Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Borromeus de Greeve
, van geboorte
Gerardus (Gerrit) Wilhelmus Maria de Greeve
(
Amsterdam
,
24 februari
1875
?
Rotterdam
,
25 december
1947
), was
franciscaan
,
priester
,
volksmissionaris
en
redenaar
.
De Greeve trad na zijn studies aan het St. Antoniusgymnasium te
Megen
op 3 oktober 1895 in de orde van de
minderbroeders
; zijn kloosternaam werd Borromeus. De
inkleding
vond plaats in het
klooster
van de franciscanen te
Alverna
in de gemeente Wijchen, waar hij op 5 oktober 1896 zijn eenvoudige
geloften
aflegde. Zijn plechtige geloften deed hij te
Weert
. Daar werd hij op 9 maart 1902 tot priester
gewijd
. Al snel werd hij benoemd tot rondtrekkend prediker (volksmissionaris). Zijn laatste jaren woonde hij in de franciscaanse parochie in
Delft
en hij overleed op Kerstmis 1947 in het St.-Franciscusgasthuis te Rotterdam. De Greeve was de oom van
Henri de Greeve
, aanvankelijk
jezuiet
, later alleen priester en net als zijn oom een vermaard spreker en de man van en achter de (Nederlandse)
Bond zonder Naam
en
KRO's
Lichtbaken
.
De Greeve is wel de 'feestredenaar van de
katholieke emancipatie
' genoemd. Hij was een van de vermaardste redenaars in katholiek Nederland in de periode voor de
Tweede Wereldoorlog
. Zijn overste gaf hem de mogelijkheid zijn natuurlijke talent voor drama te ontwikkelen. Spoedig werd hij een van de meest gevraagde
kanselredenaars
.
De Greeve zag tegen geen enkel onderwerp of gehoor op. Hij was vooral bekend van zijn lijdensmeditaties. Tijdgenoten van Borromeus beweren dat de kracht van zijn
preken
niet zozeer gelegen was in hun inhoud, als wel in de manier waarop ze gehouden werden: met zijn 'bronzen stem', zijn mimiek, zijn gevoel voor
pathos
en drama. Zijn kwaliteiten waren zijn kracht maar ook zijn zwakte. Borromeus was de representant van het herwonnen zelfvertrouwen en het naar buiten gekeerde triomfalisme van de
Nederlandse katholieken
. Toen deze verdwenen, verdween ook de stijl van preken waarvan Borromeus de kampioen was.
In dagblad
Trouw
werd hij in 2010 omschreven als de 'roomse brulboei' volgens wie 'zwabberende en heiligschennende vrouwen de helden der deugden de modder in sleuren met hun verleidingskunsten'.
[1]
In zijn
Beminde gelovigen
(1970) schreef
Godfried Bomans
over De Greeve:
[2]
Ik heb eens gehoord dat de tekst van zijn preken, voor zover die bewaard gebleven is, bitter tegenvalt. Dit is zeer wel mogelijk. Des te groter moet het oratorisch vermogen zijn om daar iets van te maken. Men zat totaal verbijsterd te luisteren. De kerk was eenvoudig verpletterd. Ik herinner me, dat ik na elke nieuwe climax dacht: dit wordt ondraaglijk, we kunnen eenvoudig niet hoger meer stijgen, help, help, maar telkens vond Borromeus weer een nieuwe voltage en vlak voor alle stoppen doorsloegen maakte hij een klein kruisteken en daalde de preekstoel af.
- C.G.M. Bak
ofm
en P.A.M. Geurts ofm, 'Pater Borromaeus de Greeve ofm (1875-1947). Feestredenaar van de katholieke emancipatie'. In:
Trajecta
2 (1993), afl. 3, blz. 245-259.
- Godfried Bomans,
Beminde gelovigen
, Amboboeken, blz. 41 ('De stille tijd') en 97-102 ('Gewijde en ongewijde sprekers').
Bronnen, noten en/of referenties
|