Alkmaar
(
uitspraak
ⓘ
) is een stad in de provincie
Noord-Holland
in
Nederland
, en de hoofdplaats van de
gemeente Alkmaar
.
Alkmaar heeft een historisch centrum met 399
rijksmonumenten
en 700
gemeentelijke monumenten
.
[2]
De stad staat bekend als "de kaasstad". Van begin april tot eind september wordt wekelijks een traditionele
kaasmarkt
gehouden.
[3]
Een inwoner van Alkmaar heet een Alkmaarder, maar wordt in de volkstaal
kaaskop
genoemd.
[4]
De stad heeft twee
spoorwegstations
:
station Alkmaar
en
station Alkmaar Noord
.
De naam
Alkmaar
wordt sinds de middeleeuwen in verschillende vormen gebruikt:
Allecmere
(tiende eeuw),
Alcmere
(1063),
Alcmare
(elfde en twaalfde eeuw), of
Alkmare
(1132). Mogelijk betekent het laatste deel
maar
(voorheen
mere
) "meer", "vijver" of "moeras", terwijl de eerste term
alk
lijkt te komen uit de
Dietse
betekenis "moeras" of "tempel".
[5]
Alkmaar is ontstaan op een
strandwal
, waarover een lange landweg naar het zuiden van
Holland
liep. Het was van origine een agrarische nederzetting, die gecentreerd was rond de in de 10e eeuw gestichte
Sint-Laurenskerk
in het westelijke deel van de latere binnenstad. Op de strandwal lagen de akkers. Iets ten oosten daarvan lagen de lagergelegen veen- en kleigronden van de
Mient
. De
Scheteldoekshaven
bij Alkmaar bood een mogelijkheid tot handel via de
Laat
en het oostelijker gelegen
Voormeer
naar de
Rekere
in het noorden en het
Schermermeer
in het zuiden en oosten. Via het Voormeer was de plaats ook verbonden met het
Almere
(de latere
Zuiderzee
). De agrarische bebouwing is deels nog terug te zien in het feit dat in dit deel van de stad nog steeds veel lage arbeiderswoningen staan van een laag met een kap, zoals langs de Geest en de Doelenstraat.
[6]
Toen graaf
Dirk VII van Holland
in Zeeland oorlog voerde, viel zijn broer
Willem van Friesland
in november 1195
West-Friesland
binnen. Gravin
Aleid van Kleef
trok daarop ten strijde tegen haar zwager en versloeg hem bij Alkmaar.
[7]
Op 11 juni 1254 werden aan Alkmaar
stadsrechten
verleend door
Willem II van Holland
. De stad deed toen voornamelijk dienst als grensvesting en uitvalsbasis in de strijd tegen de
West-Friezen
. Daartoe liet de graaf van Holland ten noordoosten van de stad de
Torenburg
bouwen aan het einde van de Koningsweg.
Met het verslaan van de West-Friezen werd de weg geopend voor de aanleg van dijken en wegen ten noorden van de stad en begon een rustiger periode voor de handel. In de loop van de 13e eeuw kon Alkmaar hierdoor en door haar ligging bij het Voormeer uitgroeien tot een internationale handelsstad. In de 14e eeuw vonden er verschillende
jaarmarkten
plaats, waar ook internationale
kooplieden
kwamen. Na de
grote stadsbrand van 1328
werd de stad door middel van
aanplemping
buiten de oostelijke dijk verder uitgebreid. Hier ontstond nieuwe bebouwing in de Mient,
Luttik Oudorp
en
Voordam
, waar de schepen aanlegden met hun handelswaren. De handel concentreerde zich vervolgens rond de Mient en het
Fnidsen
("Venetie"). Ook de markt werd verplaatst van de kerk naar het Fnidsen en de kade van Luttik Oudorp. Door handel, visserij en scheepvaart verschoof het economisch zwaartepunt van de stad in de 15e eeuw naar het oosten. In het steeds minder aantrekkelijke en daardoor minder dure oude westelijke deel van de stad vestigden zich vanaf de 14e eeuw veel
kloosters
, waarvan het vroegere bestaan tegenwoordig nog teruggevonden kan worden in namen als Begijnenstraat, Clarissenbuurt, Paternosterstraat en de Sint Katherijnenstraat. In de 15e en 16e eeuw werd de stad verder uitgebreid met aanplempingen en kreeg zo een wat gelijkmatiger vorm. Als gevolg van de
Opstand van het Kaas- en Broodvolk
in 1492 werd de stad gedwongen om tijdelijk de stadspoorten en de wallen te slechten. Later werd een nieuwe omwalling aangelegd met twaalf torens en vier poorten, die onder andere te zien is op de kaart van
Jacob van Deventer
van rond 1560. Aan oostzijde langs het Voormeer waren geen versterkingen. In de 16e eeuw werden steeds meer gebieden rond de stad bedijkt en
drooggemalen
. Hierdoor verloor de stad enerzijds haar verbinding met de zee en de daarmee gepaard gaande handel. Anderzijds kreeg ze door de droogmakerijen een veel groter
achterland
en zo een grotere
verzorgingsgebied
. Door specialisatie in kaas en bier wist de stad haar positie als handelsstad deels te behouden.
