De
Ostrogoten
(
Ostragoten, Oostgoten
) vormden samen met de
Visigoten
de twee hoofdgroepen waarin de
(Oost-)Germaanse
stam der
Goten
zich splitste. Volgens de klassieke geschiedschrijvers werd vanaf circa 270 onderscheid gemaakt tussen de twee Gotische stammen. De Ostrogoten werden ook wel
Oostgoten
genoemd ter onderscheiding van de
Visigoten
of
Westgoten
. Deze benaming is echter omstreden. Vermoedelijk zijn de benamingen ontstaan op basis van de verschillende gebieden waarin de Goten zich hadden gevestigd.
In
Oekraine
bouwden zij onder
Achiulf
en
Ermanarik
een rijke cultuur op, maar werden door de
Hunnen
omstreeks
375
verdreven. Het vroege Ostrogotisch rijk viel uiteen. Een deel van het volk onderwierp zich aan de Hunnen, er was een groep die een toevlucht zocht in de Krim en een gedeelte trok in de richting van de
Dnjepr
en later in de richting van de Donau. Deze laatste groep stond onder leiding van
Alatheus
en
Safrax
.
De Ostrogoten onder leiding van Alatheus en Safrax wilden zich in het Romeinse Rijk vestigen, maar kregen daarvoor geen toestemming. De Romeinen hadden op dat moment te maken met een opstand van de
Visigoten
, een volk dat evenals de Ostrogoten op drift was geraakt voor de Hunnen en dat wel toestemming had gekregen voor vestiging. De Ostrogoten trokken zich evenwel niets van het verbod aan en staken de
Donau
-grens over, waarbij ze weinig tegenstand ondervonden van de Romeinen. Ze sloten zich aan bij de opstandige Visigoten. In 378 versloegen Visigoten en Ostrogoten gezamenlijk het Romeinse leger van keizer Valens bij
Adrianopel
. In de vredesbesprekingen die daarna plaatsvonden kregen Alatheus en Safrax een deel van
Pannonie
toegewezen als vestigingsgebied.
Een andere groep Ostrogoten onder leiding van
Odotheus
werd in 386 toegelaten in het Romeinse Rijk. Het contact verliep niet vreedzaam. In Thracie werd Odotheus vermoord en zijn volk werd gedwongen zich in
Anatolie
te vestigen. In 399 kwamen zij in opstand onder leiding van
Fribigild
. Deze opstand werd neergeslagen, Fribigild sneuvelde in de strijd tegen de Romeinen.
De Ostrogoten die in Pannonie verbleven, verlieten dit gebied omstreeks 400 en zwierven sindsdien ten noorden van de Donau en ten oosten van de Rijn. Ze werden geleid door
Radegast
. Deze verzamelde samen met andere leiders een leger van Ostrogoten en andere Germaanse stammen. In 405 trok dit Germaanse leger naar het zuiden en deed een grote inval in Noord-Italie. Geruime tijd kon dit leger ongestoord zijn gang gaan, maar begin 406 werd het ingesloten door de Romeinen en bij de
Florence
vernietigd. De overwonnen Ostrogoten sloegen op de vlucht en sloten zich daarop aan bij de Hunnen.
Bijna een halve eeuw waren de Ostrogoten vazallen van de Hunnen en vochten als bondgenoten mee in verschillende oorlogen. In de belangrijke
Slag op de Catalaunische Velden
vochten de Ostrogoten aan de zijde van de Hunnen tegen het Romeinse Rijk.
Na de dood van
Attila de Hun
besloten de drie belangrijkste Ostrogotische vorsten,
Valamir
,
Thiudimir
en
Vidimir
zich te ontdoen van de heerschappij van de Hunnen en kwamen in opstand. Samen met de Gepiden, Rugiers en Skiren versloegen ze de Hunnen in 454 bij de
Slag aan de Nadao
in Pannonie. De Hunnen vertrokken hierna in oostelijke richting.
Door deze overwinning hadden de Ostrogoten hun vrijheid herwonnen. Van het Oost-Romeinse Rijk kregen ze toestemming om zich te vestigen in
Pannonie
in ruil voor een bondgenootschap. De Ostrogoten kregen de taak om het lange grensgebied langs de rivier de
Sava
te beschermen tegen aanvallen vanuit het noorden, een taak die vanaf de jaren 456-457 leidde tot de opkomst van een vrijwel onafhankelijk Ostrogotisch rijk in dat deel van Pannonie.
Gedurende de periode dat de Ostrogoten als bondgenoten in Pannonie verbleven, waren er voortdurend schermutselingen met andere Germaanse volken als de
Skiren
, Herulen en Gepiden. Tegelijkertijd arriveerden nieuwe groepen (Avaren, Slaven en Bulgaren) op de Balkan en begonnen het gebied ten oosten van de Donau te infiltreren. Pas omstreeks 469 lukte het de Ostrogoten tijdens de
Slag aan de Bolia
om een einde te maken aan de vijandelijkheden. De Skiren en Herulen trokken naar Italie, waar zij als huurlingen werden opgenomen in het West-Romeinse leger. Het door de oorlog uitgemergelde land was evenwel niet langer in staat om de Ostrogoten te onderhouden. Onder leiding van Thiudimir verliet in 471 een deel van de Ostrogoten Pannonie. Zij bezetten Naissus (
Ni?
