Nationaal Park Dwingelderveld
is een
nationaal park
in de
Nederlandse
provincie
Drenthe
globaal gelegen in de driehoek
Dwingeloo
,
Ruinen
en
Beilen
. Het is ongeveer 37 km² groot.
Dit
natuurgebied
in
Drenthe
wordt gezamenlijk beheerd door
Staatsbosbeheer
,
Natuurmonumenten
en particulieren (o.a.
Scouting Nederland
). Het Dwingelderveld is het grootste natte
heidegebied
in West-Europa. Het Dwingelderveld is aangewezen als een
Natura 2000
-gebied.
Het zijn de hoogteverschillen die het Dwingelderveld gevormd hebben: natte slenken en droge zandruggen wisselen elkaar af. Veel van de uitgestrekte laagten hebben een enigszins venig karakter. Deze afwisseling laat zich aflezen aan de planten en dieren die er voorkomen:
adders
op het zand,
zonnedauw
waar het vochtig is.
De heide zou zonder
beheer
overwoekerd raken door bomen en struiken en vervolgens volledig in een bos veranderen. Naast twee
schaapskudden
worden er ook
grote grazers
ingezet, met name
koeien
en
Schotse hooglanders
. Koeien op de heide waren op veel plaatsen even gewoon als schaapskudden. Daarnaast heeft Staatsbosbeheer een apparaat ontwikkeld waarmee heide machinaal kan worden geplagd. Deze machine zorgt ervoor dat zeldzame planten zich kunnen blijven ontwikkelen en niet volledig overwoekerd raken door de heide en grassoorten.
In het noordoosten van het Nationaal Park, aan de Spieregerweg, heeft Staatsbosbeheer een grote oppervlakte aan naaldbos gekapt om het plaats te laten maken voor heide. Daardoor werd een groot aantal kleinere, bestaande heideveldjes met vennetjes aan elkaar verbonden tot een nieuw, langgerekt en uitgestrekt heideveld van enkele honderden hectare.
In het noorden, nabij
Lheebroek
, ligt rondom het
Lheebroekerzand
een van de grootste
jeneverbesstruwelen
van Nederland
Over het Lheebroekerzand loopt een wandelroute van Staatsbosbeheer.
Bijzonder aan de Dwingeloose heide is onder andere het grote aantal
vennen
: ruim veertig. Veel daarvan, de zogenaamde
pingo
-ruines, zijn ontstaan als overblijfselen van ijslenzen uit de
ijstijd
. Deze zijn te herkennen door hun opvallend ronde vorm. Andere zijn ontstaan als door de mens uitgeveende laagten, nog weer andere als door de wind uitgeblazen laagten. Heel groot zijn de
Davidsplassen
. Rond de vennetjes groeien planten als
veenpluis
en
waterdrieblad
.
Lees verder het algemene artikel over
vennen
.
Dit grote heidecultuurlandschap biedt plaats aan een gevarieerde hoogveen vegetatie. In totaal komen vier heidesoorten voor:
struikheide
(Calluna vulgaris),
dopheide
(Erica tetralix),
kraaiheide
(Empetrum nigrum) en
lavendelheide
(Andromeda polifolia).
In de natte stukken staan dopheide, zonnedauw,
veenpluis
(Eriophorum vaginatum) en
klokjesgentiaan
(Gentiana pneumonanthe). In de drogere gebieden staan struikheide, kraaiheide en
muizenoor
. Er komen zes soorten
orchideeen
voor. Enkele ervan, zoals de
brede wespenorchis
, komen algemeen voor.
Op het Dwingelderveld groeien op sommige plaatsen, zoals in het Lheebroekerzand, honderden
jeneverbesstruiken
. Deze kwamen vooral terug nadat de schapen de hei een poos met rust lieten.
Het is de laatste plek in Nederland waar de zeldzame veenvlinders (
veenbesblauwtje
,
veenbesparelmoervlinder
, en
veenhooibeestje
)
nog voorkomen.
[1]
Bij de beheerders ligt de opdracht om de natuur zo oorspronkelijk mogelijk te maken.
