De
Duitse Emigrantenliteratuur
of
Duitse Exilliteratuur
bestond tussen
1933
en
1945
. Zij werd geschreven door de Duitse schrijvers die na de machtsovername door
Hitler
in
1933
gedwongen werden naar andere landen uit te wijken om te kunnen blijven publiceren; de boekverbrandingen in Berlijn op 10 mei van datzelfde jaar vormden daarbij het keerpunt.
Tot de tragiek van veel exilauteurs behoort, dat veel Europese landen waartoe zij hun toevlucht hadden gezocht, later alsnog door de
nazi's
werden bezet, zodat zij opnieuw moesten emigreren (meestal naar de Verenigde Staten) of onderduiken. Voor de bezetting in
1940
vonden tal van exilauteurs, onder wie vele joden en communisten, hun toevlucht in Nederland.
Tussen
1933
en
1939
ontstonden levendige centra van
Duitse
exilauteurs in onder andere
Parijs
,
Amsterdam
,
Stockholm
,
Zurich
,
Praag
,
Moskou
,
New York
en
Mexico
, waar onder vaak moeilijke omstandigheden uitgeverijen werden opgezet. Bekende uitgeverijen voor emigrantenliteratuur waren
Em. Querido's Uitgeverij
en
Verlag Allert de Lange
in Amsterdam. Wereldwijd waren er 812 uitgeverijen met het uitgeven van exilliteratuur werkzaam. Bij 400 daarvan verscheen slechts een uitgave, bij 352 tussen de twee en negen uitgaven, bij 54 meer dan tien en bij zes waren dat er meer dan vijftig. Bij de Uitgeverij voor Buitenlandse Arbeiders in Moskou werden 114 exilboeken gepubliceerd, bij Oprecht/Hebling, Europa Verlag, Der Aufbau en Die Gestaltung in Zurich zagen 141 exilboeken het licht en bij Bermann/Fisher in Wenen en Stockholm werden 84 exilboeken uitgegeven. In Nederland werden bij 49 uitgeverijen in totaal ruim 300 exilboeken uitgebracht.
Tot de bekendste exilauteurs behoren
Bertolt Brecht
,
Hermann Broch
,
Ernst Bloch
,
Alfred Doblin
,
Lion Feuchtwanger
,
Bruno Frank
,
A. M. Frey
,
Oskar Maria Graf
,
Heinrich Eduard Jacob
,
Hermann Kesten
,
Annette Kolb
,
Siegfried Kracauer
,
Emil Ludwig
,
Heinrich Mann
,
Klaus Mann
,
Thomas Mann
,
Ludwig Marcuse
,
Robert Neumann
,
Erich Maria Remarque
,
Ludwig Renn
,
Joseph Roth
,
Irmgard Keun
,
Alice Ruhle-Gerstel
,
Otto Ruhle
,
Felix Salten
,
Adam Scharrer
,
Alice Schwarz-Gardos
,
Anna Seghers
,
B. Traven
,
Franz Werfel
,
Bodo Uhse
,
Balder Olden
,
Rudolf Olden
,
Max Brod
en
Arnold Zweig
.
De schrijvers
Ernst Toller
,
Walter Hasenclever
,
Walter Benjamin
,
Kurt Tucholsky
,
Stefan Zweig
en
Klaus Mann
pleegden zelfmoord na hun emigratie.
Andere belangrijke auteurs bleven in Duitsland, maar mochten daar niets meer publiceren; zij trokken zich terug in de
innerlijke emigratie
. Tot deze groep behoren
Stefan Andres
,
Gottfried Benn
,
Reinhold Schneider
,
Werner Bergengruen
,
Erich Kastner
,
Ernst Kreuder
,
Gertrud von Le Fort
,
Ernst Wiechert
en
Ehm Welk
.
Een bijzondere richting in de emigrantenliteratuur wordt gevormd door de joodse exilliteratuur. De bekendste vertegenwoordigers daarvan zijn
Nelly Sachs
(Nobelprijs
1966
) en
Else Lasker-Schuler
.
De joodse emigrantenliteratuur speelt ook een belangrijke rol in de
Jiddischtalige
centra van de
Verenigde Staten
. De bekendste vertegenwoordiger van deze richting is
Isaac Bashevis Singer
, die in
1978
de Nobelprijs voor Literatuur kreeg.
De belangrijkste Nederlandse uitgevers bij wie de emigranten met hun manuscripten terechtkonden, waren
Emanuel Querido
(1871-1943) en uitgeverij
Allert de Lange
.
Bij Querido werd de nieuwe exiluitgeverij
Querido Verlag
opgericht, waar tussen 1933 en 1940 ongeveer 110 boeken in het Duits werden uitgegeven. Directeur daarvan werd
Fritz Helmut Landshoff
(1901-1988), die afkomstig was van de joodse uitgeverij Gustav Kiepenheuer (1880-1949) te Berlijn. Hij kwam begin 1933 naar Nederland; doordat hij in 1940 op zakenbezoek was in Engeland ontkwam hij aan de Duitse bezetting.
Bij Allert de Lange werd de nieuwe uitgeverij
Verlag Allert de Lange
gedoopt; hier werden in dezelfde periode 90 Duitstalige uitgaven gepubliceerd onder supervisie van
Hermann Kesten
(1900-1996) en
Walter Landauer
(1902-1944). Ook zij waren afkomstig van uitgeverij Kiepenheuer. Kesten bevond zich tijdens de Duitse inval in 1940 in
Frankrijk
en kon uitwijken naar
Amerika
. Landauer moest onderduiken, maar werd later door de nazi's gegrepen en stierf in 1944 in het
concentratiekamp
Bergen-Belsen
.
