Willem Valk
|
|
W.J. Valk aan het werk met tekenvoorstudies, 1935.
[1]
|
Persoonsgegevens
|
Volledige naam
|
Willem Johannes Valk
|
Geboren
|
Zoeterwoude, 22 oktober 1898
|
Overleden
|
Bennebroek, 6 november 1977
|
Geboorteland
|
Nederland
|
Beroep(en)
|
beeldhouwer, tekenaar
|
|
RKD-profiel
|
|
W.J Valk beeld en het beeld in wording voor het Gasthuis v. d. Werkenden Stand tijdens het z.g. puncteren, 1935.
[1]
W.J. Valk en het bronzen masker van
Herman Poort
voor de Openluchtschool.
[1]
Beelden op de Kijk in 't Jatbrug
Provinciaal Gedenkteken
(Assen)
Willem Johannes Valk
(
Zoeterwoude
,
22 oktober
1898
?
Bennebroek
,
6 november
1977
) was een
Nederlands
beeldhouwer
en
tekenaar
.
[2]
Hij werd ook wel de officieuze stadsbeeldhouwer van
Groningen
genoemd.
Willem Valk was het vijfde kind en de jongste zoon van Hendrik Valk, een ontwerper bij het latere
Van Kempen en Begeer
, en Wilhelmina Driebergen. Hij zou niet de enige kunstenaar van het gezin worden, zijn broer
Hendrik Valk
jr. werd een bekend kunstschilder. Op advies van zijn vader volgde hij een opleiding als
zilversmid
aan de
Academie van Beeldende Kunsten
in
Den Haag
, hij volgde artistieke metaalbewerking bij
Frans Zwollo sr.
en kreeg daarnaast boetseerlessen van
Rien Hack
en
Kees Smout
. In 1918 behaalde hij zijn diploma voor het metaalbewerken en een jaar later voltooide hij de boetseeropleiding en behaalde zijn onderwijsbevoegdheid. Hij werkte korte tijd als
ciseleur
bij Van Wisselingh & Co. in Amsterdam en vanaf december 1919 als houtsnijder bij Planje in Den Haag. Bij Planje werkte hij aan ontwerpen van
Chris Lebeau
voor de inrichting van het nieuwe
Asthatheater
in Den Haag.
Aan de
Academie Minerva
in de stad
Groningen
was eind 1920 een vacature ontstaan door het pensioen van leraar boetseren
Johan Peddemors
. Valk,
Wim Haver
en
Henk Etienne
waren kandidaten voor deze functie. Valk was de jongste van het stel, wat directeur
Dirk de Vries Lam
een minpunt vond, maar Nadat Haver zich terugtrok en Etienne nog geen onderwijsbevoegdheid bleek te hebben, werd hij per 1 januari 1921 benoemd. In eerste instantie was de aanstelling tijdelijk, toen de academie een jaar later met de MTS en de
Hogere Zeevaartschool
fuseerde, kreeg Valk zijn vaste aanstelling als docent in het Middelbaar Nijverheidsonderwijs.
[3]
In tegenstelling tot zijn voorgangers, die de leerlingen vooral naar gipsmodel of levend model lieten tekenen, nam hij zijn studenten mee naar buiten. Hij zou ruim veertig jaar de academie lesgeven.
In 1921, het jaar van zijn aanstelling, kreeg Valk zijn eerste opdracht van de gemeente Groningen: twee gestileerde reliefs van het
wapen van de stad
aan de
Natte brug
over het
Helperdiep
. Valk maakte korte tijd (1921-1923) deel uit van de kunstenaarsvereniging
De Ploeg
, waarvan hij ook penningmeester werd, met als doel verschillende bouwwerken in stad en dorp meer architectonisch te verzorgen, geheel in de lijn van de geest van die tijd. Ook de
Amsterdamse school
hield er een dergelijk credo op na. Ook werd hij lid van de
Nederlandse Kring van Beeldhouwers
(1929-1969) en van de
Vereniging tot Bevordering der Bouwkunst
. Met de opkomst van de Amsterdamse School in Groningen, halverwege de jaren 20, groeide ook de vraag naar bouwbeeldhouwwerk. In de loop der jaren volgden meerdere gemeentelijk opdrachten, waarbij Valk "de juiste man op de juiste plek op het juiste tijdstip was".
