Flavius Petrus Sabbatius Iustinianus
(
Tauresium
,
482
[1]
/
483
-
Constantinopel
,
14 november
565
), bekend als
Justinianus I de Grote
(
Grieks
: Φλ?βιο? Π?τρο? Σαββ?τιο? Ιουστινιαν??,
Ioustinianos
; Nederlands, verouderd:
Justiniaan
), was
Romeins keizer
van
1 augustus
527
tot
13 november
565
.
Hij staat bekend vanwege de poging tot het herstellen van de eenheid in het
Romeinse Rijk
(na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 beter bekend als het
Byzantijnse Rijk
), maar daar slaagde hij niet blijvend in. Zijn regering wordt daarom als het einde van de klassieke oudheid beschouwd. Over zijn leven en werken zijn we voornamelijk ingelicht door de geschiedschrijver
Procopius
.
Justinianus werd in
482
of
483
geboren als Petrus Sabbatius in het plaatsje
Tauresium
in de buurt van het tegenwoordige
Skopje
, een streek met een
Thracisch
-
Romeinse
cultuur. Justinianus' moedertaal was vrijwel zeker
Thracisch
, hoewel hij waarschijnlijk al vanaf jonge leeftijd tweetalig was in het
Latijn
.
[1]
Zijn oom
Justinus
, die keizer was van
518
tot
527
, was afkomstig uit dezelfde streek. Petrus Sabbatius werd door zijn oom geadopteerd en bij die gelegenheid nam hij de naam Justinianus aan.
Justinianus kwam naar
Constantinopel
, waar hij via zijn oom degelijk onderwijs kreeg. In de hoofdstad maakte Justinianus een versnelde carriere door. In
520
werd hij hoofd van de paleiswacht en in
521
volgde een
consulaat
. Toen
Justinus
op
1 augustus
527
stierf, volgde Justinianus hem op, aangezien hij voor die tijd al een deel van de regeringstaken op zich had genomen.
Justinianus kon steunen op een aantal hoge ambtenaren en generaals, zoals
Belisarius
en later
Narses
(opperbevelhebbers),
Johannes de Cappadocier
(financien) en
Tribonianus
(justitie).
Zijn regering wordt gekenmerkt door de
Codex Justinianus
van
529
, een samenvatting en compilatie van het
Romeins recht
, gebaseerd op de
Codex Theodosianus
van de Oost-Romeinse keizer Theodosius II (437). Justinianus' Codex, dat deel uitmaakt van zijn
Corpus Iuris Civilis
, vormt een mijlpaal in de geschiedenis van de
wetgeving
.
In
532
brak er het
Nika-oproer
uit, genoemd naar de strijdkreet van de oproerkraaiers,
Nika!
("Overwin!"). De rel ontstond door ongeregeldheden tijdens het
wagenrennen
, in het grote
stadion
van Constantinopel. Dat was sinds Romes gloriedagen immens populair. Toen
Constantinopel
(oorspronkelijk Byzantium genoemd) de hoofdstad van het Romeinse Rijk werd, verhuisden de wagenteams van Rome mee naar de nieuwe hoofdstad. Oorspronkelijk waren er vier teams, maar de populairste twee bleven over: de
Groenen
en de
Blauwen
genoemd, naar de kleuren die de wagenmenners droegen in het stadion. Deze kleuren werden ook gebruikt voor de aanhangers van respectievelijk de
monofysieten
(die stelden dat Christus alleen een Goddelijke natuur had) en die van het concilie van
Chalcedon
(dat uitging van een ondeelbare dubbele natuur van God en Mens).
[2]
Alle burgers en zelfs de keizer werden geacht om een voorkeur voor een van beide teams uit te spreken. Zo ontstonden er grote 'supportersgroepen', wier rivaliteit zo groot was dat de strijd vaak na de rennen werd voortgezet in de straten van de stad, met alle gewelddadige gevolgen van dien.
De twee groepen hadden in de loop der eeuwen ook een politieke dimensie gekregen, waardoor de tegenstellingen tussen de teams stegen. Justinianus had oorspronkelijk de Blauwen gesteund, maar probeerde nu van beide partijen afstand te nemen. Na een wedstrijd in het stadion werden leden van de verschillende teams ter dood veroordeeld. Daardoor kwamen zowel de Blauwen als de Groenen in opstand tegen de keizer. Een brand verwoestte daarbij het grootste deel van de binnenstad (waaronder de Hagia Sophia). Een neef van Anastasius (
Hypatius
) werd zelfs even tot keizer uitgeroepen. Justinianus maakte plannen om uit het keizerlijk paleis te vluchten, maar volgens de overlevering was het
keizerin Theodora
die dat wist te voorkomen. De opstand werd neergeslagen in een bloedbad, aangericht door Belisarius, die toen hoofd van de keizerlijke lijfwacht was. Hierbij kwamen ongeveer 30.000 Groenen en Blauwen om het leven.
