Een
cent
(afgekort c of ¢) is het honderdste (naar het
Latijn
:
centum
, "honderd") deel van veel
munteenheden
. Bijna alle munteenheden zijn als gevolg van
decimalisatie
in honderd kleinere eenheden verdeeld. De naam daarvan is vaak 'cent' of een variatie daarvan als 'centime', '
centavo
', '
sen
' of iets dergelijks. Omdat veel munteenheden aldus in centen verdeeld zijn, spreekt men vaak van
dollarcent
,
eurocent
enzovoorts. In eigen land is dit nauwelijks nodig.
Door
inflatie
worden centen steeds minder waard. Sommige munteenheden, zoals de
Mexicaanse peso
, zijn zo weinig waard geworden dat men de centen niet meer tegenkomt.
De munt ter waarde van een cent wordt meestal zelf ook cent genoemd.
[1]
Zo was in
Nederland
bijvoorbeeld de cent 1/100 van de
gulden
. De
Belgische
en Luxemburgse frank werden verdeeld in 100 centiem. De eurocent heet ook in het Frans
cent
. Hetzelfde woord betekent ook honderd, maar er is verschil in uitspraak, respectievelijk /sent/ en /sa/. In de praktijk wordt nog vaak
centime
/satim/ gezegd.
Met de
Muntwet van 1816
vond er een
decimalisatie
van de gulden plaats en was de cent voortaan 1/100 van de gulden. In
1817
werd de cent voor het eerst geslagen, in
1818
de eerste
halve cent
. In
1877
werd de eerste wijziging aan de Nederlandse cent en halve cent doorgevoerd. In
1948
werd de laatste wijziging doorgevoerd; de halve cent werd sinds 1940 niet meer geslagen. In
1980
werd de cent voor chartale transacties officieel weer afgeschaft, maar hij was nog tot
1 februari
1983
in omloop. Bedragen werden sinds 1980 op een stuiver afgerond als ze met contant geld betaald werden. Betaalde men met een cheque of giraal, dan werd het bedrag niet afgerond.
Tot de
Tweede Wereldoorlog
gebruikten de
Nederlandse Antillen
de
Nederlandse gulden
. Tijdens de oorlog kregen ze hun eigen gulden. De eerste cent werd geslagen in
1944
in de
Amerikaanse
stad
Denver
. In
1952
verscheen de echte eerste Antilliaanse cent. Al de naoorlogse munten worden geslagen door
Nederland
. In
1970
verscheen een nieuw ontwerp, dat geslagen werd tot
1985
. Sinds
1989
wordt het huidige ontwerp geslagen.
Suriname
had vanaf
1962
de
Surinaamse gulden
(SRG), de cent werd voor het eerst geslagen in
1957
, vijf jaar voor de invoering van de gulden. Het land was op dat moment nog een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Toen Suriname in
1975
onafhankelijk werd, bleef de munteenheid behouden. In
1989
werd de laatste cent geslagen. In 2004 is de Surinaamse gulden vervangen door de
Surinaamse dollar
(SRD), ook bestaande uit 100 cent.
Nederlands-Indie
had vanaf
1855
een cent, de laatste werd geslagen in
1945
.
Belgie kende van 1832 tot 1 maart 2002 de
Belgische frank
, ingedeeld in 100 centiem. Er bestonden ooit munten van 1, 2, 5, 10, 20, 25 en 50 centiem.
In Finland werd spoedig na de invoering van de euro besloten de centen af te schaffen. Finse munten van 1 en 2 cent worden niet meer geslagen.
In Belgie ontstond gaandeweg de gewoonte om zowel bij de prijszetting als bij het betalen de centjes (het "koper") weg te laten. Soms gebeurde het door bij de kassa een doosje te zetten om de centjes in te stoppen, meestal voor een goed doel, bijvoorbeeld het
Rode Kruis
of het kinderkankerfonds.
Op 7 februari 2014 besloot de Belgische regering om per direct over te gaan tot afronding van de eindbedragen aan de kassa. Verplicht is dit niet, en eind 2016 kwamen nog steeds kassabetalingen met losse centen voor.
Na de invoering van de euro in Nederland kwamen er weer centen in omloop, deze keer eurocenten. Er ontstond al snel een discussie of de eurocent afgeschaft moest worden. Bijna alle Nederlandse winkels
ronden
het totaalbedrag op 5 centen af, zodat de munten van 1 en 2 cent meestal niet meer nodig zijn. Evenals in het guldentijdperk geldt dit alleen voor
contante
betalingen, bij
girale
betalingen wordt er niet afgerond.
In bijna alle andere eurolanden worden de centen nog wel gebruikt, maar de
Europese Commissie
onderzoekt de mogelijkheid om in alle eurolanden over te gaan tot afronding van bedragen.
Het meervoud 'centen' wordt in Nederland wel gebruikt als synoniem voor 'geld'. Dit gebeurde in
Belgie
ook al toen daar nog met
franken
werd betaald en de cent er geen betaalmiddel meer was (de centiem nog wel, maar enkel het muntstuk van 50 centiem was nog enigszins in gebruik).
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Een uitzondering vormen in dit opzicht de Verenigde Staten: de waarde is
cent
, de munt zelf heet
penny
. In het
Verenigd Koninkrijk
is
penny
ook de naam van de waarde. Dit laatste gold ook voor de Australische penny die sinds 1964 niet meer bestaat.
|