[4]
Hij werkte daarbij geregeld samen met zijn vriend, de
architect
Siebe Jan Bouma
. Voorbeelden van Valks werk in de stad zijn de ornamenten aan het gebouw van Openbare Werken (1928) aan het
Zuiderdiep
, het Van Elmpthuis (1929)
[5]
in de
Herestraat
en aan het politiebureau (1930) aan de Ubbo Emmiusstraat. Een opvallend bouwwerk dat de ornamenten van Willem Valk draagt, is het gebouw
De Faun
, een voormalig kantoor van
De Utrecht
, ontworpen door
A.R. Wittop Koning
.
[6]
Toen de opdracht voor
De Faun
in 1937 af was, trok Valk een aantal maanden met zijn gezin naar Parijs. Hij ontmoette daar zijn grote voorbeeld, de Franse beeldhouwer
Aristide Maillol
. Naast bouwbeeldhouwwerk maakte Valk ook vrij werk, dierfiguren en portretten; uit de jaren 30 zijn meer dan 25 portretten van hem bekend.
[3]
-
Valks eerste werk in Groningen, het stadswapen aan de
Natte brug
.
-
Buste van Rabenhaupt, Valks laatste werk, op de
Grote Markt
, Groningen.
Tijdens de
Tweede Wereldoorlog
werkte Valk met zijn leerlingen aan een restauratie van de
Martinitoren
. Voor het westelijk portaal van de toren maakte hij in opdracht beelden van Bernlef, St. Maarten en Agricola, die in oktober 1940 aan de stad werden aangeboden. In 1941 kreeg hij van de gemeente een opdracht voor het vervaardigen van vier manshoge beelden voor de nieuwe
Kijk in 't Jatbrug
. In 1943 zouden deze beelden gereed zijn, maar de oorlog weerhield de gemeente ervan de beelden te plaatsen; ze werden pas in 1951 geplaatst. Kort na de
inval van de Duitsers
werd door vijftig organisaties, waaronder de Nederlandse Kring van Beeldhouwers, de Nederlandse Organisatie van Kunstenaars (NOK) opgericht, om invoering van een cultuurkamer naar
Duits model
te voorkomen. De NOK werd in mei 1941 verboden. Nadat in november 1941 de
Nederlandsche Kultuurkamer
werd ingevoerd, stapte een aantal Kringleden op -onder wie
Leo Braat
,
Hildo Krop
en
Gerrit van der Veen
en namen de kas mee, de Kring werd daarop ontbonden. Valk was een van de kunstenaars die zich principieel tegen aansluiting bij de Kultuurkamer verzetten. Hij werd in Groningen contactpersoon van de illegaal opgezette Centrale Kunstenaars Commissie, die het kunstenaarsverzet en de financiele ondersteuning daarvan coordineerde. Opmerkelijk is dat hij ondanks zijn weigering om zich aan te sluiten bij de Kultuurkamer kon doorwerken, mogelijk werd hem vanuit Openbare Werken de hand boven het hoofd gehouden.
[3]
Vanaf september 1942 bood hij in zijn huis in
Eelderwolde
onderdak aan een oud-leerling, die moest onderduiken vanwege de
Arbeitseinsatz
. Bij het bezoek van koningin
Wilhelmina
in november 1945 aan de stad, werden Valk en een aantal andere verzetsmensen door haar bedankt.
Na de oorlog werd Valk, met onder anderen de architecten
A.R. Wittop Koning
en
A.L. van Wissen
, benoemd tot lid van de
Provinciale Commissie voor oorlogs- of vredesgedenktekens
, die de
minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
adviseerde over de plaatsing van
oorlogsmonumenten
. In een aantal gevallen kon hij ervoor zorgen dat een opdracht naar een van zijn leerlingen ging. Hij maakte zelf twintig monumenten, waaronder het
oorlogsmonument
(1948) op begraafplaats
Esserveld
, het
Monument voor het gevallen spoorwegpersoneel
(1949) in
Utrecht
en de
Bevrijdingsplaquette
(1970) aan de
gevel
van het
Groninger stadhuis
. Het kleinste herdenkingsteken is de 65 mm grote penning
Herkregen vrijheid
(1945), die hij in opdracht van de
Vereniging voor Penningkunst
maakte.
[7]
Hoewel Valk de vernieuwende naoorlogse beeldhouwkunst kon waarderen, ging hij daar niet in mee.
[4]
In februari 1956 ontving Willem Valk op het
Provinciehuis
, uit handen van commissaris der koningin
Ebels
, de
Culturele prijs van de provincie Groningen
1955. Er werd tegelijkertijd een tentoonstelling geopend, die werd ingeleid door
W. Jos. de Gruyter
. Per 1 november 1963 ging Valk als docent met pensioen. In 1971 maakte hij zijn laatste beeld voor de stad Groningen: een buste van
Carl von Rabenhaupt
, 17e-eeuws bevrijder van de stad. Het werd een jaar later bij de herdenking van het
Gronings Ontzet
onthuld.