Justinianus trachtte de kring van betrekkingen die Byzantium met de buitenwereld onderhield, verder uit te breiden. De contacten met
China
via de
zijderoute
werden bemoeilijkt door het
Perzische Rijk
. Daarom sloot Justinianus een verdrag met de
Turkstalige
volken ten noorden van de
Kaukasus
. Byzantium hoopte een duurzame relatie van wederzijds (
handels
)belang op te bouwen. Ook aan de zuidzijde probeerde Justinianus het Perzische Rijk te omzeilen door met het rijk van
Aksum
in
Ethiopie
contacten te leggen om een veilige route naar
India
te kunnen openen. De grip van de Perzen op de handel in de
Indische Oceaan
bleef echter de overhand hebben, ook voor hun Ethiopische mededingers.
Een andere zaak was het verdrijven van de Middellandse Zee piraten, de
Vandalen
en het heroveren van Rome, bij uitbreiding Italie, bij uitbreiding het
Ostrogotische Rijk
.
Na de
Iberische Oorlog (526-532)
volgde de
Eeuwige vrede
met
Khusro I
van Perzie. Dat stelde Byzantium in staat om het
Vandaalse Rijk
te vernietigen in de
Vandaalse Oorlog
. De expeditie tegen de
Vandalen
in Afrika was een succes. In
533
werd koning
Gelimer
verslagen.
Nu kon Justinianus zijn pijlen richten op Italie.
535
was de start van de
Gotische Oorlog
. Justinianus overwon in
535
de
Ostrogoten
door
Sicilie
en
Napels
over te nemen, terwijl een ander departement van het leger vanuit
Dalmatie
binnenviel. Daarna volgde er een oorlog van twintig jaar met de Ostrogoten.
De Ostrogoten vroegen hulp aan de Sassanidische sjah
Khusro I
, die verbrak de
Eeuwige vrede
en viel in
540
Syrie binnen en vernietigde
Antiochie
, een nieuwe
Romeins-Perzische oorlog
, de
Lazische Oorlog
. Hij veroverde
Lazica
en had zo een haven aan de
Zwarte Zee
. Byzantium kon zich niet verweren, omdat het op drie fronten in gevechten verwikkeld was.
De
Slaven
begonnen ook aan een lange reeks invallen op de Balkan. Hoewel dit front versterkt was met een reeks forten, was er te weinig mankracht om het te verdedigen. De Slaven stroomden over de hele Balkan tot
Korinthe
en de
Egeische Zee
.
De
Pest van Justinianus
(
541
-
549
) verzwakte het rijk. De gemaakte veroveringen in Italie konden niet worden geconsolideerd. Het is ook in die tijd dat keizerin Theodora stierf, vermoedelijk aan de gevolgen van de pest.
In 550 stierf zijn neef generaal
Germanus
, zijn functie werd overgenomen door Narses. Narses hervatte de
Gotische Oorlog
. In de
Slag bij Taginae
wist hij de Gotische koning
Totila
te doden. In 554 was Italie heroverd.
In
552
mengde Byzantium zich in de troonstrijd tussen de
Visigoten
op het
Iberisch Schiereiland
en kreeg zo greep op het land. De heroverde provincie kreeg de naam
Spania
, zodat de Middellandse Zee weer een
Mare Internum
kon worden genoemd.
Justinianus keerde terug naar een in godsdienstige zin orthodoxe politiek. Hij nam daarmee afstand van de pro-
monofysitische
politiek van
Anastasius I
en herstelde de relaties met Rome. Volgens Justinianus was er een politieke noodzaak om de belangrijke theologische controverses in die tijd op een lijn te zetten met die van Rome. Op die manier probeerde hij zijn gezag over de Westerse delen van het oude Romeinse Rijk te versterken.
In
529
sloot hij de
Academie van Athene
, die in die tijd nog steeds het heidense
neoplatonisme
propageerde. De filosofen Hermeias, Priscianus, Diogenes, Eulamius,
Simplicius
en Isidorus vertrokken onder leiding van hun voorzitter
Damascius
naar Perzie. Justinianus' vrouw
Theodora I
bleef zichzelf presenteren als een vriendin van de
monofysieten
, waarmee het keizerpaar probeerde te voorkomen deze stroming te veel tegen zich in het harnas te jagen. Na de dood van zijn vrouw omhelsde de keizer een extreem-radicale tak van het monofysitisme, die terugging op de monnik
Eutyches
.
[3]
In 553 riep Justinianus het
Tweede Concilie van Constantinopel
bijeen, om de
miafysieten
, die het
Concilie van Chalcedon
afgewezen hadden, weer terug in de Kerk te brengen door hen enkele concessies te doen. Ook het
origenisme
werd behandeld.
