Pjotr Iljitsj Tsjaikovski
(
Russisch
: Пётр Ильи?ч Чайко?вский) (
Votkinsk
,
7 mei
1840
?
Sint-Petersburg
,
6 november
1893
) was een
Russisch
componist
, die geldt als een van de grootste componisten uit de tijd van de
hoogromantiek
. Hij was de eerste Russische componist wiens muziek buiten Rusland een blijvende indruk zou maken. Tsjaikovski schreef een aantal van de populairste muziekwerken in het klassieke repertoire, zoals de balletten
Het zwanenmeer
en
De notenkraker
, de
Ouverture 1812
, de opera
Jevgeni Onegin
, de
Vierde
,
Vijfde
en
Zesde
symfonie
, het
Eerste pianoconcert
en het
Vioolconcert
.
Hoewel Tsjaikovski met zijn studie aan het jonge
Conservatorium van Sint-Petersburg
zich de westerse muziekleer eigen maakte, wilde hij uiting geven aan de typisch Russische mentaliteit. Zo maakte hij graag gebruik van Russische
volksmelodieen
. De Russische cultuur vertoonde in de negentiende eeuw een gespleten karakter, met zowel inheemse als overgenomen elementen die sinds de tijd van
Peter de Grote
ver uit elkaar lagen. Het resulteerde in onzekerheid onder de intelligentsia over de nationale identiteit van het land, iets dat weerslag had in de carriere van Tsjaikovski.
Ondanks zijn grote successen werd het leven van Tsjaikovski gekenmerkt door persoonlijke crises. Dit wordt onder meer toegeschreven aan de vroege scheiding van zijn moeder, de dood van zijn goede vriend en collega
Nikolaj Rubinstein
, zijn mislukte huwelijk, en de beeindiging van zijn 13-jarige samenwerking met de rijke patrones
Nadezjda von Meck
. Hij stierf geheel onverwacht negen dagen na de premiere van zijn uiterst sombere
Zesde symfonie
Pathetique
, waarschijnlijk aan cholera.
Pjotr Tsjaikovski werd geboren in Votkinsk, een klein stadje in het huidige
Oedmoertie
, dat vroeger deel uitmaakte van de provincie
Vjatka
van het
Keizerrijk Rusland
. Hij groeide op in een middenklassegezin als tweede zoon van llia Petrovitsj Tsjaikovski. Zijn vader was directeur van een mijnfabriek. Zijn ouders hadden interesse voor muziek. Tsjaikovski was eerst ambtenaar, ging muziek studeren aan het
Conservatorium van Sint-Petersburg
en werd toen leraar aan het
Conservatorium van Moskou
dat net was geopend. Tegen de zomer van 1867 had hij zijn eerste pianostukken geschreven en liet ze publiceren. Een rijke bewonderaarster, gravin
Nadezjda Filaretovna von Meck
, bood hem in 1877 de mogelijkheid zijn leven geheel aan het componeren te wijden. Jarenlang onderhielden zij een innige briefwisseling, maar Tsjaikovski heeft haar nooit willen ontmoeten. In 1890 zette de gravin haar financiele steun om onduidelijke redenen stop. Een onbewezen theorie is dat zij zich niet kon verenigen met zijn
seksuele geaardheid
.
[1]
In de lente van 1877 kreeg Tsjaikovski een brief met een liefdesverklaring van zijn leerlinge Antonina Miljoekova. In juli 1877 trouwde het paar in de (sinds de jaren 1930 verdwenen) Sint-Joriskerk in de Malaja Nikitskaja straat in het district Presnenski in Moskou.
[2]
Na hun huwelijksreis naar Sint-Petersburg was de totaal voor het huwelijk ongeschikte Tsjaikovski de instorting nabij. Met geleend geld van Nadezjda vluchtte hij eerst - onder het mom van een retraite voor een zenuwziekte - naar Kamenka. Nadien liet hij zich door vrienden naar het Conservatorium van Sint-Petersburg roepen.
Nikolaj Rubinstein
werd tevergeefs ingeschakeld om Antonina te overtuigen van Tsjaikovski te scheiden. Er ontwikkelde zich bij haar een geestesziekte. In 1896 werd ze krankzinnig verklaard en in een instelling opgesloten, waar ze in 1917 stierf.
[3]
Tsjaikovski reisde veel, werd overal geeerd, maar was een eenzelvig en eenzaam mens. Hij overleed op 53-jarige leeftijd aan
cholera
in Sint-Petersburg. Er wordt echter steeds weer aan deze doodsoorzaak getwijfeld. Het gerucht dat hij zelfmoord gepleegd zou hebben door opzettelijk besmet water te drinken, is hardnekkig. De onbewezen theorie dat hij dit gedaan zou hebben na een veroordeling door een 'ereraad' van voormalige studievrienden op beschuldiging van 'liederlijk' (homoseksueel) gedrag dat niet naar buiten mocht komen, heeft fervente aanhangers en bestrijders en is ook in
literaire
fictie
verwerkt.