[6]
In de zomer van 1517 hadden stad en omgeving te lijden van plunderingen door de
Arumer Zwarte Hoop
. Tijdens de
Tachtigjarige Oorlog
, werden in juni 1572 door de
calvinistische
Geuzen
onder
Diederik Sonoy
de Alkmaarse
franciscaner
priesters en broeders opgepakt en in
Enkhuizen
op 25 juni 1572 omwille van hun trouw aan het katholieke geloof, na gruwelijke marteling, vermoord. De vermoorde geestelijken staan thans bekend als de
martelaren van Alkmaar
. In 1573 werd Alkmaar belegerd door de
Spanjaarden
, die in
Oudorp
hun kamp hadden opgeslagen. De Alkmaarders hielden hen echter met kokend teer en brandende takkenbossen op afstand. Deze gebeurtenis, die leidde tot de bekende uitdrukking
Bij Alkmaar begint de victorie
, wordt nog elk jaar gevierd op 8 oktober tijdens
Alkmaars Ontzet
. In 1876 werd ter herinnering aan deze gebeurtenis het
Victoriemonument
in het
Victoriepark
opgericht.
In 1607 vond de eerste uitleg van de
Alkmaarderhout
plaats. Deze bestond in de begindagen vooral uit "houten", bomenrijen langs een aantal lanen. De
secularisatie
van de kloostergebouwen leverde veel mogelijkheden voor de stad om ruimte te creeren voor de groeiende handel. In 1583 kon door de sloop van veel voormalige katholieke kloostergebouwen het
Waagplein
worden aangelegd. Andere gebouwen boden ruimte voor de molenaars en voor markten als de
Paardenmarkt
. In dezelfde tijd werden overlastgevende en ruimte vragende bedrijven verplaatst naar buiten de stad. Door de groei van de bevolking werd de stad eind 16e eeuw opnieuw uitgebreid met de nieuwe handelswijk
Nieuwstad
, waarvoor onder andere een deel van het Voormeer werd ingedijkt. Het resterende deel van het Voormeer werd ingericht als haven. Rondom de stad verrees een nieuwe omwalling met negen
bolwerken
en zeven poorten naar ontwerp van
Adriaen Anthonisz
. Met de verschuiving naar een stad met een meer regionale functie en de groei van het verkeer over land verschoof het economische zwaartepunt van de stad eind 16e eeuw naar de westzijde van de Mient. Veel herenhuizen verrezen in die periode langs de weg van de Sint-Laurenskerk naar de Mient en rond het nieuwe Waagplein.
[6]
In de
Franse tijd
werd het noorden van Holland omgevormd tot het
Departement van Texel
, waarvan Alkmaar de hoofdstad werd.
De
Alkmaarsche Courant
werd in
1799
in Alkmaar opgericht door
Adrianus Sterck
. De krant is tegenwoordig onderdeel van het
Noordhollands Dagblad
en tevens de grootste editie van die krant.
Het
Noordhollandsch Kanaal
, dat in 1824 geopend werd, liep bij de aanleg precies om Alkmaar heen. Door de groei van Alkmaar loopt het er tegenwoordig dwars doorheen.
In 1865 en 1867 werd de infrastructuur verder uitgebreid door de opening van het
Station Alkmaar
aan de
spoorlijnen naar Den Helder, Uitgeest en Haarlem
. Vanaf 1905 had Alkmaar ook
stoomtramverbindingen
met
Bergen
(1905 tot 1955),
Egmond
(1905 tot 1934) en
Schagen
(1913 tot 1933).
In de 20e eeuw ontstonden nieuwe woonwijken rond Alkmaar, en in 1972 werden
Oudorp
,
Koedijk
-Zuid en het gedeelte ten zuiden van de spoorlijn Alkmaar ? Heerhugowaard van
Sint Pancras
-Zuid (de
buurtschap
De Nollen
) aan het grondgebied van Alkmaar toegevoegd. De stad begon ook een steeds grotere rol te spelen bij de opvang van het bevolkingsoverschot in de
Randstad
en de bevolking die een huis zocht door de renovatie van oude stadswijken, vooral
Amsterdam
. Alkmaar verkreeg de status van
groeikern
en werd destijds als een van de eerste "overloopsteden" aangemerkt. Een gevolg hiervan was de ontwikkeling van het stadsdeel
Huiswaard
.
