Lot
en zijn dochters
Incest
of
bloedschande
is strikt genomen en van oudsher
geslachtsgemeenschap
tussen naaste
bloedverwanten
. Het woord komt van het
Latijnse
incastus
, hetgeen "onkuis" betekent.
Voor zover de incest wordt gepleegd tussen volwassenen en jonge kinderen, is er sprake van
seksueel misbruik
, en meestal een overlap met
pedoseksualiteit
. Incest kan ook plaatsvinden tussen volwassenen.
Er bestaat een zekere tendens om ook andere
seksuele handelingen
tussen dergelijke personen als incest te betitelen en zelfs seksuele handelingen tussen pupillen en zorgbehoevenden enerzijds en personen die een opvoedende of verzorgende taak hebben anderzijds, maar geen bloedverwant zijn. Het Nederlandse
Wetboek van Strafrecht
maakt hier geen onderscheid.
[1]
Er bestaan verschillende vormen van incest:
- Tussen volwassenen en kinderen. Dit is een vorm van pedoseksualiteit en kindermisbruik. Een significant deel van het kindermisbruik vindt binnen de familie plaats.
- Tussen kinderen onderling. Vaak betreft het broers en zussen (soms ook neven en nichten) die seksueel met elkaar experimenteren. Kinderen in de puberteit kunnen, wanneer de behoefte aan seks zich doet gelden, zich tot een (jonger) broertje of zusje richten, vooral wanneer ze te beschroomd zijn andere leeftijdsgenoten te benaderen. Wanneer het verschil in ontwikkeling of leeftijd groot is, of wanneer er dwang aan te pas komt, geldt dit eveneens als seksueel misbruik. Een significant deel van de misbruikte kinderen is misbruikt door een ander (ouder) kind, in veel gevallen een oudere broer.
- Tussen volwassenen. Vaak betreft het hier familieleden die op jonge leeftijd van elkaar gescheiden zijn geraakt waardoor het
Westermarck-effect
niet optreedt. Door
genetische seksuele aantrekking
worden ze vervolgens verliefd op elkaar wanneer ze elkaar voor het eerst of na lange tijd weer ontmoeten. Ook komt het voor dat volwassenen een relatie met elkaar krijgen terwijl ze onbewust zijn van hun verwantschap.
- Via opzettelijke huwelijken tussen familieleden, zoals neven en nichten of (zeldzamer) met ooms en tantes. Vaak moest burgerlijke of kerkelijke ontheffing worden aangevraagd. Voorbeelden waren de huwelijkspolitiek van adellijke families en
Anton Mussert
die met zijn tante was getrouwd.
In het kerkelijk recht geldt een absoluut huwelijksverbod voor bloedverwanten in de rechte lijn (bijvoorbeeld vader en dochter, grootvader en kleindochter) en bloedverwanten in de tweede graad van de zijlijn (bijvoorbeeld broer en zus, halfbroer en halfzus). Dit berust op
Leviticus
18.
Een relatief huwelijksverbod geldt voor de derde en de vierde graad van de zijlijn. Dit betekent dat oom en nicht, tante en neef, neef en nicht in principe niet kunnen huwen, maar wel een dispensatie kunnen vragen bij het kerkelijk gezag ? die hen al dan niet wordt toegekend.
Een relatief huwelijksverbod bestaat ook voor aanverwanten in de rechte lijn (bijvoorbeeld schoonzoon en schoonmoeder) en voor wie door adoptie verwant is in de rechte lijn of de tweede graad van de zijlijn. In deze gevallen is dus een dispensatie mogelijk.
Net als in het kerkelijk recht geldt in het Belgische burgerlijk recht een absoluut huwelijksverbod voor bloedverwanten in de rechte lijn (bijvoorbeeld vader en dochter, grootvader en kleindochter) en bloedverwanten in de tweede graad van de zijlijn (bijvoorbeeld broer en zus, halfbroer en halfzus).
Eveneens net als in het kerkelijk recht kent Belgie een relatief huwelijksverbod voor bloedverwanten in de derde graad van de zijlijn (bijvoorbeeld oom en nicht, tante en neef). Voor dit huwelijksverbod kan de Koning ontheffing verlenen. Belgie kent eveneens een relatief huwelijksverbod voor aanverwanten in de rechte lijn en voor adoptieve verwanten in de rechte lijn (met uitzondering van een huwelijk tussen de geadopteerde en een ascendent van de adoptant) en in de tweede graad van de zijlijn.