[4]
Zijn broer
Modest
, die een
biografie
over hem uitbracht,
[5]
zou hebben getracht de zelfmoord geheim te houden.
Naast zeven
symfonieen
(inclusief
Manfred
) schreef hij onder meer
symfonische gedichten
, tien
opera
's (waarvan hij een vernietigde),
pianowerken
,
kamermuziek
,
liederen
en
vioolmuziek
. Tsjaikovski slaagde erin om invloeden uit de West-Europese klassieke muziek succesvol te verbinden met de Russische muziek. Zijn muzikale voorkeur ging uit naar
Mozart
en
Mendelssohn
. Zijn werken zijn ook geliefd vanwege de zeer welluidende
orkestratie
en de rijkdom aan melodieen. Tsjaikovski verwerkte in een aantal composities op bijzondere wijze de
wals
, niet alleen in zijn balletten, maar ook in zijn symfonieen. Zijn muziek werd door sommige land- en tijdgenoten, in het bijzonder de
nationalistisch-Russische
componisten van
Het Machtige Hoopje
, als (te) westers bestempeld.
- Droom op de Volga (Воевода, Vojevoda)
, opus 3 (1867-1868)
- Ondine
(Ундина)
(vernietigd) (1869)
- De Lijfwacht (Опричник, Opritsjnik)
(1870-1872)
- De Pantoffeltjes (Черевички, Tsjerevitsjki)
(1885, oorspronkelijke versie 1874:
Vakoela de Smid
) op. 14
- Jevgeni Onegin
(Евгений Онегин)
, op. 24 (1877-1878)
- De Maagd van Orleans (Орлеанская дева, Orleanskaja Deva)
(1878-1879, herzien in 1882)
- Mazeppa (Мазепа) (1881-1883)
, naar
Poesjkin
- De Tovenares (Чародейка, Tsjarodejka)
(1885-1887)
- Pique Dame
of
Schoppenvrouw
(Пиковая дама, Pikovaja Dama)
, op. 68 (1890)
- Iolanta
(Иоланта)
, op. 69 (1891)
- Toneelmuziek
voor
De verkeerde Dmitri en Vassili Schoeiski
van
Ostrovski
(inleiding en mazurka) (1867)
- Toneelmuziek voor
De kapper van Sevilla
naar
Beaumarchais
(1872)
- Toneelmuziek op. 12 voor
Sneeuwvlokjes
van Ostrovski (1873)
- Toneelmuziek voor
De droom van de Wolga
van Ostrovski, monoloog met houtblazers, harp en strijkorkest (1886)
- Toneelmuziek op. 67a voor
Hamlet
naar
Shakespeare
voor kamerorkest (1891)
- Symfonie nr. 1 in
g-mineur
, op. 13 (
Winterdagdromen
) (1866, herzien in 1874)
- Symfonie nr. 2 in
c-mineur
, op. 17 (
Klein-Russische
) (1872, herzien in 1879-1880)
- Symfonie nr. 3
in
D-majeur
, op. 29 (
Poolse
) (1875)
- Symfonie nr. 4
in
f-mineur
, op. 36 (1877-1878)
- Manfred
-symfonie (zonder nummer) in
b-mineur
, op. 58 (1885) naar het
leesdrama
Manfred
van
Lord Byron
- Symfonie nr. 5 in
e-mineur
, op. 64 (1888)
- Symfonie nr. 6
in
b-mineur
, op. 74 (
Pathetique
) (1893)
- Onvoltooide symfonie
in
Es-majeur
(1892), waarvan het eerste deel door Tsjaikovski verwerkt in het Pianoconcert nr. 3, op. 75.
[6]
- Suite nr. 1 in D-groot, op. 43 (1878-1879)
- Suite nr. 2 in C-groot, op. 53 (
Suite characteristique
) (1883)
- Suite nr. 3 in G-groot, op. 55 (1884)
- Suite nr. 4 in G-groot, op. 61 (
Mozartiana
) (1887)
- Allegro vivo in E-groot ? voor kamerorkest (1863-1864)
- Allegro ma non tanto in G-groot ? voor strijkorkest (1863-1864)
- Andante ma non troppo/Allegro moderato in A-groot ? voor kamerorkest (1863-1864)
- Agitatio/Allegro in c-klein ? voor kamerorkest (1863-1864)
- Concertouverture in c-klein (1865-1866)
- Ouverture in F-groot ? (1865) voor kamerorkest, (1866) voor symfonieorkest
- Deense ouverture in D-groot ? op. 15 over het Deense volkslied (1866)
- Ouverture
Het onweer
in e-klein ?