Topografische kaart van gemeente Alkmaar, juni 2023
De stad Alkmaar en de gebieden van de voormalige gemeentes
Graft-De Rijp
en
Schermer
zijn onderverdeeld in vijf gebieden. Deze vijfgebieden zijn onderverdeeld met elf wijken. Deze wijken zijn op hun beurt onderverdeeld in 66 buurten
In de gemeente Alkmaar liggen vier van
rijkswege beschermde
stads
- en
dorpsgezichten
. In de stad Alkmaar zelf liggen
Stadsgezicht Alkmaar
en
Stadsgezicht Alkmaar - Westerhoutkwartier
. Het eerste gezicht beslaat de historische
Binnenstad
van Alkmaar. Het tweede beslaat een van de eerste uitbreidingswijken van Alkmaar ten zuiden van de binnenstad. Hierin zijn ook delen opgenomen van de
Alkmaarderhout
een 17e eeuws stadsbos. In de in 2015 geannexeerde gemeenten Schermer en Graft-de Rijp. Zo betreft de droogmakerij
Schermer
een beschermd dorpsgezicht.
[8]
In de voormalige gemeente Graft-de-Rijp betreft sinds 1969 het historische dorpscentrum van
De Rijp
een beschermd dorpsgezicht.
[9]
Stadhuis
, foto is vertekend
Hof van Sonoy
De Accijnstoren aan de
Bierkade
Waag
Kaasmarkt
in Alkmaar
Verschillende delen van Alkmaar zijn een
beschermd stadsgezicht
:
binnenstad
en
Westerhoutkwartier
.
Alkmaar beschikt over voor deze stad karakteristieke oude
grachten
,
cafes
, restaurants en winkels. Alkmaar is bekend om zijn hofjes, onder andere het 16e-eeuwse
Hof van Sonoy
en het
Wildemanshofje
. De stad kent vele grachten met huizen uit de 16e tot de 19e eeuw. Alkmaar telt 399 inschrijvingen in het
rijksmonumentenregister
en heeft enkele oorlogsmonumenten:
De bekendste bezienswaardigheden van Alkmaar worden hieronder opgesomd.
Alkmaar heeft acht hofjes, waarvan de meeste nog steeds bewoond zijn. Het oudste nog bestaande hofje is het
Huis van Zessen
, dat werd gesticht in 1510 en zijn naam dankt aan de functie die het gedurende bijna vijf eeuwen heeft vervuld: een hofje voor zes oude rooms-katholieke mannen. De naam van het
Huis van Achten
is op dezelfde wijze ontstaan. Dit hofje stamt uit 1657.
Vlak bij het Huis van Achten ligt het
Hof van Sonoy
, dat zich bevindt op de plaats van een voormalig klooster. Het hof kwam in 1572 in handen van het stadsbestuur en werd destijds gebruikt om stedelingen onder te brengen die dakloos waren geworden omdat hun huizen waren gesloopt voor de aanleg van de nieuwe stadsverdediging. Het
Wildemanshofje
werd gesticht door Gerrit Florisz. Wildeman. Dit in 1714 gebouwde hofje bood aanvankelijk plaats aan 24 bejaarde vrouwen van verschillende geloofsrichtingen. Het
Hofje van Splinter
is gesticht in 1646, uit een erfenis van Margaretha Splinter. Na haar dood werd het complex verbouwd tot een hofje voor acht ongehuwde dames, die in armoede leefden maar wel uit een (ge)goede familie stamden.
Aan de Koningsweg staat het
Provenhuis Bijlevelt
, dat stamt uit de zeventiende eeuw. Het
Provenhuis Paling en Van Foreest
staat aan de Zevenhuizen, vlak bij de stadssingels. Het werd gesticht in 1540 met geld uit het testament dat het echtpaar Pieter Claeszoon Paling en Joost van Foreest Willem Dircksdochter. Het
Provenhuis van Aletta Boon
en het
Poppenhofje
waren twee
Katholieke hofjes in Alkmaar
. Tussen de Kanaalkade en de Koningsweg ligt nog het
Doopsgezinde Hofje
.
Bioscoopjournaal uit 1946. Voor het eerst na de oorlog, wordt in Alkmaar weer de traditionele
kaasmarkt
gehouden.
