Onno Ruding
|
|
Ruding (1985)
|
Algemeen
|
Volledige naam
|
Herman Onno Christiaan Rudolf Ruding
|
Geboren
|
15 augustus 1939
|
Partij
|
KVP
(1967-1980)
CDA
(1980-heden)
|
Titulatuur
|
dr.
|
Functies
|
1982-1989
|
Minister van Financien
|
1986
|
Lid
Tweede Kamer
|
|
Herman Onno Christiaan Rudolf Ruding
(
Breda
,
15 augustus
1939
) is een
Nederlands
voormalig
politicus
namens het
CDA
en voormalig
bankier
.
Ruding, zoon van een chirurg, ging na het gymnasium aan het
Onze Lieve Vrouwelyceum
economie studeren aan de Nederlandse Economische Hogeschool Rotterdam, de latere
Erasmus Universiteit
, waar hij in 1964 zijn
doctoraalexamen
haalde. Jaargenoten waren onder anderen de latere ministers
Neelie Kroes
,
Ruud Lubbers
en
Jan Pronk
.
Tijdens zijn studententijd was Ruding lid - en ook een jaar Rector - van het
Rotterdamsch Studenten Corps
.
Na zijn militaire dienstplicht (1964-1965) ging hij in 1965 werken op het ministerie van Financien, waar hij in korte tijd opklom tot hoofd van de afdeling Internationale Monetaire Zaken. Hij
promoveerde
in 1969
cum laude
op het
proefschrift
'Naar een geintegreerde Europese kapitaalmarkt?'. In 1971 stapte hij over naar de
AMRO Bank
. Van 1977 tot en met 1980 was hij executive director van het
Internationale Monetaire Fonds
(IMF) in Washington. In 1981 keerde hij terug naar de AMRO Bank om lid van de raad van bestuur te worden. Nadat hij minister was geweest in de kabinetten Lubbers I en Lubbers II, werd hij topman bij de Citibank (onderdeel van de
Citigroup
.)
Ruding werd in 1967 lid van de
Katholieke Volkspartij
.
Ruding werd in
Nederland
het bekendst als
minister van Financien
namens het
Christen-Democratisch Appel
(CDA). Ruding mocht Nederland weer economisch gezond maken wat hem het imago opleverde van een emotieloze rekenaar. In 1982 vormde Lubbers zijn eerste kabinet, een coalitie van CDA en VVD; het derde nieuwe kabinet in twee jaar. In 1985 voerde hij een nieuw comptabel bestel in bij de rijksoverheid, waardoor het beheer van en het toezicht op de uitgaven door de afzonderlijke ministeries werd vergroot. Ministeries werden primair zelf verantwoordelijk voor het opvangen van overschrijdingen van de begrotingen. Op ieder ministerie kwam een eigen accountantsdienst. Ruding vervulde deze functie van 1982 tot 1989, in de kabinetten
Lubbers I
en
Lubbers II
. Zijn bekendste uitspraak als minister van Financien is dat werklozen liever dicht in de buurt van tante Truus blijven wonen dan te verhuizen, dat kernachtig de grond aangeeft voor het sindsdien gevoerde beleid van het terugtrekken van publieke voorzieningen uit den lande, om deze te concentreren in de steden, waar immers de werkgelegenheid is.
In 1986 was hij door de top van het CDA voorbestemd om minister van Buitenlandse Zaken te worden.
Hans van den Broek
zou dan minister van Justitie worden. Toen Van den Broek daarvoor bedankte ging dat echter niet door.
Daartussen was hij van 3 juni 1986 tot 14 juli 1986 lid van de nieuw gekozen
Tweede Kamer
.
Bij de
Tweede Kamerverkiezingen van 2012
sprak Ruding openlijk zijn steun uit voor CDA-kandidaat
Pieter Omtzigt
, die op een onverkiesbare 39e plek stond.
[1]
In 2020 publiceerde Ruding zijn memoires in een boek getiteld
Balans: het ging om meer dan geld alleen
.
De stiefmoeder van CDA-Tweede Kamerlid
Joep de Boer
was zijn tante.
Commandeur in de
Orde van Oranje-Nassau
(20 november 1989)
Bronnen, noten en/of referenties
|