Bij diverse andere Nederlandse uitgevers werden boeken van genoemde auteurs in het Duits gepubliceerd. Ook waren er tal van (meer of minder gezaghebbende) literaire exiltijdschriften. De belangrijkste daarvan waren
die Sammlung
, dat tussen
1933
en
1935
bij Querido werd uitgegeven, en
das neue Tagebuch
, dat van
1935
tot
1940
in Parijs verscheen bij 'de Nederlandsche Uitgeverij.'
Bij
Boekenvrienden Solidariteit en Het Nederlandsch Boekengilde
van Heinz Kohn, zoon van een Joodse textielfabrikant, werd emigrantenliteratuur in het Nederlands uitgegeven.
Van de exilauteurs die de bezetting in Nederland overleefden is de bekendste
Konrad Merz
, die wegens zijn Joodse afkomst moest onderduiken in Ilpendam. Hij overleefde de oorlog, maar het manuscript van zijn belangrijke roman
Generation ohne Vater
, dat nog niet was gepubliceerd, verdween; pas lang na de oorlog dook het weer op om in 1999 alsnog te verschijnen.
Menno ter Braak
bemoeide zich ook intensief met de literatuur van de Duitse emigranten. Onder de Duitse schrijvers die hij protegeerde waren onder meer Erich Noth, Konrad Merz en Nobelprijswinnaar
Thomas Mann
, met wie hij tot zijn dood bevriend bleef en die na de oorlog een bijzonder
In memoriam
aan hem wijdde.
- M. ter Braak,
De artikelen over emigrantenliteratuur 1933-1940
, bijeengebracht en ingeleid door Francis Bulhof. 's-Gravenhage, 1980.
- M.H. Wurzner,
De Duitse emigrantenliteratuur en de Nederlandse schrijvers
. Den Haag, School voor taal- en letterkunde, 1973.
- M.H. Wurzner,
Zur Deutschen Exilliteratur in den Niederlanden 1934-1940
. Rodopi, Amsterdam, 1977.
- M.H. Wurzner,
Osterreichische Exilliteratur in den Niederlanden 1934-1940
. Rodopi, Amsterdam, 1986.
- M.H. Wurzner,
Deutsche Literatur im Exil in den Niederlanden 1933-1940
. Rodopi, Amsterdam, 1994.
- Hendrik Edelman,
International publishing in the Netherlands, 1933-1945. German exile, scholarly expansion, war-time clandestinity
. Leiden [etc.], 2010.
- J. Elema,
Duitse emigrantenliteratuur
, artikel in Levende talen, p. 179-208. Utrecht, 1939.
- Emigrantenliteratuur
, diverse artikelen in Bzzlletin 94. Den Haag, maart 1982.
- Toke van Helmond,
100 jaar Allert de Lange
: eigen uitgave van de Lange. Amsterdam, 1980.
- Klaus Hermsdorf, Hugo Fetting en Silvia Schlenstedt,
Exil in den Niederlanden und in Spanien
. Leipzig, 1981.
- Bram Huijser,
Nederlandse uitgevers van Emigrantenliteratuur deel I
. Querido Verlag, in Boekenpost 87, 2007.
- Bram Huijser,
Nederlandse uitgevers van Emigrantenliteratuur deel II
. Verlag Allert de Lange, in Boekenpost 88, 2007.
- Fritz H. Landshoff,
Amsterdam, Keizersgracht 333, Querido Verlag. Erinnerungen eines Verlegers
. Berlijn-Weimar, 1991.
- Kurt Lob,
Exil-Gestalten. Deutsche Buchgestalter in den Niederlanden 1931-1950
. Dissertatie Universiteit van Amsterdam 1994. Handelsuitgave bij Gouda Quint, Arnhem, 1995.
- Kerstin Schoor,
Verlagsarbeit im Exil. Untersuchungen zur Geschichte der deutschen Abteilung des Amsterdamer Allert de Lange Verlages 1933-1940
. Amsterdam-Atlanta, 1992.
- G.A. von Winter (samensteller), catalogus van de tentoonstelling
Deutsche Emigrantenliteratur in den Niederlanden 1933-1940
in november 1973 in Amsterdam. Een groot aantal van de in Nederland verschenen titels van emigrantenliteratuur en korte biografieen van auteurs worden in deze catalogus beschreven.
- Martin Mauthner:
German Writers in French Exile, 1933-1940
, Vallentine Mitchell, London 2007,
ISBN 978-0-85303-540-4
Emigrantenliteratuur wordt voortgebracht in veel plaatsen waar ballingen wonen. Vaak beginnen literatuurstijlen in ballingschap en in het thuisland dan uit elkaar te lopen. Een voorbeeld hiervan is de
Tibetaanse literatuur
. Met de
Tibetaanse diaspora
ontwikkelde zich in de ballingsoorden van
Tibetanen
in
India
,
Nepal
, maar ook daarbuiten met grote snelheid een omvangrijke reproductie van alle religieuze kennis die de
lama's
uit hun hoofd hadden geleerd of aan geschriften hadden meegenomen. Ook de moderne literatuur van
romans
en
gedichten
die beinvloed was door Indische en Westerse stijlen, begon in ballingschap vrijwel meteen vanaf 1950, terwijl deze in Tibet een eerste stap maakte rond
1985
en een voorzichtige versnelling kent sinds
2000
.