Fragment uit het manuscript "Devote tractaten in het Middelnederlands" van Jan Brugman. Vervaardigd in Maaseik, 1476.
[1]
Lidwina's
val in Johannes Brugmans heiligenleven over Liduina
Johannes Brugman
(
Kempen
, circa
1400
?
Nijmegen
,
1473
) was een
franciscaner
pater
,
redenaar
en
dichter
.
Brugman is geboren in het
aartsbisdom
Keulen
; waar precies is onduidelijk en hij studeerde
godgeleerdheid
in
Parijs
. Na deze opleiding deed hij zijn intrede in de
kloosterorde
der
franciscanen
-
observanten
in
Sint-Omaars
[2]
waar hij
lector
in de
theologie
werd.
Hij behoorde tot de franciscaanse tak van de observanten en sloot zich aan bij een groep monniken in
Amsterdam
die een nieuw
klooster
wilden stichten.
[3]
Hiertoe hield hij een aantal vurige preken, waarvan later het
gezegde
praten als Brugman
is afgeleid.
Filips de Goede
stond vervolgens het bouwen van een nieuw klooster toe.
Omdat de uitdrukking verwijst naar de persoon Brugman, dient Brugman in deze context met een hoofdletter te worden geschreven.
[4]
Brugman is vooral bekend van zijn reizen, waarmee hij veel mensen in preken probeerde te overtuigen om een eenvoudig
christelijk
leven te leiden. Hij begon zijn
predikreizen
in
Rijnland
en
Westfalen
, maar zijn echte faam begon toen hij rond 1452 begon rond te trekken in de
IJsselvallei
.
Terugkerende thema's in Brugmans preken waren: gokzucht, zondagsontheiliging, burgeroorlogen (tussen
Schieringers en Vetkopers
) en steekpartijen op de
kermis
. Zijn preken sloegen aan bij de mensen, omdat hij niet naar rangen en standen keek; iedereen was voor hem gelijk. Brugman preekte daarnaast zowel in kerken, kloosters als in het openbaar; in de open lucht of op dorps- en stadspleinen. In 1452 preekte Brugman in Groningen, in 1453 stichtte hij een klooster te Hamm in Westfalen, het jaar erna was hij gardiaan (
kloosteroverste
) in Sluis. In 1455 bezocht hij al prekende Bolsward (waar onenigheid was over het stadsrecht en Brugman bemiddelde om tot nieuwe formuleringen te komen), Zwolle,
Kampen
, Vollenhove, Deventer, Arnhem en Nijmegen. In 1456 Hamm en
Middelburg
, en in 1457 Munster en Kampen. In 1458 volgden nog 's-Gravenhage, Bocholt en Zutphen, daarna Arnhem (1459) en opnieuw Zutphen en Deventer (1460).
In Kampen preekte Brugman in 1455 vanaf het bordes van de stad maar liefst vijf uur achter elkaar. Na afloop beloonde het stadsbestuur hem met tarwe en een partij zoete wijn. Ook in andere plaatsen kreeg Brugman na zijn godsdienstige speeches wijn cadeau.
[5]
Brugman was ook een dichter. Hij schreef enkele geestelijke liederen waaronder "Ic heb ghejaecht mijn leven lanc" en een
hagiografie
over
Liduina van Schiedam
, die in 1433 overleed. Er kwamen daarvan drie delen uit, deel 1 verscheen in 1433, deel 2 in 1448 en deel 3 in 1456. Daarnaast is hij natuurlijk ook bekend van de vele religieuze gedichten die hij schreef. Enkele daarvan zijn bewaard gebleven in de
Universiteitsbibliotheek van Gent
.
[1]
Hij is verder de schrijver van het boek
Speculum Imperfectionis
(Spiegel der onvolkomenheid) waarin hij oproept tot strikte naleving van de regel van
Franciscus van Assisi
.
[6]
Het lied
Ik wil mij gaan vertroosten
wordt aan hem toegeschreven.
In
1455
kreeg
Bolsward
mede dankzij hem
stadsrechten
.
- Willem Moll,
Johannes Brugman en het godsdienstig leven onzer vaderen in de vijftiende eeuw, grotendeels volgens handschriften geschetst
(Amsterdam 1854).
- Nico Lettinck,
Praten als Brugman. De wereld van een Nederlandse volksprediker aan het einde van de Middeleeuwen
(Hilversum 1999).
Bronnen, noten en/of referenties
|