De Alkmaarse
kaasmarkt
is al meer dan vier eeuwen een traditie, die jaarlijks door 100.000 mensen wordt bezocht. De 'markt' vindt plaats op het Waagplein, voor het monumentale
Waaggebouw
. In de 18e eeuw werd vier dagen per week kaasmarkt gehouden, en deze duurde tot 1 uur 's nachts. Gemiddeld werd per marktdag 300 ton kaas omgezet. Sinds 1939 is Alkmaar de enige stad die nog kaas verhandelt op deze traditionele wijze. De kaasmarkten zijn elke vrijdag, van april tot september, te bezichtigen.
Op de kaasmarkt lopen de kaasdragers van het Alkmaarse Kaasdragersgilde in vier verschillende kleuren: geel, rood, blauw en groen. Zo vormen zij groepen die vemen worden genoemd. Alle kaasdragers dragen een wit pak met strooien hoed. De kaasdragers hebben verschillende benamingen.
- Een
vastman
is een ervaren kaasdrager.
- De
tasman
is de oudste kaasdrager, en draagt een zwart leren tas op zijn buik. Hij zet bij het wegen van de kaas de gewichten op de weegschaal.
- De
overman
is de voorman van het veem, en is herkenbaar aan een zilveren schildje met lintje in de kleur van zijn veem. De overman wordt voor een periode van twee jaar benoemd.
- De
kaasvader
is opzichter over alle vier de vemen. Hij draagt een zwarte stok met zilveren knop.
- De
provoost
wordt door de kaasdragers de 'beul' genoemd, omdat hij voor het gildebestuur de laatkomende kaasdragers noteert en de boete daarvoor int. Hij draagt een zilveren kaasberrie.
- De
knecht
wordt, net als de provoost, door het gildebestuur benoemd en heeft de functie van klusjesman.
Om 10:00 uur luidt de aanvangsbel en begint de kaasmarkt. De zetters beladen de karakteristieke
berries
, die door de kaasdragers naar de weegschaal worden gedragen. Aldaar wordt de kaas gewogen. Op het plein bepalen keurmeesters de kwaliteit van de kaas en onderhandelen handelaren over de prijs. Dit gaat traditioneel gepaard met het handje klap. Omstreeks 12:30 is de kaasmarkt afgelopen.
Centrumkaart met bezienswaardigheden
In hetzelfde gebouw in de buurt Overstad zijn gevestigd
Vue
Alkmaar en Filmhuis Alkmaar. Elk opereert zelfstandig, met een eigen ingang en kassa. Filmhuis Alkmaar doet mee met
Cineville
.
Alkmaar heeft dertien kerken, waarvan zes rooms-katholieke: zie
Lijst van kerken in Alkmaar
.
- Grote kerk of Sint-Laurenskerk
Grote kerk
De bouw van de
Grote of Sint-Laurenskerk
aan de
Koorstraat
werd begonnen in 1470 en in 1520 voltooid. De kerk is ook nu nog het grootste middeleeuwse kerkgebouw in de Alkmaarse binnenstad. Het werd waarschijnlijk ontworpen door de architect
Antoon I Keldermans
. Aan het einde van de
Langestraat
, vlak bij de Sint-Laurenskerk, is in de bestrating het hoogste natuurlijke punt aangegeven van de oude zandrug waarop de kerk is gebouwd in de vorm van een kleine halve maan van grijze kinderkopjes.
In de Sint-Laurenskerk staat de tombe van graaf
Floris V van Holland
. Deze bevat alleen de ingewanden, die bij het
balsemen
zijn verwijderd. Het lichaam van Floris is later herbegraven in
Rijnsburg
.
- Sint-Laurentiuskerk
De rooms-katholieke
Sint-Laurentiuskerk
werd in 1859?1861 in
neogotische stijl
gebouwd. Het is een van de vroegste werken in Noord-Holland van de beroemde architect
Pierre Cuypers
. De Sint-Laurentiuskerk is een kerk op de plattegrond van een Latijns kruis. Tot de bijzonderheden behoren de
luchtbogen
aan de buitenkant van het gebouw en de toepassing van Limburgse
mergelsteen
, onder andere bij het rijk versierde roosvenster boven de toegangsdeur in de westgevel.
Het interieur heeft een neogotische detaillering, bijvoorbeeld bij het houten
tongewelf
met de kleurige
rozetten
en bij de
reliefs
van mergelsteen langs de wanden. In de
transepten
zijn kleurige
wandschilderingen
met de uitbeelding van het
Bloedmirakel
van Alkmaar uit 1429, gemaakt door
J.A. Klasener
tussen 1874 en 1880. Eerder al schilderde hij de reeks
kruiswegstaties
(1866?1868).