opus posthumus
76 ? bij Ostrovskis Drama (1866-1867)
- Symfonisch Gedicht
Noodlot
in g-klein ? op. posth. 77 (1868)
- Fantasie-Ouverture
Romeo en Julia
naar Shakespeare (1869, omgewerkt in 1870 en 1880)
- Fantasie
De storm
in f-klein - op. 18 ? naar Shakespeare (1873)
- Suite uit het ballet
Het zwanenmeer
? op. 20a (1876)
- Slavische mars
in bes-klein ? op. 31 (1876)
- Fantasie
Francesca da Rimini
in e-klein - op. 32 ? naar Dante (1876-1877)
- Capriccio Italien
op. 45 (1880)
[7]
- Serenade
in C-groot - op. 48 ? voor strijkorkest (1880)
- Ouverture solennelle 1812
op. 49 ?
feestouverture
(1880, Finale voor pianosolo)
- Kroningsmars
in D-groot (1883)
- Elegie ter ere van I.V. Samarin
in G-groot (1884)
- Marche solennelle (Juristenmars)
in D-groot (1885) ? geschreven en opgedragen aan de Juristenschool
- Fantasie-Ouverture
Hamlet
in f-klein - op. 67 ? naar Shakespeare (1888)
- Symfonische ballade
Vojevoda
in a-klein ? op. posth. 78 (1891)
- Suite uit het ballet
De notenkraker
? op. 71a (1892)
- Concertstuk voor twee dwarsfluiten en strijkorkest (1863-1864)
- Concerto voor piano nr. 1 in bes-klein, op. 23
(1874-1875)
- Serenade melancolique
- in bes-klein voor viool en orkest, op. 26 (1875)
- Variaties op een Rococothema voor violoncello en orkest
, op. 33 (1876/1877)
- Valse-Scherzo in C-groot - voor viool en orkest, op. 34 (1878)
- Concert voor viool in D-groot, op. 35
(1878)
- Souvenir d’un lieu cher
voor viool en orkest - op. 42a ? drie stukken oorspronkelijk voor viool en piano in een geautoriseerde orkestratie door
Aleksandr Glazoenov
(1878)
- Concert voor piano nr. 2 in G-groot - op. 44 (1879-1880, herzien in 1893)
- Concertfantasie voor piano en orkest in G-groot - op. 56 (1884)
- Pezzo Capriccioso
voor violoncello en orkest in b-klein - op. 62 (1887)
- Andante cantabile voor violoncello en strijkorkest, eigen bewerking van het tweede deel van het strijkkwartet nr. 1 (1888?)
- Nocturne voor violoncello en orkest, eigen bewerking van op. 19 nr. 4 (1888)
- Concert voor piano nr. 3 in Es-groot - op. 75 (1893): het eerste deel werd door Tsjaikovski volledig geinstrumenteerd, van het tweede en derde deel bestaat alleen een 'uitwerkversie' voor twee piano's. Beide delen werden door
Sergej Tanejev
geinstrumenteerd.
Orkestwerken met zang (solo/solisten en/of koor)
[
bewerken
|
brontekst bewerken
]
- Op de komende slaap
in c-klein - voor gemengd koor en orkest (1863/1864)
- Aan de Vreugde
- cantate voor solostemmen, koor en orkest ? naar Schillers
Ode an die Freude
(1865)
- Cantate ter nagedachtenis van de 200ste geboortedag van Tsaar Peter de Grote ? voor tenor-solo, gemengd koor en orkest (1872)
- Cantate bij het 50-jarig jubileum van O.A. Petrow ? voor tenor, gemengd koor en orkest, naar N.A.Nekrassow (1875)
- Moskou
? kroningscantate voor mezzo-sopraan, bariton, gemengd koor en orkest, naar Maikow (1883)
- Adagio in F-groot ? voor blaasoktet (1863-1864)
- Allegro in c-klein ? voor pianosextet (1863-1864)
- Adagio molto in Es-groot ? voor harp en strijkkwartet(1863-1864)
- Allegro vivace in Bes-groot ? voor strijkkwartet (1863-1864)
- Andante molto in G-groot ? voor strijkkwartet (1863-1864)
- Andante ma non troppo in e-klein ? voor strijkkwartet (1863-1864)
- Allegretto in E-groot ? voor strijkkwartet (1863-1864)
- Adagio in C-groot ? voor blaaskwartet (1863-1864)
- Allegretto in D-groot ? voor strijktrio (1863-1864)
- Strijkkwartet in Bes-groot ? eendelig (1865)
- Strijkkwartet Nr. 1 in D-groot ? op. 11 (1871)
- Serenade in D-groot voor de verjaardag van N.G. Rubinstein ? voor dwarsfluit, twee klarinetten, hoorn, fagot en strijkkwartet (1872)
- Strijkkwartet Nr. 2 in F-groot - op. 22 (1874)
- Souvenir d’un lieu cher
? op. 42, drie stukken voor viool en piano (1878)
- Strijkkwartet Nr. 3 in es-klein - op. 30 (1876)
- Pianotrio in a-klein - op. 50
A la memoire d’un grand artiste
(1881-1882)
- Strijksextet in d-klein - op. 70
Souvenir de Florence
? (1890; herzien 1891-1892)
- 4 Bewegingen voor strijkkwartet (1863-1864)
- Romance in f-klein, op. 5 (1868)
- Capriccio
, op. 8 (1870)
- 3 stukken, op. 9 (1870)
- Nocturne en Humoreske
, op. 10 (1871)
- 6 stukken, op. 19 (1870)
- 6 stukken naar een thema, op. 21 (1873)
- Sonate in G-groot, op. 37 (1878)
- De Seizoenen
(1875-1876)
- Kinderalbum
, op. 39 (1878)
- 12 stukken, op. 40 (1878)
- 6 stukken, op. 51 (1882)
- Doemka
, op. 59 (1886)
- 18 stukken, op. 72 (1893)
- Sonate in cis-klein, op. posth.