Justinianus hield van grootse architectuur en besteedde een groot deel van zijn kapitaal daaraan. Zijn bekendste bouwwerk is de beroemde
Hagia Sophia
.
In
562
sloot hij opnieuw
vrede
met de Perzen, ditmaal voor een halve eeuw. Byzantium kreeg
Lazica
terug, opnieuw ten koste van grote geldsommen, dit tot groot ongenoegen van zijn bankiers. Het slachtoffer was Belisarius, die werd beschuldigd van een complot tegen de keizer.
In 565 stierf, op 83-jarige leeftijd, Justinianus kinderloos. Alhoewel hij een gigantisch rijk achterliet, liet hij ook een groot deficit na. Door een deel van de bevolking werd hij op handen gedragen, door andere werd hij verguisd.
Justinus II
, de zoon van zijn zus, volgde hem op. Justinianus werd begraven in de
Heilige Apostel Kerk
in Constantinopel.
In
568
ging een groot deel van de veroveringen in Italie verloren, ditmaal aan de
Longobarden
. Het
exarchaat Ravenna
hield een aantal gebieden onder controle, maar het hele schiereiland zou het nooit meer terugkrijgen. Ook
Cordova
, de basis in
Spanje
, ging eerst in
572
en uiteindelijk voorgoed in
584
weer in Visigotische handen over. De rest zou veertig jaar later volgen.
Procopius beschuldigt in zijn 'Geheime Geschiedenis' Justinianus I van het vermoorden van zijn medemensen en plunderen van andermans bezit. Hij hield zich constant bezig met vernieuwingen en het behoud van gevestigde instituties betekende voor hem niets. Geen enkel persoon in het hele Romeinse Rijk kon aan hem ontsnappen. Als Procopius zijn uiterlijk beschrijft, zegt hij, dat Justinianus van gemiddelde lengte was en sterk op
Domitianus
leek. Hij noemt hem schijnheilig en een leugenaar. Toen hij volgens de wet de actrice/prostituee Theodora niet kon huwen, paste hij de wet aan. Zij ging volgens Procopius vanaf haar jeugd met magiers en tovenaars om. De heiligdommen van de volgelingen van
Arius
bezaten ongelooflijke rijkdommen en Justinianus nam hen die rijkdommen af. Dat deed hij op grond van het besluit dat zij ketters zouden zijn, die niet zijn visie deelden van wat het christendom werkelijk betekent.
[4]
Ook
montanisten
,
samaritanen
,
manicheeers
en sabbateeers dienden hun geloof af te zweren en werden met zware straffen bedreigd. Ook tegen astrologen werd vijandig opgetreden. Telkens werd het bezit van anderen toegeeigend. En veel geld werd uitgegeven aan de barbaren aan de landsgrenzen en aan onzinnige bouwprojecten aan de kust. Volgens Procopius leek het keizerlijk paar, niet alleen volgens hem, maar ook volgens vele anderen, eerder op een stel bloeddorstige demonen dan op mensen.
[5]
Justinianus I at, dronk en sliep weinig en had een demonische passie voor erotische uitspattingen. Hij wilde iedereen een christelijk geloof opleggen en wie zich daar tegen verzette vernietigde hij, onder het mom van vroomheid. Hij was hebzuchtig, nam steekpenningen aan en verkocht banen aan de hoogste bieder. Hij zette monopolies op, zodat iedereen verplicht was bij bepaalde personen te kopen voor verhoogde prijzen. Broden werden kleiner en met as gemengd, zodat hij zelfs de armsten raakte. Het aquaduct werd niet gerepareerd, zodat er watergebrek ontstond. Volgens Procopius was Justinianus I uit op de ondergang van z'n onderdanen. Hij wilde alles in verwarring en chaos brengen.
[6]
Theaters en badhuizen werden gesloten. Volgens Procopius is het niet te schatten aan hoeveel mensen Justinianus I het leven heeft gekost.
Voetnoten
- ↑
a
b
Norwich (1989), blz. 190
- ↑
Philip Jenkins, Jesus Wars. How Four Patriarchs, Three Queens and Two Emperors Decided What Christians Would Believe for the Next 1,500 Years, New York 2010
- ↑
Philip Jenkins, Jesus Wars, How Four Patriarchs, Three Queens, and Two Emperors Decided What Christians Would Believe for thew Next 1.500 Years, New York 2010, p.248
- ↑
The Secret History, Procopius, Penguin Classics, 2007, blz. 47
- ↑
The Secret History, Procopius, Penguin Classics, London, blz. 51
- ↑
The Secret History, Procopius, Penguin Classics, 2007, blz. 74
Literatuur
|