De neogotische inventaris is bewaard gebleven, met onder andere de oorspronkelijke door Cuypers ontworpen kerkbanken, een groot
triomfkruis
bij het begin van het koor, een
Heilig Hartbeeld
, een
Maria-altaar
(links van het koor) en een
Heilig Bloedaltaar
(rechts van het koor). Opmerkelijk zijn ook de
gebrandschilderde
ramen. De oudste hangen in het koor. Ze zijn vervaardigd door het
atelier
van
Nicolas
in Roermond (1862 en 1895), de andere zijn gemaakt door het atelier van
Jules Dobbelaere
uit Brugge (1895?1907).
- Don Bosco-kerk (1961-2007)
- Doopsgezinde Kerk
Gevel van de Doopsgezinde kerk
De Doopsgezinde kerk, gebouwd in 1617 op initiatief van voorganger
Hans de Ries
, is een van de oudste stenen doopsgezinde kerken in Nederland. Het was aanvankelijk een schuilkerk.
Evenals de andere Alkmaarse schuilkerken kreeg ook deze kerk een houten tongewelf. In de 19de eeuw werden het gebouw en de inrichting van de kerk sterk gewijzigd. Zo tekende
C.W. Bruinvis
, de latere stadsarchivaris, in 1854 een nieuwe voorgevel in
neoclassicistische
stijl met
rondboogvensters
. Het voorplein met bloemperk stamt uit 1856. In 1876 werd het gehele interieur veranderd naar ontwerp van stadsarchitect W.F. du Croix. Uit die tijd stammen de banken met hun neogotische detaillering.
Tot de oudste inventarisstukken behoort het neoclassicistische orgelfront uit 1819 van orgelbouwer J.C. Deytenbach. Het orgel zelf is een Flaes-orgel uit 1866.
- Evangelisch-lutherse kerk
De lutherse kerk werd gebouwd in 1690. Het eenvoudige exterieur herinnert eraan, dat de lutherse kerk als schuilkerk begonnen is. Het inwendige is echter, zoals bij lutherse kerken gebruikelijk, veel rijker. Zo wordt de ruimte overdekt door een houten tongewelf met een verhoogd middenveld. Voorts zijn er een
preekstoel
met bijbehorende banken en een rijk bewerkt
tochtportaal
uit de
bouwtijd
. Tot de bijzonderheden behoort het orgel uit 1754, voorzien van
rococo
-
snijwerk
en bovenop de afbeelding van een zwaan, het symbool van
Luther
en de
lutheranen
. Het orgel werd vermoedelijk gebouwd door de
Pieter Muller
, zoon van de bekende orgelbouwer
Christian Muller
.
- Kapelkerk
De Kapelkerk
De
Kapelkerk
dateert volgens sommigen uit circa 1325, maar meer algemeen wordt aangenomen dat men met de bouw begonnen is omstreeks 1520, dus direct na het voltooien van de Grote Kerk. Ten tijde van de bouw van de Kapelkerk was de
Laat
nog niet gedempt; daarom zit de ingang in de korte gevel aan de Kapelsteeg.
Opvallend aan de Kapelkerk zijn de zeer talrijke natuurstenen banden in de bakstenen muren. In 1707 werd de kerk uitgebreid met een hoge
dwarsbeuk
in
Hollands classicistische stijl
aan de noordzijde. Hierin kwam een
bankenblok
te staan, waarin de leden van het stadsbestuur konden plaatsnemen. Het bankenblok werd uitgevoerd in de
moderne Lodewijk XIV-stijl
. Kenmerkend voor die stijl zijn de krullende
acanthusbladeren
aan de
opzetstukken
van de deurtjes.
In 1760 werd het gebouw getroffen door een brand, waarbij het middeleeuwse houten tongewelf verloren ging. Het werd vervangen door een
stucgewelf
met verhoogde velden, voorzien van versieringen in rococostijl. Ook de houten preekstoel en de orgelkast met de bijbehorende houten omlijsting zijn in rococostijl uitgevoerd. Beide interieurstukken stammen uit 1762. Bij de vervaardiging waren
Asmus Frauen
uit Amsterdam en
Willem Straatman
uit Alkmaar betrokken. Het orgel is van orgelbouwer Christian Muller. Tot de opmerkelijke interieurstukken behoren ook de grote koperen
kaarsenkronen
.
Bezienswaardig zijn de kleurige glas-in-loodramen, vervaardigd in de jaren 1920?1940 door
Willem Bogtman
uit Haarlem.
