De
Bondsdagverkiezingen
van
1994
vonden op 16 oktober 1994 plaats. Het waren de dertiende
federale
verkiezingen in de
Bondsrepubliek Duitsland
en de tweede na de
hereniging van Duitsland
.
In de aanloop naar de verkiezingen kandideerde de belangrijkste oppositiepartij, de
Sociaaldemocratische Partij van Duitsland
(Sozialdemokratische Partei Deutschlands, SPD)
, de
minister-president van Rijnland-Palts
,
Rudolf Scharping
voor het
Bondskanselierschap
. Scharping, die ook bondsvoorzitter van de SPD was, werd gesteund door
Gerhard Schroder
en de linkse
Oskar Lafontaine
, de twee belangrijkste partijleiders. Aanvankelijk was
Bjorn Engholm
(
minister-president van Sleeswijk-Holstein
) de SPD-kandidaat voor het Bondskanselierschap, maar hij trok zich in 1993 uit de politiek terug omdat hij in verband werd gebracht met de zogenaamde
Barschel-affaire
.
De
Christelijk Democratische Unie van Duitsland
(Christlich Demokratische Union Deutschlands, CDU)
kandideerde als vanzelf zittend Bondskanselier
Helmut Kohl
voor een nieuw termijn. De
Beierse
rooms-katholieke
Christelijk-Sociale Unie
(Christlich-Soziale Union, CSU)
en de
liberale
Vrije Democratische Partij
(Freie Demokratische Partei, FDP)
, waarmee de CDU al sinds 1983 een coalitie vormde, steunden de kandidatuur van Kohl.
De bondsdagverkiezingen verliepen, ondanks het verlies, niet ongustig voor de CDU
[1]
. De gezamenlijke fractie CDU/CSU
(
Union
)
bleef met 41,5% de grootste in de
Bondsdag
(Bundestag)
. Winst was er ook voor de SPD die 36,4% van de stemmen kreeg en de grootste partij in de Bondsdag werd. Bijzonder ongustig verliepen de bondsdagverkiezingen voor de liberale FDP, dat 32 zetels verloor. Ondanks de negatieve verkiezingsresultaten voor de FDP kon de coalitie worden gehandhaafd.
Bundnis 90/Die Grunen
, een fusie partij bestaande uit de vroegere West-Duitse Groenen, vroegere
Oost-Duitse
Groenen en de Oost-Duitse oppositiebeweging
Bundnis 90
deed het bijzonder goed en verkreeg 7,3% van de stemmen. In totaal bezaten de Groenen in de nieuwe Bondsdag 49 zetels en werd de derde partij van Duitsland.
De voormalige Oost-Duitse
communisten
partij, de
Partij van het Democratische Socialisme
(Partei des Demokratischen Sozialismus)
verkreeg 4,4% van de stemmen.
[2]
Zetelverdeling Bondsdag 1994
De 672 zetels zijn als volgt verdeeld:
294
41,5%
|
252
36,4%
|
49
7,3%
|
47
6,9%
|
30
4,4%
|
1,9%
|
0,5%
|
0,4%
|
0,2%
|
0,2%
|
0,1%
|
0,1%
|
0,1%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
CDU
/
CSU
|
SPD
|
Grune
|
F.D.P.
|
PDS
|
REP
|
Graue
|
ODP
|
Naturgesetz
|
Tierschutz
|
PBC
|
STATT
|
BP
|
APD
|
CM
|
PASS
|
MLPD
|
Solidaritat
|
Liga
|
Zentrum
|
BSA
|
- ↑
Winkler Prins
Jaarboek
1995
, door: red. Winkler Prins, blz. 134
- ↑
De
kiesdrempel
in de voormalige Oost-Duitse gebieden was lager dan de 5% in de West-Duitse gebieden