Autonomie
, ook
zelfbestuur
(politiek) of
zedelijke zelfstandigheid
(individueel), is de vrijheid en het vermogen van een
entiteit
, bijvoorbeeld een
individu
, organisatie of
natie
, om zelfstandig beslissingen te nemen. Het
begrip
komt voor in politiek,
juridisch
, filosofisch,
geneeskundig
,
moreel
en psychologisch verband; bij uitbreiding wordt het begrip autonomie in
overdrachtelijke zin
daarnaast gebruikt in de
techniek
,
fysiologie
en de
beeldende kunst
. Het tegenovergestelde van individuele, morele zelfstandigheid werd door de Duitse filosoof
Immanuel Kant
heteronomie
genoemd: een gebrek aan
wilsvrijheid
dat individuele ontplooiing in de weg staat.
De term is afgeleid van het
neologisme
(1751) αυτονομ?α:
autonomia
(< αυτ?νομο? (1751)
autonomos
, geregeerd door eigen wetten, uit de
Oudgriekse
woorden αυτο?
autos
zelf en ν?μο?
nomos
wet.
In de
politiek
en het
staatsrecht
is autonomie hetzelfde als politieke
zelfbeschikking
: een onafhankelijke beslissings- en wetgevingsbevoegdheid. Iedere nationale
staat
is per definitie autonoom of
soeverein
. Binnen een staat hangt bestuurlijke autonomie van de verschillende landsdelen direct samen met de mate van
decentralisatie
: hoe meer decentralisatie, hoe politiek zelfstandiger de deelentiteiten staan ten opzichte van de centrale regering. Binnen een
eenheidsstaat
worden alle belangrijke beslissingen in de hoofdstad genomen,
Frankrijk
is vanouds een
centralistisch
geregeerd land. Tegenover de eenheidsstaat staat de
confederatie
of statenbond, bijvoorbeeld de voormalige
Duitse bond
, een samenwerking van (deel)staten die samen een staat vormen, waarbij zo min mogelijk zaken centraal geregeld zijn. Tussen deze twee uitersten ligt de
federale staat
, bijvoorbeeld het huidige
Duitsland
. De mate van autonomie van de verschillende landsdelen binnen een staat hangt mede samen met geschiedenis, cultuur, en etnische samenstelling. Zo hebben de twee eilanden
Sicilie
en
Sardinie
binnen het verder
centralistisch
geregeerde
Italie
een grotere autonomie dan de overige landsdelen.
Met het
uiteenvallen van de Sovjet-Unie
zijn voormalige deelstaten als
Oezbekistan
,
Kazachstan
,
Oekraine
en
Georgie
zelfstandige nationale staten geworden. In voormalige Sovjetstaten waar dit niet (volledig) is gelukt heeft het streven naar zelfstandigheid tot (burger)oorlog geleid, met name in de Russische deelrepublieken
Tsjetsjenie
en
Ingoesjetie
en de Georgische gebieden
Abchazie
en
Zuid-Ossetie
.
In de
rechtspraktijk
verwijst de term
handelingsbekwaamheid
naar
de psychologische geschiktheid van een individu om - als
natuurlijk persoon
- zelfstandig (autonoom)
rechtshandelingen
te verrichten.
In (medische) ethiek, geneeskunde en psychologie
[
bewerken
|
brontekst bewerken
]
Autonomie is ook een belangrijk begrip in de
ethiek
,
geneeskunde
,
medische ethiek
en
psychologie
. In deze context slaat het op het recht of de mogelijkheid van het individu, bijvoorbeeld als patient, om zelf te bepalen wat er met hem/haar moet gaan gebeuren. Een voorwaarde om autonoom te kunnen zijn is het erkennen dat persoonlijke mogelijkheden begrensd zijn en dat de omgeving grenzen stelt. Wie binnen die grenzen de kwaliteit bezit het eigen leven vorm te geven kan als autonoom worden betiteld.
Individuele zelfbeschikking als universele basisbehoefte
[
bewerken
|
brontekst bewerken
]
Vanuit de
zelfbeschikkingstheorie
is er internationaal onderzoek gedaan naar autonomie(
gevoel
) als universele
basisbehoefte
van de mens. Daaruit kwam naar voren dat menselijke
motivatie
, en daarnaar handelend optreden, samenhangen met de mate waarin iemand het gevoel heeft autonoom te zijn. Een gebrek aan een mate van zelfbeschikking belemmert de
intrinsieke motivatie
van een persoon, bijvoorbeeld in de werksituatie. Het motiveren van mensen met behulp van belonen en straffen zou hun autonomiebehoefte tekortdoen en zo hun motivatie en effectiviteit doen afnemen..
[1]
Een gevoel van autonomie blijkt een belangrijke factor in het welbevinden van mensen
[2]
- Het
oosters christendom
kent geen equivalent van de
rooms-katholieke
paus
, de nationale kerken zijn er autonoom; zie
autocefalie
.
- Een stroming binnen
antiglobalistische
,
anarchistische
en
krakerskringen
die een (ondergrondse) tegen-cultuur en
autarkie
nastreven: de
autonomen
.
- In de
techniek
staat autonomie voor het zelfstandig functioneren van apparaten, zonder externe
energiebronnen
en/of besturingssignalen. Een autonome
robot
beweegt en neemt beslissingen volledig onafhankelijk. De
techniekfilosofie
is het filosofisch
vakgebied
dat zich bezighoudt met de maatschappelijke (culturele) gevolgen van
automatisering
en
robotisering
.
- In de
beeldende kunst
betekent autonomie dat de kunstenaar het werk als een zelfstandige
entiteit
ziet. Het
kunstwerk
is geen product of verlengstuk van de maker, maar een opzichzelfstaand, autonoom
iets
. Het kunstwerk moet worden beoordeeld op grond van kwaliteiten die in het werk zelf aanwezig zijn, bijvoorbeeld technische aspecten. Hierdoor komt het kunstwerk op zichzelf te staan, los van een expressief geladen input van de kunstenaar of van betekenis voor het publiek. Verwant hiermee is in de
literatuurkritiek
de
vorm of vent
-discussie, over de vraag of het literaire werk moet worden gezien in de context van de persoon en de levensloop van de schrijver, of dat het, als autonome entiteit, er geheel los van staat.
- In de
dierfysiologie
verwijst het
autonome
(of onwillekeurige) zenuwstelsel naar het deel van het
zenuwstelsel
dat zich onttrekt aan de menselijke wil, en dat het
gladde spierweefsel
bedient, dat onder andere aanwezig is in de
darmwand
, waar het zorgt voor de
peristaltiek
. Hiertegenover staat het
somatische
(of willekeurige) zenuwstelsel, dat de mens bewust kan controleren, en dat de
skeletspieren
en de
zintuigen
innerveert
.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
E. Deci - R. Ryan
, Overview of Self-Determination Theory: An Organismic Dialectical Perspective, in
Handbook of Self-Determination Research
, p. 3-34, Rochester, 2002.
- ↑
Tay, L., Diener, E. (2011). "
Needs and subjective well-being around the world
,"
Journal of personality and social psychology
101(2): 354-365.
Gearchiveerd
op 5 januari 2022.
|