- Remonstrantse Kerk
De Remonstrantse Kerk is een schuilkerk, gelegen op een binnenterrein. Het gebouw werd in 1658 neergezet op de plaats van een houten
gorterij
, waar de gelovigen vroeger in het geheim bijeen kwamen. De monumentale entree tussen de twee klokgevelhuisjes stamt uit 1728. In het sierlijke ijzerwerk boven de deuren zijn de letters RK van Remonstrantse Kerk verwerkt. Binnen heeft het kerkgebouw, dat afgedekt is met een houten tongewelf, aan drie zijden galerijen die rusten op houten zuilen. Het kerkinterieur is zeer fraai, met een 17de-eeuwse preekstoel en rondom een 18de-eeuws
doophek
met rijk versierde koperen
doopbogen
. Zowel op de preekstoel, als op het doophek staat een koperen lezenaar. Voor de verlichting dienen verschillende mooie koperen kronen, kaarsenarmen en blakers (17de en 18de eeuw). Het orgel (1792) is van de Amsterdamse orgelbouwer
Johannes Stephanus Strumphler
. De grenen vloer wordt nog steeds zoals vroeger met fijn zand bestrooid.
- Sint-Dominicuskerk (1863?1985)
De
Sint-Dominicuskerk
werd gebouwd in de jaren 1863?1866 door
Pierre Cuypers
, die ook het
Rijksmuseum
en het stationsgebouw van
Station Amsterdam Centraal
ontwierp. Het was een zogenaamde
kruisbasiliek
met als meest kenmerkend onderdeel de forse toren die duidelijk de bedoeling had de Grote Kerk naar de kroon te steken. De toren vormde meer dan een eeuw lang een markant onderdeel van het silhouet van Alkmaar. De kerk was kunsthistorisch gezien van groot belang omdat het een van de weinige bewaard gebleven bouwwerken was uit de vroege periode van Cuypers' activiteit als architect. Bovendien was ook het interieur nog redelijk compleet. Het kerkbestuur besloot in 1972 om de Sint-Dominicuskerk te sluiten. Het aantal kerkgangers in de binnenstad liep terug. Het onderhoud van de toenmalige twee binnenstadskerken (de Sint-Dominicus aan de
Laat
en de Sint-Laurentius aan het Verdronkenoord) werd te duur. Het kerkbestuur koos voor het behoud van de Sint-Laurentius, die er bouwkundig gezien het best aan toe was. Op kunsthistorische waarde werd minder gelet. In 1974 werd de Sint-Dominicuskerk gesloten voor de eredienst. Jarenlang bleef het lot van deze kerk ongewis, maar in 1985 werd de kerk gesloopt; slechts een traptoren bleef bespaard.
- Sint-Josephkerk
Zicht op de Sint-Josephkerk
De
Sint-Josephkerk
is geheel in neogotische stijl gebouwd. De kerk is op 1 januari 1910 in gebruik genomen. Het ontwerp is van de kerkenbouwers en leerlingen van
P.J.H. Cuypers
,
Albert Margry
,
Jos Margry
en
Josephus Marie Snickers
.
De kerk heeft gebrandschilderde ramen. Het beeld van
Christus Koning
is in 1948 geplaatst ter herinnering aan in de oorlog omgekomen Alkmaarders. Hun namen staan vermeld op een gedenkplaat aan de muur van de kerk.
- Synagoge
De
vroedschap
van Alkmaar stond op 10 mei 1604 als eerste stad van de Nederlanden de Joden toe zich hier te vestigen. Op 5 juni 1802 kocht de Joodse Gemeente dit gebouw om er de
Synagoge
te vestigen. In 1842 werd op het achtererf een school gesticht voor godsdienstig en burgerlijk onderwijs. Dit werd door de rabbi gegeven, deze woonde naast de synagoge op nummer 13.
Twee steentjes in de voorgevel geven (in de Hebreeuwse tijdrekening) de data aan waarop het pand werd gerenoveerd: in 1826 en 1844. De renovatie in 1844 betrof volgens de
Waterstaat
-tekening een nieuwe voorgevel, een galerij voor vrouwen en een tongewelf met daarin de davidster.
Na de oorlog kon de zwaar getroffen Joodse gemeenschap van Alkmaar de synagoge niet meer bekostigen en viel het gebouw toe aan de
baptisten
. Die verlieten het pand weer in 2008. De inmiddels weer groeiende Joodse gemeenschap in Alkmaar nam het gebouw na een grondige restauratie medio 2011 weer in gebruik.
- Verlosserskerk
De Verlosserskerk is opgetrokken in een expressionistische stijl verwant aan die van de
Amsterdamse School
, en werd in 1933 gebouwd naar een ontwerp van
B.W. Plooij
. Het gebouw heeft een kruisvorm als plattegrond, met op de kruising van de daken een zogenaamde dakruiter (torentje). In 1991 sloot de kerk zijn deuren, waarna het gebouw is verbouwd tot appartementencomplex.