- Koorstukken (14) voor de Liturgie van Heilige Johannes Chrysostomos, op. 41 (1878)
- Koorstukken (17) voor de nacht- en ochtendviering, op. 52 (1881-1882)
- Liturgische koorstukken (9) (1884-1885)
- Hymne ter ere van de Heilige Cyrillus en de Heilige Methodius (1885)
- 6 liederen, op. 6 (1869)
- 6 liederen, op. 16 (1872)
- 6 liederen, op. 25 (1874)
- 6 liederen, op. 27 (1874)
- 6 liederen, op. 28 (1874)
- 6 liederen, op. 38 (1877)
- 7 liederen, op. 47 (1879)
- 16 liederen voor kinderen, op. 54 (1883)
- 6 liederen, op. 57 (1883)
- 12 liederen, op. 60 (1886)
- 6 liederen, op. 63 (1888)
- 6 liederen, op. 65 (1888)
- 6 liederen, op. 73 (1893)
- De in 1955 opgerichte stad
Tsjaikovski
in de
kraj
Perm
? 20 km ten zuiden van zijn geboortestad
Votkinsk
? is genoemd naar de componist.
- ca. 1930 - Hugo van Dalen
Tsjaikovski
(Kruseman) Serie: Beroemde musici nr. 17. Digitale versie
Delpher
- 1988 -
Nina Berberova
Tsjaikovski: biografie
(De Arbeiderspers) Vertaald uit het Frans door Frans de Haan van
Tchaikovski (
1987). Eerder verscheen van dit boek in 1948 een Nederlandse vertaling:
Tsjaikowski: de geschiedenis van een eenzaam leven
(A.J.G. Strengholt). Vertaald uit het Russisch, bewerkt en van aantekeningen voorzien door J.A. Leerink. Vertaling van:
Cajkovskij: istorija odinokoj zizni
(1936)
- 1995 -
Theo Olof
Mijn leven met Tsjaikovski
(Strengholt)
- 1993 - Everett Helm
Peter Iljitsj Tsjaikovski
(Contact) Vertaald uit het Duits door Oscar van den Wijngaard
- 1995 - Jeroen Koolbergen
Tsjaikovski: 1840-1893: een componistenleven in beeld
(Atrium)
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Russen verbergen dat Tsjaikovski homo was
,
De Standaard
, 27 augustus 2013
- ↑
(
en
)
Warrack, John
(1973, paperback 1989).
Tchaikovsky
. Hamish Hamilton, London, p. 106.
- ↑
Strutte, Wilson
(1987 (vertaling)).
Tsjaikovski
. J.H. Gottmer Componistenreeks , Haarlem, p. 68-83.
ISBN 9025720293
.
- ↑
Onder meer in het
libretto
van
Gerrit Komrij
voor de opera
Symposion
van
Peter Schat
(1994) en in de
roman
Kolja
van
Arthur Japin
(2017).
- ↑
(
en
)
Tchaikovsky, Modest:
The Life and Letters of Peter Ilich Tchaikovsky
, University Press of the Pacific (2004)
ISBN 1-4102-1612-8
- ↑
Op basis van Tsjaikovski's schetsen bestaat een door
Sergej Bogatyrjev
samengestelde vierdelige uitvoeringsversie, bekend als
Symfonie nr. 7
(vervaardigd tussen 1951 en 1955, eerste uitvoering 1957)
- ↑
Freddy Breck
scoorde in 1973 een hit met een bewerking onder de titel
Bianca
- ↑
The Music Lovers
op IMDb
- ↑
Zhena chaikovskogo
op IMDb
|