Om al deze (zeldzame) planten en dieren een kans te geven om zich te blijven ontwikkelen, worden er daarom regelmatig stukken heide geplagd. Een andere beheersmaatregel is het kappen van opgroeiende grove dennen die de heideplanten dreigen te verdringen.
In het Dwingelderveld komen drie
slangensoorten
voor, te weten de
adder
, de
gladde slang
en de
ringslang
. Dit zijn tevens de enige drie slangensoorten die voorkomen in Nederland. Het gebied is door een bijzondere vegetatie bijzonder rijk aan
vlinders
: zeldzame soorten als het
gentiaanblauwtje
en drie soorten zogenaamde veenvlinders, waaronder het
veenbesblauwtje
, komen in het gebied nog voor.
Ook leeft er een populatie van ongeveer 400
reeen
.
Het Dwingelderveld staat internationaal bekend als het belangrijkste natte heidegebied in West-Europa. Doordat er bij ontginningswerkzaamheden voor de landbouw sloten gegraven werden, vond er
verdroging
plaats. Nu dit
natuurgebied
een nationaal park is, worden sloten en greppels die niet nodig zijn gedicht en wordt veel
naaldhout
gekapt. Het probleem van verdroging wordt voornamelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van de landbouwenclave Noordenveld.
Aangezien verdrogingsbestrijding voor de natuur landbouwgrond voor de boer minder bruikbaar zou maken, is de enige oplossing het volledig uitkopen van de landbouw uit het circa 300 ha grote Noordenveld. De aankopen van grond in het Noordenveld zijn eind 2007 gerealiseerd. In 2010 stelden
Gedeputeerde Staten
van Drenthe een Inrichtingsplan vast voor het gebied. De werkzaamheden worden uitgevoerd in twee fasen: eerst de fosfaatrijke bovengrond verwijderen (gemiddeld 35 cm) en vervolgens de diepe sloten dempen. Deze werkzaamheden zijn gestart in januari 2011.
[2]
Buiten
Ruinen
dicht bij de
Dwingeloosche Heide
is het
bezoekerscentrum Dwingelderveld
van
Natuurmonumenten
, met veel informatie over de plaatselijke natuur.
In en rondom het Nationaal Park zijn diverse recreatiebedrijven. Deze bestaan voornamelijk uit campings, hotels, restaurants, groepsaccommodaties en dagrecreatiecentra. Aan de noordkant nabij
Lheebroek
en nabij
Lhee
liggen diverse campings. In de dorpen
Dwingeloo
en
Ruinen
die aan het gebied grenzen, zijn diverse restaurants en hotels. Verder was er in het gebied het
Planetron
waar allerlei informatie kon worden opgedaan over sterrenkunde. Ook zijn er in de nabijheid van het park een
openluchtzwembad
en een huifkarverhuur.
Aan de
Benderse
te Ruinen is de Ruiner
schaapskooi
met de
schaapskudde
gevestigd. Deze kooi is eigendom van stichting Het Drentse Heideschaap. Dagelijks gaat een kudde
Drentse heideschapen
met de
schaapherder
naar de heide. Aan de andere kant bij Lhee ligt aan
Achter 't Zaand
de schaapskooi van Natuurmonumenten. Ook van hieruit trekt de herder met de kudde Drentse Heideschapen regelmatig over de heide.
Alhoewel het gebied de schijn heeft van ongerepte natuur, heeft de mens wel degelijk invloed gehad. Zo zijn met name op luchtfoto's vele oude karrensporen te zien. Deze zijn een onderdeel van een oude route vanuit
Noord-Duitsland
richting
Kampen
. Soms zijn er wel tien naast elkaar zichtbaar. Als een karrenspoor te ver uitgesleten was en er daardoor te veel water in bleef staan, zocht men een nieuwe route.
-
Dwingelderveld met jeneverbessen
-
Het
Zandveen
in het Dwingelderveld
-
Het
Smitsveen
in het Dwingelderveld
-
Nabij het
Moordenaarsveen
in het Dwingelderveld; hier zou ooit een Spaanse soldaat zijn vermoord
-
Kraloer heide
(Dwingelderveld)
-
koelevaartsveen in het Dwingelderveld
-
panorama op het Dwingelderveld
-
panorama op het Dwingelderveld
Overzicht van de 168
Natura 2000
-gebieden in Nederland