Persvrijheid
is de vrijheid van
drukpers
, het
grondrecht
om gevoelens en gedachten openbaar of kenbaar te maken. Een
democratische
samenleving kan alleen goed functioneren als de persvrijheid ? als een van de voornaamste voorwaarden ? goed geregeld is.
In
Nederland
is de persvrijheid vastgelegd in artikel 7 van de
Nederlandse Grondwet
:
Artikel 7
- Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
- De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending.
- Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
- De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.
Hoewel er dus nooit
vooraf
toestemming nodig is voor enige publicatie, moet de auteur er wel rekening mee houden dat hij
achteraf
kan worden aangeklaagd wanneer zijn publicatie bijvoorbeeld
smadelijk
,
lasterlijk
of
discriminerend
is, of
aanzet tot haat
. Dit is wat met het in artikel 7 van de grondwet genoemde "behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet" wordt bedoeld. Persvrijheid neemt dus niet de verantwoordelijkheid voor hetgeen gepubliceerd wordt weg.
In
Belgie
bepaalt artikel 25 van de gecoordineerde Grondwet van 7 februari 1831:
‘De drukpers is vrij; de censuur kan nooit worden ingevoerd; geen borgstelling kan worden geeist van de schrijvers, uitgevers of drukkers.
Wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in Belgie heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider niet worden vervolgd.’
Daarnaast wordt uitdrukkelijk de vrijheid van meningsuiting gestipuleerd in artikel 19: ‘De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd.’
De ergernis omwille van de
mediacensuur
en de heffing van
zegelrechten
op onder meer dagbladpublicaties voor 1830, droegen sterk bij aan het ontstaan van Belgie.
Beknotting van de persvrijheid kan op vele manieren gebeuren. In veel landen vindt dit plaats door
censuur
vanuit de overheid waarbij controleurs bij kranten etc. toestemming moeten geven voordat artikelen geplaatst mogen worden. Dit was bijvoorbeeld het geval in de voormalige
Sovjet-Unie
waar alle voorgenomen publicaties door de
KGB
gekeurd moesten worden. Een veel subtielere manier om de persvrijheid te beknotten zoals die nog steeds veel voorkomt, is te zien als de gedrukte media, televisiekanalen etc. in handen zijn van de overheid. Formeel is er dan geen controle maar feitelijk wel omdat de hoofdredactie zich altijd zal schikken naar de wensen van de overheid, de geldverstrekker. Ook als er sprake is van
belangenverstrengeling
tussen overheid of bedrijfsleven enerzijds en media anderzijds kan er sprake zijn van informele inperking van de persvrijheid. Minder subtiele manieren om de persvrijheid te onderdrukken zijn mishandeling, ontvoering, bedreiging of zelfs moord op journalisten of redacteuren die onwelgevallige artikelen schrijven of willen schrijven.
De Nederlandse stichting
Free Press Unlimited
helpt mensen in ontwikkelingslanden om onafhankelijke mediaorganisaties op te zetten. Free Press Unlimited vindt het belangrijk om deze mensen te steunen omdat zij anders geen eigen stem hebben. Door onafhankelijke mediaorganisaties op te zetten kunnen de mensen in ontwikkelingslanden zelf bepalen wat ze uitzenden en zo komt de bevolking te weten wat de overheid niet wil zeggen.
Een veel gebruikte methode om de persvrijheid te beknotten is (dreigen met) aanspannen van rechtszaken wegens smaad en laster wanneer publicaties de overheid (of overheidsfunctionarissen) onwelgezind zijn. Dit komt nog regelmatig voor in veel landen in de wereld.
Een organisatie die waakt over persvrijheid is
Verslaggevers Zonder Grenzen
. Elk jaar publiceren zij een lijst van landen met de mate van persvrijheid in die landen. Volgens de lijst van
2010
hebben
IJsland
,
Finland
,
Noorwegen
,
Nederland
en
Zweden
de meeste persvrijheid. Belgie staat op een gedeelde tiende plaats, samen met
Luxemburg
en
Malta
. Volgens de lijst is er in
Eritrea
de minste persvrijheid, gevolgd door
Noord-Korea
,
Turkmenistan
en
Iran
. Opvallend was dat een aantal arme landen (
Ghana
en
Mali
) toch betrekkelijk hoog scoorden.
[1]
Een belangrijke testcase voor de persvrijheid was het proces van
Scientology tegen Karin Spaink
. Daarbij publiceerde de journaliste
Karin Spaink
interne documenten van Scientology, werd door de sekte aangeklaagd en ten slotte tot aan de Hoge Raad toe vrijgesproken, wegens het publieke belang dat met de publicatie gemoeid was.
