Ook zijn er de nodige forten te vinden die slechts als handelspost dienden maar nooit als kolonie. Een deel van deze gebouwen staat op de
Werelderfgoedlijst
zoals de kerken van
Oud Goa
,
Ilha de Mocambique
,
Elmina
en het
historisch centrum van Macau
. Portugese architectuur is verder terug te vinden in de
Sino-Portugese bouwstijl
in
Zuidoost-Azie
en in de vele binnensteden in
Brazilie
.
In een aantal Europese talen wordt een
sinaasappel
een
portokall
genoemd omdat deze vrucht oorspronkelijk via Portugal verhandeld werd. De
Portugese keuken
heeft haar invloed verspreid over de kolonien. Tegelijkertijd hebben de keukens van de kolonien ook invloed op elkaar en op Portugal gehad.
Feijoada
Moqueca
zijn gerechten uit de
Braziliaanse keuken
met een Afrikaanse oorsprong. Op veel plaatsen die in Portugese handen zijn geweest is
Portugees straatmozaiek
te vinden.
Pastel de nata
is een Portugees gebakje dat zelfs in Macau gegeten wordt.
Bronnen, noten en/of referenties