Zangkunst
of
zingen
is het op
muzikale
wijze gebruiken van de
menselijke stem
. Dit doet men door woorden of andere klanken (lettergrepen of onzinklanken) op verschillende
toonhoogten
uit te spreken, volgens een bepaalde
melodie
. Bij zingen veranderen of vervlakken
klemtonen
en
tongval
vaak. Een beoefenaar van de zangkunst in het algemeen heet een
zanger(es)
of vocalist(e).
Zingen kan men alleen doen (solozang) of samen met anderen (
koorzang
). Vaak wordt er onder
instrumentale
begeleiding gezongen, bijvoorbeeld van een
gitaar
of
piano
. Er kan ook worden begeleid door een heel
orkest
of band of opname op een geluidsdrager. Wanneer er bij het zingen geen begeleiding aanwezig is, heet dit
a capella
. Als men met de stem muziekinstrumenten nadoet om andere stemmen te begeleiden, heet dat
barbershop singing
, (letterlijk: "kapperszaak-zingen").
Als er geen woorden worden geproduceerd, maar de stem met gesloten lippen wordt gebruikt om een melodie te maken, noemt men dat niet zingen maar
neurien
.
Men onderscheidt in de westerse
muziek
naast
volksliederen
en
Gregoriaanse
en
klassieke zangkunst
(
opera
,
operette
,
liederen
,
aria
's,
madrigalen
,
motetten
,
koralen
,
oratoria
,
passies
, etc.) de speciale zangtechnieken die nodig zijn voor
jazzliederen
en voor
popliederen
, waaronder ook
musicalliederen
en
countrymuziek
.
Crooning
is een speciale, ontspannen, zangstijl die alleen met een microfoon kan worden uitgevoerd.
Arabische
, diverse Oosterse en andere muziekstijlen (bijvoorbeeld de
Mongoolse keelzang / Boventoonzang
) van over de hele wereld vereisen een goede beheersing van ademsteun en het bij de betreffende stijl passende klankideaal.
Een heel apart genre is het
jodelen
, een kunst die voornamelijk in
Zwitserland
beoefend wordt. Bij jodelen vindt er een snelle omslag plaats tussen twee modi waarin de stem zich kan bevinden. Deze "klik", die stembreuk wordt genoemd (ten onrechte, want er is niets stuk als dat gebeurt), is in de jodelmuziek expres hoorbaar gemaakt, terwijl aan de andere kant het klankideaal in de klassieke muziek voorschrijft dat een dergelijke transitie zo min mogelijk hoorbaar is. Dat noemt men ook wel het "egaliseren van de zangstem". Jodelen is een artistieke keuze, en is niet ongezonder dan een geegaliseerde stem.
De meeste professionele of semiprofessionele vocalisten specialiseren zich in een beperkt aantal muziekstijlen. Iemand met een voor opera getrainde stem zal over het algemeen moeite hebben met het zingen in bijvoorbeeld de typische countrystijl en omgekeerd. De verschillen in technieken tussen jazz- en popzang zijn iets minder groot.
Een andere gebruikte techniek is de
boventoonzang
, die in
Noord-
en
Centraal-Azie
is ontstaan.
Elke menselijke
zangstem
heeft een bepaald
bereik
(de afstand tussen de hoogste en laatste toon die men kan zingen). Zangstemmen worden daarom ruwweg in vier grote categorieen ingedeeld:
Sommigen beweren dat de zangstem ingedeeld wordt aan de hand van het bereik. Anderen gebruiken de zangstemmen om het timbre of de klankkleur van de stem te categoriseren. Een vrouw met een diepe, lage stem zou dan een alt genoemd kunnen worden. Volgens de stemtechniek
Complete Vocal Technique (CVT)
hebben alle mensen (mannen en vrouwen apart) hetzelfde stembereik, of zouden datzelfde stembereik kunnen verkrijgen door training. In dat geval is het indelen van zangstemmen aan de hand van bereik niet meer zinvol.
Door de grote verscheidenheid in stembereik zijn er nog veel nadere aanduidingen van zangstemmen ontstaan (zie
zangstem
).
Zang is een van de hoofdvakken die op een conservatorium worden onderwezen.
Het aanleren van het zingen zelf gebeurt meestal prive of in koren. Een van de basisonderdelen van de zangstudie is
solfege
, waarmee vooral het muzikale gehoor getraind wordt. Bij het trainen van een zangstem wordt veel aandacht besteed aan onder meer een goede manier van staan en een lage
ademhalingstechniek
(
bekken
en
middenrif
), mondstand,
uitspraak
,
dictie
, in de aanleerfase. Aan conservatoria wordt gewerkt aan zowel de interpretatie als de techniek als de uitvoering. Ook bijvakken als onderwijsleer, psychologie, didactiek en muziektheorie komen aan bod.
Wanneer een verhaal verteld wordt waarbij zangers zowel
acteren
als zingen, en in afwisseling met
instrumentale
stukken, spreekt men van
muziektheater
. De bekendste vormen zijn
opera
,
operette
of
musical
.
- De uitdrukking
voor het zingen de kerk uit
verwijst naar een onbetrouwbare manier van
anticonceptie
.
- De uitdrukking
Een toontje lager zingen
verwijst naar het feit dat het veelal als makkelijker wordt ervaren om op een lagere toonhoogte te zingen. In
overdrachtelijke
zin wordt hiermee dus bedoeld dat iemand zich bescheidener opstelt. Qua betekenis hieraan verwant is de uitdrukking
Veel noten op zijn zang hebben
, waarmee "veel praatjes hebben" wordt bedoeld.