Diverse organisaties en instellingen brengen, elk vanuit een eigen visie en met andere accenten, de persvrijheid wereldwijd in kaart.
De internationale
niet-gouvernementele organisatie
Verslaggevers Zonder Grenzen
publiceert jaarlijks een lijst van landen gerangschikt naar hun geschatte persvrijheid. Zo stonden voor de periode 2002-2006 in de top 5 van landen:
- met de meeste persvrijheid: Finland, IJsland, Ierland, Nederland en Tsjechie
- met de minste persvrijheid: Noord-Korea, Turkmenistan, Eritrea, Cuba, Myanmar.
En over 2017 zag de top 5 er als volgt uit:
- met de meeste persvrijheid: Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken, Nederland (Belgie: nr. 9)
- met de minste persvrijheid: Noord-Korea, Eritrea, Turkmenistan, Syrie, China
Over 2020:
- met de meeste persvrijheid: Noorwegen, Finland, Zweden, Denemarken, Costa Rica (Nederland op plaats 6, Belgie op 11)
- met de minste persvrijheid: Djibouti, China, Turkmenistan, Noord-Korea, en het allerlaagst geklasseerd is Eritrea
Deze
Amerikaanse
NGO peilt naar het democratisch gehalte van alle landen in de wereld, en legt een grote nadruk op de persvrijheid, vandaar een afzonderlijk jaarlijks rapport over de situatie van de pers. Daarnaast publiceert de NGO speciale rapporten over de toestand in bepaalde landen, waar de persvrijheid het afgelopen jaar sterk is veranderd, in vrije of onvrije zin, en over de persvrijheid op het internet.
Hoewel
The Economist
vanuit een liberale visie focust op de democratie als geheel, vormt de persvrijheid een impliciet maar belangrijk onderdeel van de meetinstrumenten. In het jaarrapport over 2017 vormde de persvrijheid zelfs het belangrijkste thema.
[2]
In 1993 riepen de
Verenigde Naties
de datum
3 mei
uit tot de jaarlijkse
Internationale Dag van de Persvrijheid
(
World Press Freedom Day
) om de beginselen van de persvrijheid onder de aandacht van het publiek en regeringsleiders te brengen en deze wereldwijd te bevorderen. Nog veel journalisten worden immers om hun uitingen bedreigd, mishandeld, vermoord of in gevangenschap genomen. Het idee voor deze Internationale Dag van de Persvrijheid was afkomstig van de Algemene Conferentie van de
UNESCO
van 1991. Daar werd erkend dat een vrije,
pluriforme
en
onafhankelijke
pers een essentieel onderdeel is van elke democratische samenleving. Daarnaast werd
2 november
uitgeroepen tot Internationale Dag tegen Straffeloosheid van Misdaden op Journalisten (
International Day to End Impunity for Crimes against Journalists
).
UNESCO houdt jaarlijks de
World Press Freedom Conference
(WPFC). In 2020 vindt deze conferentie in Nederland plaats, de
WPFC 2020
op 9-10 december 2020 (eerder gepland op 22-24 april 2020, doch uitgesteld wegens de
coronacrisis
) in het
World Forum
te
Den Haag
, samen met de eerste editie van het
World Press Freedom Festival
, met als thema
Journalism without Fear or Favour
. De conferentie zal tevens in het teken staan van de
International Day to End Impunity for Crimes against Journalists
.
Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
[
bewerken
|
brontekst bewerken
]
In de
Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
(OVSE) is een speciale vertegenwoordiger voor mediavrijheid aangeduid,
[3]
met als taak vooraf te waarschuwen bij beperkingen van de mediavrijheid, en de lidstaten te helpen bij de uitvoering van hun verplichtingen inzake vrijheid van meningsuiting.
Wereldwijd leggen enkele investeringsfondsen zich toe op de financiele ondersteuning van het pluralisme in de media, vooral dan in landen waar de mediavrijheid onder druk staat. Vanuit de Verenigde Staten is sedert 1995 het
Media Development Investment Fund
(MDIF)
[4]
actief. Eind 2021 zag
Pluralis
[5]
het licht. Het is een gezamenlijk initiatief van MDIF, de
Koning Boudewijnstichting
, het Noorse mediafonds Tinius Trust,
[6]
het
Soros Economic Development Fund
(SEDF), de
GLS Gemeinschaftsbank
en
Mediahuis
, en beoogt de versterking van het mediapluralisme in Europa.
Organisaties die zich inzetten voor de persvrijheid en de verdediging van journalisten:
Bronnen, noten en/of referenties
|