- Lukaskerk (Christengemeenschap)
Het kerkgebouw van de Christengemeenschap is gebouwd in
organische stijl
. De kerk is in 1994 in gebruik genomen. Sinds 2009 heeft de kerk aan de Kanaaldijk ook een naam, namelijk de Lukaskerk.
- De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen
Het kerkgebouw van de
Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen
is een kerk die gebouwd volgens een typische Amerikaanse stijl. De kerk is in 1997 in gebruik genomen.
De Ambachtsmolen
Geestmolen
De Viaanse molen
Strijkmolen B
Windmolens
behoren tot de cultuurhistorisch waardevolle streekeigen bebouwing met een voor de gehele regio bijzondere betekenis. Zeker de robuuste
binnenkruiers
komen vrijwel alleen voor in Noord-Holland noordelijk van het
Noordzeekanaal
. Alle molens zijn
rijksmonument
. De nadruk van het beschermde welstandsniveau ligt op het behouden van de authentieke verschijningsvorm van de molens en de verwijzing naar de historie van Alkmaar. Tot 2015 telde de gemeente Alkmaar 13 molens (met de weidemolen meegeteld 14). Daarvan bevinden zich er twee in Koedijk, zes in het dorp Oudorp en vijf in de stad Alkmaar zelf. Sinds 2015 omvat de gemeente Alkmaar ook het grondgebied van de voormalige gemeenten
Schermer
en
Graft-De Rijp
. Sindsdien telt de gemeente Alkmaar in totaal 32 verschillende molens (+ de weidemolen = 33).
Winkelcentrum
Overstad
aan de Noorderkade
Het
Centraal Bureau voor de Statistiek
noemt Alkmaar als de vijfde winkelstad van Nederland gemeten naar de diversiteit van het winkelaanbod.
[10]
Donderdagavond is het koopavond. Sinds 1 juni 2013 zijn de winkels in de Alkmaarse binnenstad ook op zondag geopend.
Alkmaar heeft een aantal markten waarop inwoners, mensen uit de omgeving maar vooral ook toeristen op afkomen. Op dinsdag in Overdie op de Frederik Hendriklaan, woensdagochtend in Oudorp op Nijenburgplein, woensdagmiddag in De Mare op het Europaplein en zaterdag in het centrum op de Gedempte Nieuwesloot en Kerkplein. De laatste woensdag in september vindt de Landbouwdag Alkmaar plaats, die in 1884 voor het eerst werd georganiseerd. De eerste jaren werd deze dag voor agrariers en andere bezoekers elke vijf jaar gehouden. Vanaf omstreeks 1900 werd de Landbouwdag jaarlijks gehouden. Op de keuringen tonen de deelnemers hun fokproducten. Zo'n 200 marktkraampjes maken deel uit van de Lappenmarkt, onlosmakelijk verbonden aan de Landbouwdag. Half december is er een
kerstmarkt
.
Het
Murmelliusgymnasium
, vernoemd naar
Johannes Murmellius
.
Er is in Alkmaar een aantal scholen voor middelbaar onderwijs, met verschillende achtergronden. Het
Murmelliusgymnasium
is een
categoriaal
gymnasium
aan de Bergerhout, opgericht in 1904. Met minder dan 800 leerlingen, uit heel Noord-Holland, is het een relatief kleine school.
De
Christelijke Scholengemeenschap Jan Arentsz
is een christelijke school waarop men
vmbo
,
havo
en
vwo
(
atheneum
en gymnasium) kan volgen. De school heeft drie vestigingen, waarvan twee in Alkmaar, allebei aan de Mandenmakersstraat en een in
Langedijk
, aan de Bosgroet.
Het
Petrus Canisius College
is een katholieke scholengemeenschap met in totaal vijf vestigingen, waarvan drie in Alkmaar en de overige twee in Heiloo en Bergen (NH). De vestiging PCC Oosterhout geeft vmbo-kb voor zowel de boven- en onderbouw en is een praktijkschool. De vestiging PCC Fabritius geeft in de onderbouw havo/vwo en mavo/havo, en in de bovenbouw alleen mavo (vmbo-tl). De vestiging PCC Het Lyceum geeft les aan de bovenbouw havo en vwo, ook is er een
vwoXtra
-afdeling voor de onderbouw. De vestigingen in Heiloo en Bergen geven alleen onderbouw havo/vwo en mavo/havo. Leerlingen vanuit deze scholen gaan of naar de vestiging PCC Fabritius of PCC Het Lyceum.
