Beugelen is een volkssport die door jong en oud wordt gespeeld op een lemen baan. Het spel wordt gespeeld op een lemen baan van 10 bij 5 meter met daarop fijn grind waarbij op 7,5 meter een metalen beugel is geplaatst van een ruime halve cirkel met een diameter van ongeveer 25 cm. Aan de vier zijkanten van de baan bevindt zich een wand van zo'n 30 cm hoog. Over de korte zijkant het verst van de beugel ligt een greppel van 20 cm breed en 15 cm diep.
De massieve ballen waarmee wordt gespeeld zijn ongeveer 20 cm in diameter. De bal wordt weggeduwd met een houten ‘schepje’ van ongeveer 70 cm met een blad van zo’n 10 cm breed. Het spel wordt altijd met vier ballen gespeeld, om en om per speler/team. Bij aanvang van het spel wordt elke bol uit de greppel genomen en gepoogd door de beugel te spelen. Bij elke volgende speelbeurt wordt de bal gespeeld van de plaats waar deze de vorige beurt is blijven liggen. Het doel van het spel is om als eerste dertig punten te scoren.
De kennis van het op de juiste manier bouwen en aanleggen van de banen, het gieten van de ballen en het maken van de schepjes is specialistisch werk. Er zijn in de beugelwereld slechts een handjevol mensen die deze kennis en ervaring hebben.
Het grootse deel van de georganiseerde wedstrijden vindt plaats in clubverband onder de vlag van de Nederlandse Beugel Bond (NBB), de landelijke sportbond. Bij verenigingen wordt in de clublokalen de beugelsport niet alleen op de baan maar ook ernaast beleefd. De verenigingscultuur en -dynamiek en de bijbehorende sociale aspecten zijn voor veel spelers een belangrijk onderdeel van de sport.