Toch zijn er ook verschillen met het kerkelijk recht. Anders dan in het kerkelijk recht kent Belgie geen huwelijksverbod voor de vierde graad van de zijlijn ? ook geen relatief huwelijksverbod. Neef en nicht kunnen dus altijd een burgerlijk huwelijk aangaan.
Anderzijds kent Belgie wel een absoluut huwelijksverbod voor de adoptant en de geadopteerde of zijn afstammelingen. Deze kunnen dus wel een kerkelijk huwelijk aangaan (mits hun een dispensatie wordt toegekend), maar geen burgerlijk huwelijk. Aangezien een kerkelijk huwelijk in Belgie evenwel steeds voorafgegaan moet worden door een burgerlijk huwelijk, is dat kerkelijk huwelijk wel illegaal en strafbaar. Omdat deze regel in de Grondwet zelf staat, kan het Grondwettelijk Hof deze regel niet toetsen aan het gelijkheidsbeginsel.
Totdat in 1970 het Nieuwe Burgerlijke Wetboek werd ingevoerd, was in Nederland een huwelijk tussen verwanten tot in de derde graad verboden. Sinds 5 december 2015 mag een
neef-nichthuwelijk
enkel worden gesloten indien er een beedigde verklaring is van beide partners dat zij het huwelijk uit vrije wil aangaan.
[2]
In verschillende culturen en verschillende tijden wordt het begrip incest verschillend opgevat, met name wat betreft de graad van verwantschap waarbij er van incest sprake kan zijn. Zo vindt
Shakespeares
Hamlet
het incestueus als zijn moeder met de broer van zijn overleden vader trouwt, hoewel hier geen sprake is van een huwelijk tussen verwanten en een dergelijk huwelijk volgens de Bijbel zeer correct is (zie
Leviraatshuwelijk
). Nog in de negentiende eeuw gold dit echter, ook in Nederland, als incest. Neef-nichthuwelijken komen in Nederland vooral voor onder immigranten en worden niet als incest beschouwd. Wel bestaat er een hogere kans op erfelijke aandoeningen bij het nageslacht.
Artikel 249 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht maakt geen verschil tussen ontucht met minderjarige eigen kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen en andere minderjarigen.
[1]
Bij al dan niet incestueuze seksuele handelingen met kinderen, spreekt men vaak van
seksueel misbruik
, omdat men ervan uitgaat dat de volwassene dan misbruik maakt van zijn/haar mentaal, fysiek en/of positioneel overwicht op het kind. Seksueel geweld en seksueel misbruik zijn strafbaar, incest sec is dat in Nederland niet. In sommige andere landen is incest wel strafbaar gesteld, met name wanneer deze tussen broer en zus plaatsvindt. Deze strafbaarheid geldt ook wanneer het seksueel verkeer van beide kanten volledig vrijwillig is en beide partners meerderjarig zijn. Een voorbeeld is paragraaf 173 van de Duitse strafwet, dat niet slechts incest strafbaar stelt, maar ook eventuele aangeboren gebreken van nakomelingen kwalificeert als door de ouders toegebracht fysiek letsel.
In de
sociologie
is gedurende de tweede helft van de 20ste eeuw veel onderzoek gedaan naar incest. Vader-dochterincest komt verreweg het meeste voor, gevolgd door incest in de tweede lijn als oom-nicht of stiefvader-stiefkind; broer-zus of moeder-zoonincest zijn zeldzaam. Sociale klasse speelt een beperkte rol; 'intellectuele' vaders zijn bijvoorbeeld vaker dader dan men misschien zou verwachten. De geslotenheid van het gezin is altijd een factor evenals de passieve rol van de moeder, die 'afwezig' is, wordt gedomineerd door de vader of van niets weet. Bij de handhaving van de incestueuze relatie wordt sterk geappelleerd aan het taboe: de kinderen wordt verteld dat het 'niks ergs' is maar dat niemand ervan mag weten, of wordt onder dwang verboden erover te praten. Zeker als het jonge kinderen betreft komen zij in die gevallen hoogstens pas op volwassen leeftijd met hun verhaal naar buiten. Verklaringen dat kinderen ook positieve ervaringen beleven aan een incestueuze verhouding kunnen mede hierdoor zelden betrouwbaar worden geacht en dan nog alleen wanneer de machtsverhouding in evenwicht is (zoals mogelijk bij broer-zusincest).
