Zandsteen
is een sedimentair- of
afzettingsgesteente
dat voornamelijk bestaat uit
zandkorrels
. Bij sedimentatie van zandkorrels worden ook
silt
,
kalk
,
grind
,
glimmers
,
veldspaat
en andere gesteentefragmenten afgezet. Door verwering wordt een van oorsprong geelbruine zandsteen grijs. Het voorkomen van bepaalde oxiden en andere mineralen kleurt varianten bruinrood. Zandsteen bestaat voornamelijk uit
kwarts
.
Zandsteen wordt in
Nederland
en
Belgie
vrij veel toegepast als
bouwmateriaal
. In Nederland wordt vooral de
Bentheimer zandsteen
(uit
Bentheim
) en de
Obernkirchener zandsteen
(uit
Obernkirchen
) toegepast en voor sculpturen ook de, door het grote kalkgehalte, fijnkorrelige
Baumberger zandsteen
, die zeer geschikt is voor fijn steen- en beeldhouwwerk, maar niet erg
weervast
is. In Nederland wordt de naam zandsteen uitsluitend gebruikt voor zuivere zandstenen (zonder kalk) die voornamelijk uit Noord-Duitsland en in een periode rond 1900 ook uit Luxemburg en omgeving werd geimporteerd.
De
zandige kalkstenen
Balegemse steen
,
Ledesteen
en
Gobertange
uit Belgie (in Belgie vaak
kalkzandsteen
genoemd), die met name aan veel middeleeuwse gebouwen worden aangetroffen, worden in Nederland meestal niet tot de zuivere zandstenen gerekend. De gangbare verzamelnaam voor deze steensoorten is Witte Belgische steen.
Sinds 1951 is het bewerken van zandsteen in Nederland verboden vanwege de grote hoeveelheid
kwartsstof
die bij het hakken vrijkomt. Dit veroorzaakt de longziekte
silicose
. Sinds die tijd werd oude zandsteen bij
restauraties
vaak vervangen door Vaurion (
Massangis
), hoewel deze niet erg weervast bleek: delen uit 1966 werden in 2009 reeds vervangen. Ook verweert deze steen veel lichter. In bijzondere gevallen kon een speciale commissie (Zandsteencommissie) het gebruik van zandsteen voor restauraties toch toestaan.
Sinds 2005 wordt Bentheimer en Obernkirchener zandsteen in toenemende mate weer in Nederland verwerkt ten behoeve van restauraties, bijvoorbeeld voor de
Sint-Janskathedraal
in
's-Hertogenbosch
en voor de gevels van het
Koninklijk Paleis
in Amsterdam. Indien maar de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen hoeft werken in zandsteen niet te resulteren in longschade door silicose.
In Nederland komt zandsteen aan de oppervlakte in het oosten van
Twente
, bij
Winterswijk
en in Limburg. Het wordt hier echter niet meer gewonnen. In de rest van Nederland is nog niet voldoende
diagenese
opgetreden om zandsteen te krijgen.
Vier eeuwen lang, van 1450 tot 1850, werd zandsteen voornamelijk vanuit of via Bentheim naar Nederland getransporteerd over de
Overijsselse Vecht
. Steden als Ommen en Zwolle voeren hier wel bij. Door de hoge kosten van het vervoer, werd de steen voornamelijk toegepast in belangrijke gebouwen. De gevels van het Koninklijk Paleis Amsterdam zijn bijvoorbeeld opgetrokken in Obernkirchener en Bentheimer zandsteen. Door de uitvinding van de
trein
kwamen er vele exotische steensoorten op de markt. Hiermee was het hoogtepunt van de handel in 'Bentheimer Gold' voorbij. In en rond Bentheim wordt op relatief kleine schaal zandsteen gewonnen, met name in
Gildehaus
; de
groeve
bij Obernkirchen is in veel grootschaliger exploitatie.
Zandsteen heeft een zekere mate van
porositeit
en kan daardoor een goed
reservoir
voor
grondwater
of
olie
/
aardgas
zijn. De meeste reservoirs van de olie- en gasvelden van de
Noordzee
en ook
Slochteren
zijn zandstenen. De Slochteren zandsteen is een in het
Rotliegend
afgezet
eolische
zandsteen.
Enkele grote zwerfstenen van zandsteen zijn onder andere: