Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
đorđe Petrovi?
, beter bekend als
Karađorđe
(
Servisch
: Кара?ор?е;
Turks
: Karacorc,
Nederlands
:
Zwarte Joris
), (
Vi?evci
(
Ra?a
),
14 september
1752
?
Radovanje
,
24 juli
1817
), was de leider van de
Eerste Servische Opstand
en stamvader van het
huis Karađorđevi?
.
In
1787
vluchtte đorđe naar
Oostenrijk
, omdat hij een Turk vermoord had. Daar nam hij dienst in het leger tijdens de
Oostenrijks-Turkse Oorlog
van 1788-1791. Na zijn terugkeer in
Servie
vestigde hij zich te
Topola
en werd veehouder.
Nadat
sultan
Mustafa IV
in eerste instantie de Serviers een grotere zelfstandigheid had gegeven, trokken de
janitsaren
later steeds meer macht naar zich toe, wat in
1804
leidde tot de Eerste Servische Opstand. Karađorđe stelde zich aan het hoofd van de opstandelingen.
De vrijheidsoorlog die volgde werd gesteund door
Rusland
. Daardoor werden door de Serviers grote successen geboekt en in
1807
werd
Belgrado
bevrijd. In
1808
werd Karađorđe door de
volksvergadering
van Servie uitgeroepen tot erfelijk
hospodar
. In
1812
, onder dreiging van
Napoleon
, werden de Russen gedwongen de
Vrede van Boekarest
te tekenen, waarbij Servie de verworven
autonomie
zou behouden.
In
1813
viel Turkije Servie weer binnen, gebruikmakend van de wetenschap dat Rusland dit keer niet te hulp kon schieten vanwege de vrede met Turkije. Karađorđe zag zich gedwongen het land te ontvluchten en vestigde zich in Rusland. Hier kwam hij in contact met de
Filiki Eteria
, een geheim
Grieks
genootschap
dat zich ten doel stelde alle
christelijke
gebieden op de
Balkan
te bevrijden van de Turken.
Naar aanleiding van de nieuwe Turkse inval in Servie brak in april
1815
de
Tweede Servische Opstand
uit. Aan het hoofd van de Servische troepen stond
Milo? Obrenovi?
. In december van dat jaar werd hij door
Mahmut II
als vorst van Servie erkend met beperkte autonomie.
In
1817
keerde Karađorđe met hulp van de Filiki Eteria en een vals
paspoort
terug naar Servie. Hierop werd hij vermoord door aanhangers van Milo? Obrenovi?. Mede hierdoor begon een strijd tussen de families Karađorđevic en Obrenovic die nog ruim een eeuw zouden duren: eerst over de Servische, later over de
Joegoslavische
troon.