In 1985 werd in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken een groot onderzoek gehouden door de sociologe Nel Draijer, waaruit bleek dat 7% van de ondervraagde vrouwen te maken had gehad met ernstig en langdurig misbruik door naaste verwanten.
[3]
De conclusies uit dit onderzoek zijn streng bekritiseerd door de Nederlandse historicus
Han Israels
in zijn boek
Heilige verontwaardiging. Een onderzoek naar de feministische visie op incest
.
[4]
Een veel gehoorde beschuldiging is het veelvuldig voorkomen van incest onder
bevindelijk gereformeerden
. Uit onderzoek van dr. M. Draijer in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid blijkt dat dit niet het geval is. Zij logenstrafte hiermee de gedachte dat incest in de gereformeerde gezindte vaker of minder vaak zou voorkomen dan elders.
[5]
Een van de grootste incestschandalen ooit werd op 27 april 2008 bekend in
Oostenrijk
, toen de 73-jarige
Josef Fritzl
bekende zijn dochter 24 jaar lang te hebben opgesloten in een kelder en bij haar zeven kinderen te hebben verwekt. Niet lang daarna kwamen soortgelijke zaken in Brazilie en Duitsland aan het licht.
Zoals eerder gezegd is seksueel contact tussen broers en zussen in een aantal landen toegestaan en in een aantal landen strafbaar. Een huwelijk tussen (half)broer en (half)zus is in de meeste gevallen eveneens verboden.
Vanwege het zogenaamde
Westermarck-effect
ontbreekt in de meeste gevallen de seksuele belangstelling tussen broers en zussen. Toch komt het soms voor dat een broer en een zus een
seksuele relatie
met elkaar krijgen. In veel gevallen betreft het een
gebroken gezin
of een broer en zus die voordien weinig contact met elkaar hadden. Zo deden bijvoorbeeld in 2007
Patrick Stubing
en Susan Karolewski, broer en zus, een beroep op de Duitse wetgever en het
Bundesverfassungsgericht
om het incestverbod te herzien met een beroep op het privacyrecht zodat zij met hun kinderen een gezin konden vormen. Dit gerecht heeft Stubings claim afgewezen. Er bestaan zelfs gevallen waarin (half)broers en -zussen een relatie met elkaar kregen terwijl ze zich niet bewust waren van hun verwantschap. De oorzaken daarvan zijn vaak kunstmatige inseminatie of scheiding op jonge leeftijd door echtscheiding of adoptie.
Incest is, ook wanneer geen sprake is van misbruik, in de meeste samenlevingen een
taboe
. Zelfs bij onwetende partners wordt ten minste verwacht dat zij op het moment dat ze ontdekken dat ze familie zijn, direct hun seksuele relatie beeindigen. Daar waar het niet strafbaar is worden in de meeste gevallen degenen die erop betrapt worden door hun omgeving verstoten.
Toch is binnen de pornografie sprake van incestpornografie als apart subgenre, wellicht omdat het feit dat het taboe is het extra spannend maakt. De acteurs en modellen zijn meestal uiteraard geen familie van elkaar maar worden uiteraard wel zodanig geselecteerd dat ze voor elkaars familie kunnen doorgaan. Een uitzondering zijn de Tsjechische eeneiige tweelingbroers
Jirka en Karel Bartok
, die als acteurs in verschillende pornofilms hebben meegespeeld. In de pornofilm
Double Czech
(2000) komt een homoseksuele vrijpartij tussen de beide broers voor. Deze scene is in sommige versies weggelaten.
Sinds de grote aandacht eind jaren tachtig van de 20e eeuw voor het verschijnsel incest is het aantal aangiften sterk toegenomen. Dit is verklaarbaar door de toegenomen bewustwording bij slachtoffers en het ontstane begrip bij hulporganisaties en politie.