Het
Stedelijk Dalton College
is een openbare scholengemeenschap voor vwo (atheneum), havo en vmbo. De school heeft een
debatclub
en een
jongerenrechtbank
, waarin getrainde leerlingen herstelmaatregelen opleggen aan mede-leerlingen in plaats van een straf door de rector. In 2004 ging de school met het
daltononderwijs
werken; daarvoor was de naam het
Jan van Scorel-College
. Het
OSG Willem Blaeu
geeft openbaar onderwijs aan vmbo-, havo- en vwo-scholieren, en is gevestigd aan de Robonsbosweg. Het is een zogenaamde
LOOT-school
en men kan er ook
tweetalig onderwijs
volgen.
Het Stedelijk Dalton College, Willem Blaeu en Jan Arentsz hebben gezamenlijk een nevenvestiging, het Van der Meij College, waar leerlingen het 3e en 4e leerjaar BB of KB kunnen volgen.
Het
Horizon College
is een
mbo
-school, die gevestigd is in meerdere gemeenten ten noorden van het IJ. Voor groenonderwijs is er tevens het voormalige Clusius College, dat sinds 2022
Vonk
heet.
Voor hoger onderwijs is er de
Hogeschool Inholland
. De vestiging in Alkmaar bestaat al meer dan 25 jaar en omvatte ook een
conservatorium
. In 2010 is het conservatorium verhuisd naar de vestiging van Inholland te
Haarlem
.
Alkmaar beschikt over een ziekenhuis van de
Noordwest Ziekenhuisgroep
, dat zijn
locatie Alkmaar
in de
Alkmaarderhout
heeft staan. Dit ziekenhuis is ontstaan uit een fusie van
Sint-Elisabeth Ziekenhuis
en het
Centraal Ziekenhuis
dat beiden uit Alkmaar kwamen.
Het
voetbalstadion
, de thuisbasis van voetbalclub
AZ
.
Bekend uit Alkmaar is de voetbalclub
AZ
. De club werd landskampioen in
1981
en
2009
. Daarnaast veroverde het vier keer de
KNVB beker
. Sinds de promotie in 1998 speelt het onafgebroken in de
Eredivisie
.
In de gemeente vindt men verder meerdere
dansscholen
,
sportscholen
en
zwembaden
. IJsbaan
de Meent
is een sportcentrum waar ook andere sportverenigingen gevestigd zijn. Sportpaleis Alkmaar is een overdekte multifunctionele wielerbaan van 250 meter waar jaarlijks Nederlandse kampioenschappen plaatsvinden.
Op het Drafcentrum Alkmaar aan de Sportlaan 4 vinden wekelijks op iedere maandagavond draverijen plaats. Eens per jaar is de 4½ kilometer van Alkmaar. De koers wordt verreden over zes en een halve ronde, waarbij het uithoudingsvermogen van de paarden op de proef worden gesteld.
Voor de bekende mensen die in Alkmaar geboren zijn, of er hebben gewoond, zie de
Lijst van Alkmaarders
.
Bronnen
Alkmaar en zijne geschiedenissen
door W.A. Fasel
Noten
- ↑
a
b
c
d
e
Tabel: Bevolking; maandcijfers per gemeente en overige regionale indelingen
, 1 januari 2023, Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen
- ↑
Alkmaarse monumenten behouden dankzij inzet ISV
,
Alkmaar.nl
, 12 november 2008
- ↑
Kaasmarkt: vrijdagochtend en enkele dinsdagavonden tussen 30/3-28/9/2018
kaasmarkt.nl
- ↑
Alkmaar
vrt.be
- ↑
Dictionnaire des noms de lieux ?
Louis Deroy
et
Marianne Mulon
(
Le Robert
, 1994)
ISBN 285036195X
- ↑
a
b
c
Heslinga, M.W. et al.
, "De plattegrond van de Hollandse stad. Alkmaar aan het einde der middeleeuwen",
Nederland in kaarten. Verandering van stad en land in vier eeuwen cartografie
, 1985, pp. 32-33.
- ↑
de Graaf, Ronald P.
(2004).
Oorlog om Holland, 1000?1375
. Uitgeverij Verloren, Hilversum, p. 313.
ISBN 9789065508072
. Geraadpleegd op
8 januari 2017
.
- ↑
Documenten horend bij Beschermd Gezicht Schermer
.
archisarchief.cultureelerfgoed.nl
. Geraadpleegd op
7 januari 2022
.
- ↑
Documenten horend bij Beschermd Gezicht De Rijp
.
archisarchief.cultureelerfgoed.nl
. Geraadpleegd op
7 januari 2022
.
- ↑
CBS, 2013
.
Gearchiveerd
op 5 maart 2016.