Abd ar-Rahman ibn Mohammad ibn Khaldun
of
Chaldoen
of
Ghaldoun
(
Tunis
, 27 mei
1332
-
Cairo
, 17 maart
1406
) was afkomstig van een Amazigh stam,
[1]
islamitische
geschiedfilosoof
,
islamtheoreticus
,
econoom
,
sociaal wetenschapper
en
historicus
. Hij was een pionier op het gebied van de geschiedfilosofie en van de sociaal-politieke wetenschappen en wordt wel als de vader van beide beschouwd. Het was vooral de inleiding,
al-Moekaddima
, van zijn voornaamste werk,
Kitab al-Ibar
, die hem die reputatie bezorgde. Over zijn leven is vrij veel bekend, doordat hij een autobiografie schreef waarin hij veel documenten woordelijk citeerde.
Ibn Khaldun was geboren en opgegroeid in Tunis. Zijn verre voorouders kwamen oorspronkelijk uit
Hadramaut
in
Jemen
. Hij behoorde tot de
Banu Khaldun
-Al hadrami stam, afstammelingen van de
Beni Hassan
.
[1]
De voorvader van de stam was Othman ibn Bakr ibn Khalid, die "Khaldun" genoemd werd. Deze behoorde bij de veroveraars die verwantschap deelde met
Wa'il ibn Hujr
, een van de metgezellen van de
islamitische
profeet
.
Hij ontving zijn opleiding in
Fez
in Marokko en bestudeerde de
Koran
en de islamitische jurisprudentie van de
shari'a
volgens de school van de
Malikieten
. Daarnaast studeerde hij ook Arabische literatuur, filosofie, wiskunde en astronomie.
Hij werkte voor de
Merinidische
en
Zianidische
sultans van Fez en
Tlemcen
, en later voor de
Egyptische
sultan
Barquq
, maar in 1375 stak hij over naar
Granada
om het politieke geharrewar in Noord-Afrika te ontlopen. Daar werd hij om politieke redenen het land uitgezet, waarna hij in Qalat Ibn Salama terechtkwam, een dorpje nabij
Tiaret
, waar hij zijn boek over de wereldgeschiedenis schreef.
In de
al-Moekaddima
(ook
Muqaddimah
, in het Grieks bekend als
Prolegomena
) van zijn voornaamste werk,
Kitab al-Ibar
(
Arabisch
voor:
Boek der Voorbeelden
) beschreef Khaldun de geschiedenis van de islam in Noord-Afrika. Dit werk wordt gezien als een zeer belangrijke en gezaghebbende bron van informatie over die periode en een historiografisch hoogtepunt.
Hij betoogde dat de
cyclus van opkomst en verval
van wereldrijken en beschavingen behalve door politieke ook door geografische en klimatologische factoren beinvloed wordt. Hij baseerde zijn theorieen op de geschiedenis van de
Berberse
dynastieen in Noord-Afrika, maar ook op die van de vroege Arabische kalifaten. De Ottomanen hebben later interesse voor zijn werk gekregen vanwege de opkomst en verval van hun eigen rijk.
[2]
Ibn Khaldun was scherp in zijn oordeel over de gevolgen van de invallen in Noord-Afrika van de
Banu Hilal
bedoeienen
, die vanaf de 11e eeuw met grote kuddes vee uit het verdroogde Arabie kwamen, de bergen meden, maar de vruchtbare Noord-Afrikaanse landbouwgronden lieten kaalvreten, waarna zandstormen de vruchtbare bovenlaag wegbliezen. Hij noemde hen 'een leger sprinkhanen die alles vernielen wat er op hun pad komt'.
Ibn Khaldun wordt door mensen die bekend zijn met de islamitische wereld een van de grondleggers van de sociologie genoemd. Zijn werken worden als baanbrekend beschouwd. Hij zocht naar verbanden van oorzaak en gevolg, naar analogie tussen heden en verleden en hij nam de invloed van de omgeving en van de
economische
omstandigheden in aanmerking. Daarom wordt hij beschouwd als een pionier in de
sociologie
.
Na een studie van de sociaal-maatschappelijke structuren van de
Berbers
poneerde hij dat solidariteit, gemeenschapszin, door hem
asabiyah
genoemd, het sterkst is in agrarische maatschappijen omdat deze gebaseerd zijn op bloed- en stamverwantschap en omdat, zonder solidariteit, overleving in een moeilijke omgeving onmogelijk is. Wanneer zo'n rurale gemeenschap zich meester maakt van de staatsmacht en de culturele stedelijke hegemonie overneemt, treedt verzwakking op door welvaart, individualisering en decadentie. Na verloop van tijd staan dan weer nieuwe agrarische gemeenschappen op enzovoort.
[3]
Ook wordt hij door die bekend zijn met de islamitische wereld de grondlegger van de moderne geschiedschrijving gezien, omdat hij niet alleen geschiedenis schreef zoals
Herodotus
, maar regels en een basis formuleerde voor geschiedschrijving. Met Ibn Khaldun werd de geschiedenis een methodisch te bestuderen en te beschrijven onderwerp, waarmee hij de weg opende om geschiedschrijving tot
wetenschap
te doen uitgroeien.
Ibn Khaldun hoopte en verwachtte dat de Turks-
Mongoolse
veroveraar
Timur
, die hij bij vredesonderhandelingen te
Damascus
in
1400
ontmoet had als afgevaardigde van
Sultan al-Nasir
(
Cairo
), en van wie hij zeer onder de indruk was, in staat zou zijn de moslims te verenigen (
`asabiyah
, sociale eenheid) en zodoende een renaissance van de islam zou bewerkstelligen. Deze hoop moest hij uiteindelijk laten varen.
- Maaike van Berkel en Rudi Kunzel (red.),
Ibn Khaldun en zijn wereld
, Amsterdam: Bulaaq Uitgeverij, 2008.
ISBN 9789054601593
- Mark Blaisse,
Tussen de ruines Ibn Khaldun (1332-1406), historicus, adviseur, opportunist
, 2021.
ISBN 9789076905037
Bronnen, noten en/of referenties
|