Er werden in deze ontwikkeling echter ook spectaculaire fouten gemaakt, zoals in het geval van de
Bolderkar-affaire
. Op een peuterspeelzaal in het Nederlandse
Vlaardingen
werd een later ondeugdelijk gebleken verhoormethode toegepast, naar aanleiding van een aanvankelijke verdenking van meervoudig kindermisbruik op de vermeende slachtoffertjes. De methode, waarbij in een bewust ontspannen, speelse omgeving poppen werden geintroduceerd met duidelijke mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken, bleek niet zozeer het geheugen, maar veeleer de fantasie van de kinderen te stimuleren en de openlijk als daders van gruwelijke schanddaden betichte volwassenen bleken na een lange, voor alle partijen slopende rechtsgang uiteindelijk stuk voor stuk volmaakt onschuldig.
Inmiddels kwamen ook in de psychotherapie schrijnende gevallen aan het licht, met name waar het ging om incest op jeugdige leeftijd die later onbewijsbaar bleek. Getuigenissen van volwassenen bleken onbetrouwbaar of beinvloed door technieken als
hypnose
; een omstandigheid die bekend werd als het zogenaamde
False Memory Syndrome
. Verschillende psychologen die hun clienten op het spoor van incest hadden gezet, werden later geschorst. Op het probleem van zulk
vervalst geheugen
werd onder meer gewezen door de Amerikaanse onderzoeker Daniel L. Schacter.
[6]
Nakomelingen uit een incestueuze relatie hebben een hogere kans op
erfelijke aandoeningen
doordat een dergelijke nakomeling een grotere kans heeft
homozygoot
te zijn voor een
recessieve
aandoening. Ook komen
mentale ontwikkelingsstoornissen
vaker voor bij kinderen uit een incestueuze relatie. Het risico op dergelijke aandoeningen is evenwel nog steeds niet erg groot, tenzij het broer-zus incest betreft.
Patrick Stubing
en Susan Karolewski hebben bijvoorbeeld vier kinderen gekregen, waarvan slechts eentje geen erfelijke aandoeningen heeft. De andere drie zijn bovendien allemaal bij de ouders weggehaald.
Andersom geldt wel dat
consanguiniteit
significant vaker wordt aangetroffen bij de ouders van personen met recessief erfelijke ziekten, al blijkt dit vaak pas achteraf na
stamboomonderzoek
.
In de
klassieke oudheid
waren incestueuze relaties bij koninklijke families niet ongewoon. Een voorbeeld vormen de verschillende dynastieen van de
farao's
. Met name bij de
Helleense
Ptolemaeen
waren broer-zusterhuwelijken (met nakomelingen) schering en inslag. Dit hing samen met de cultus van
Osiris
en
Isis
, die zowel zijn zuster als zijn echtgenote was.
Het klassieke voorbeeld van incest is
koning Oedipus
van
Sophokles
, die onwetend met zijn eigen moeder trouwt en bij haar kinderen krijgt. Een bewerking van dit stuk werd gemaakt door
Harry Mulisch
.
In de
rabbijnse literatuur
werd incest tussen de kinderen van
Adam en Eva
als onvermijdelijk verondersteld - er waren immers verder geen mensen op de wereld. Mede om deze aanname te omzeilen, introduceerde
Isaac La Peyrere
in 1655 de hypothese van de
preadamieten
, mensen die voor de schepping van Adam leefden. De eerdere veronderstelling wordt nog altijd ingenomen binnen het
christenfundamentalisme
, die de Bijbelse verhalen als historisch juist beschouwen.
Andere voorbeelden van incest in de
Hebreeuwse Bijbel
zijn de kleinkinderen van
Noach
, die na de
zondvloed
met hun eerstegraads neven en nichten kinderen kregen (
Genesis
9). In de verhalen rond de
aartsvaders
komt incest vaker voor. Zo trouwde
Nahor
met de dochter van zijn broer
Haran
(Genesis 11:29) en
Abraham
met zijn halfzus
Sara
(Genesis 20:12).
Jakob
trouwde met de dochters van zijn oom (Genesis 29).
Lot
verwekte, in staat van bewusteloosheid, kinderen bij zijn dochters (Genesis 19).
Mozes
werd geboren uit een huwelijk tussen zijn vader
Amram
met diens tante
Jochebed
(
Exodus
6:19). In de
wet van Mozes
wordt incest veroordeeld (
Leviticus
18:6-20; 20:17-21).