) en maakte zich meester van Neder-
Moesie
. Een andere groep Ostrogoten onder leiding van Vidimir vertrok in 473 naar Italie. De West-Romeinse keizer
Glycerius
wist Vidimir ertoe te bewegen naar Gallie te trekken naar hun stamverwanten de Visigoten.
Vanaf deze periode maakten de Ostrogoten het
Oost-Romeinse rijk
weer onveilig. Om de aandacht van de Ostrogoten af te leiden, bedacht keizer
Zeno van Byzantium
een afleidingsmanoeuvre: hij gaf opdracht aan
Theodorik
om het Byzantijnse gezag in het
West-Romeinse Rijk
opnieuw te herstellen. Deze versloeg
Odoaker
en werd er de nieuwe machthebber.
Het eens zo machtige
Romeinse Rijk
was uiteengevallen in twee delen. In het oosten was het Oost-Romeinse Rijk, heden beter bekend als
Byzantium
, zelfstandig geworden, in het westen was het West-Romeinse Rijk overspoeld door Germaanse stammen.
Theodorik de Grote
, de koning van de Ostrogoten, had
Italie
veroverd en
Ravenna
tot hoofdstad van zijn rijk gemaakt. Bij zijn dood in 526 liet Theodorik geen mannelijke nakomelingen na; een van zijn dochters,
Amalasuntha
of Mathaswintha, zou zijn troon moeten bestijgen. De kroonraad koos Amalaswintha tot koningin. Inmiddels reisde
Cethegus
, de leider van de Romeinse adel, naar Byzantium om keizer
Justinianus
te verzoeken de geniale veldheer Narses tot een veldtocht tegen de Ostrogoten over te halen.
Justinianus wenste een godsdiensteenheid in zijn rijk. Aangezien de Ostrogoten het
arianisme
aanhingen, moesten ze uit de weg geruimd worden.
De keizer zond echter generaal
Belisarios
(ook wel Belisarius genoemd) met een Byzantijns leger naar Ravenna. Deze Belisarios had al eerder de
Vandaalse
koning
Gelimer
gevangengenomen in Noord-Afrika. Intussen hadden de Ostrogoten in Italie echter het leger gemobiliseerd en Belisarios werd teruggeworpen. Na de overwinning op Belisarios - die niet definitief verslagen was maar zich slechts teruggetrokken had - kwam het in de kroonraad van de Ostrogoten, tot bloedige intriges. Spoedig werd
Theodahad
tot nieuwe koning gekozen. Niet alleen uit liefde voor Julia, de dochter van de Romeinse tiran Cethegus,
maar ook uit politieke overwegingen zocht Theodahad een compromis met Byzantium. Theodahad dwong Cethegus naar Byzantium te vluchten. In de kroonraad te Ravenna kwam het echter opnieuw tot intriges, men was het onder andere niet eens met de houding van Theodahad jegens de Romeinen en weldra werd hij weer afgezet en opgevolgd door
Witiges
.
Belisarios maakte handig gebruik van deze Ostrogotische verdeeldheid en wist Napels en Rome te veroveren. De in paniek geraakte Ostrogoten boden hem zelfs de troon van hun koninkrijk maar de onkreukbare Belisarios weigerde om zijn keizer te verraden. Voor hij echter definitief de Ostrogoten kon verslaan, werd hij teruggeroepen naar Constantinopel. Justinianus was het voorstel van de Ostrogoten aan Belisarios ter ore gekomen en vertrouwde hem niet meer.
In 541 werd
Totila
gekroond tot koning. Hij was een begaafd veldheer, die uiteindelijk heel het noorden van Italie heroverde en de Byzantijnen zelfs verdreef uit Rome. De herovering van Rome stelde hem in staat om de politieke controle over de stad te verwerven, wat hij voor een deel bereikte door Romeinse senatoren terecht te stellen. Vele senatoren vluchtten naar Constantinopel.
Totila sneuvelde in 552 in de
Slag bij Taginae
tegen de Byzantijnse generaal
Narses
. Deze bracht de Ostrogoten onder leiding van de laatste koning
Teia
, een definitieve nederlaag toe in de
Slag bij Mons Lactarius
(553). Het Ostrogotische Rijk werd bij het Byzantijnse Rijk gevoegd en de overlevende Ostrogoten verlieten het Romeinse schiereiland. Ze vestigden zich in de Oostenrijkse Alpen, waar ze opgingen in de plaatselijke
Bajuwaren
. Italie was inmiddels grotendeels verwoest en van de Romeinse bestuurlijke en culturele erfenis, die onder de Ostrogoten grotendeels bewaard was gebleven, was niet veel meer over. Volgens de meeste deskundigen was hiermee de klassieke oudheid voor Italie definitief geeindigd en waren de
middeleeuwen
begonnen.
Koningen en vorsten van de Ostrogoten