Amnon
(zoon van
koning David
) deed alsof hij ziek was en liet zich verzorgen door zijn (half)zus
Tamar
. Op enig moment verkrachtte hij haar (
2 Samuel
13:1-14).
In het
Nieuwe Testament
wordt incest niet expliciet veroordeeld, maar noemde
Paulus
in een van
zijn brieven
een situatie waarbij een christen samenwoonde met zijn moeder "
ontucht
" (
1 Korintiers
5:1).
Onder invloed van het
christendom
verdwenen incestueuze relaties uit het openbare leven van de
aristocratie
. Neef-nichthuwelijken bleven wel bestaan. Het voordeel hiervan was namelijk dat het familievermogen in de familie bleef, en dat er geen buitenstaanders binnen de familie kwamen. Bovendien waren huwelijken in de hogere klasse strategische zetten van de families, om zo loyaliteitsbanden te kunnen smeden of een aaneengesloten geografisch gebied te kunnen beheersen. Hierdoor werd vaak telkens tussen dezelfde families getrouwd, waardoor de huwelijkspartners vaak in meerdere of mindere mate familie van elkaar waren. Een bekende familie waarin dit gebeurde was de Spaanse tak van het
Huis Habsburg
met
Karel II
als laatste heerser. Ook erfelijke afwijkingen binnen Europese vorstenhuizen kwamen voor, waarvan de
hemofilie
waar
tsarevitsj
Aleksej Nikolajevitsj van Rusland
aan leed de bekendste was.
Eind 16e eeuw verscheen het toneelstuk
't Is Pity She's a Whore
van
John Ford
over dit onderwerp.
In het verhaal
De Kinderen van Hurin
beschrijft
J.R.R. Tolkien
hoe
Turin Turambar
onwetend met zijn zus
Nienor
trouwt. Wanneer de inmiddels zwangere Nienor hierachter komt, werpt zij zich van afschuw in een ravijn. Wanneer Turin hoort dat hij met zijn eigen zus getrouwd is en dat zij zich van de rotsen heeft geworpen, gaat hij naar de bewuste plaats en berooft zich vervolgens met zijn zwaard van het leven.
In de 20e eeuw schreef
William Faulkner
de roman
The Sound and the Fury
die het onderwerp behandelt.
Hugo Claus
liet zich door Faulkner inspireren in zijn debuutroman
De Metsiers
. Ook zijn toneelstuk
Vrijdag
heeft incest als onderwerp. Zeer bekend is
Vladimir Nabokovs
roman
Lolita
, waarin het overigens de stiefvader is die incest pleegt. Ook in
John Irvings
roman
The Hotel New Hampshire
speelt incest (hier tussen broer en zus) een rol.
In het boek de
Nevelen van Avalon
van
Marion Zimmer Bradley
(waarin de verhalen rond koning Arthur worden herverteld vanuit het gezichtspunt van de vrouwelijke personages), krijgt Morgaine een zoon (Mordred) van haar halfbroer Arthur. Verder schreef
Inez van Dullemen
een indringend toneelstuk over incest,
Schrijf me in het zand
(1989).
In de serie
Het lied van ijs en vuur
van
George R.R. Martin
heeft koningin Cersei
Lannister
een seksuele relatie met haar broer Jamie. Uit deze relatie zijn drie kinderen voortgekomen.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
a
b
Artikel 249
Wetboek van Strafrecht (Nederland).
Gearchiveerd
op 15 augustus 2022.
- ↑
Aanpak huwelijksdwang
, Rijksoverheid.nl.
Gearchiveerd
op 1 juni 2016.
- ↑
Nel Draijer,
Een lege plek in mijn geheugen
, Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid (1988); AO-reeks,
Incest
, IVIO (Lelystad, 8 februari 1991)
- ↑
Han Israels,
Heilige verontwaardiging. Een onderzoek naar de feministische visie op incest
, Amsterdam: Contact 2001.
- ↑
"Incest stempelt het hele leven": Misbruik in geref. gezindte wijkt niet af van algemeen beeld
, Reformatorisch Dagblad, 4 maart 1999.
Gearchiveerd
op 24 september 2015.
- ↑
Daniel L. Schacter,
De kunst van het geheugen
, Anthos (1997) -
ISBN 9041402047
|