[8]
Nadat hij in 1974 een hartaanval kreeg, vertrok hij met zijn vrouw - hij trouwde met Ella Goodijk, zus van architect
Arjen Goodijk
- naar Bennebroek. Willem Valk overleed in 1977, na een tweede hartaanval, op 79-jarige leeftijd. In
Hoogkerk
, een dorp en wijk binnen de gemeente Groningen, werd de Willem Valkstraat naar hem vernoemd.
- reliefs stadswapen aan de
Natte brug
(1921), Groningen
- relief aan het voormalige
R.K. Ziekenhuis
(1925), Verlengde Hereweg, Groningen (ontwerp van
Wim Haver
)
- ornamenten aan gebouw van voormalige Gemeentewerken (1928), Gedempte Zuiderdiep (thans dienst Ruimtelijke Ordening/Economische Zaken), Groningen
- ornament aan het rioolgemaal (1928), Damsterdiep, Groningen
- ornamenten aan het Van Elmpthuis (1929), voormalig hoofdkantoor Friesch-Groningsche Hypotheekbank, Herestraat, Groningen
- sluitsteen
pelikaan
aan het voormalig schoolgebouw (1929), Rabenhauptstraat, Groningen
- gevelstenen
Politieman
,
Handboeien
,
Sleutelbos
voormalig politiebureau (1930), Ubbo Emmiusstraat, Groningen
- plaquette van
Dr. W.H. Mansholt
(1931),
UMCG
aan de Oostersingel in Groningen
- gedenkmonument voor
Tjerk Hiddes de Vries
(1934), Grote Bredeplaats in Harlingen (met
Berend Tobia Boeyinga
)
- grafmonument
J.A.H. Schaper
(1935),
begraafplaats Esserveld
, Groningen
- sluitsteen Gasthuis (1935), Oosterweg, Groningen
- Jonge Boer
en ornamenten (1936), Kantoor
Friesland bank
aan het Zaailand, Leeuwarden
- sluitsteen vrouwenfiguur aan voormalig schoolgebouw (1937), J. Hissink Jansenstraat, Groningen
- ornamenten aan gebouw "
De Faun
", voormalig kantoor van Levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht (1938), Gedempte Zuiderdiep, Groningen
- Stern op bol
(1938), brugwachtershuis Museumbrug hoek Westerkade/Sluiskade, Groningen
- "De Zee" (1939), Marktstraat (scheepvaartkantoor
Koninklijke Wagenborg
),
Delfzijl
[9]
- buste
H.D. Guyot
(1939), Rijksstraatweg,
Haren
- Sint Maarten
,
Bernlef
,
Rudolf Agricola
(1940)
Martinitoren
, Groningen
- relief
"De Telegrafie"
aan het postkantoor (1940), Schuitemakersstraat, Groningen
- grafmonument
Harm Engbert Blaauw
,
Noorderbegraafplaats
, Groningen
- buste
Sybrand Marinus van Haersma Buma
(1947), gemeentehuis aan de Stadslaan in IJlst
- grafmonument (1948), Kerkhoflaan,
Eelde
- Monument Fokko Reinard Zuidveld
(1948), Stadsweg,
Garrelsweer
- Oorlogsmonument Esserveld
(1948), ter nagedachtenis aan 45 verzetsslachtoffers, begraafplaats Esserveld
- Monument bij de N.H. Kerk
(1948), Noorderringweg,
Marum
- De Ziener
(1948),
Sleen
[10]
- buste
Geert Teis
(1948),
Theater Geert Teis
,
Stadskanaal
[11]
- Monument voor het gevallen spoorwegpersoneel
(1949), Moreelsepark,
Utrecht
- Herkregen vrijheid
(1949), jaarpenning van de Vereniging voor Penningkunst
- monument op de Algemene begraafplaats (1949/1950),
West-Terschelling
- Monument op de Joodse begraafplaats
(1950), Iepenlaan, Groningen
- oorlogsmonument
Sint-Joris en de draak
(1950)
Harmenspark
,
Harlingen
- verzetsmonument
Getrouw tot in de dood
(1950), Grote Kerkstraat,
Sneek
- Provinciaal Gedenkteken
(1951), Brink,
Assen
- gevelsteen brandweer Assen (1951), bij ingebruikname gebouw aan de Collardslaan. Steen is herplaatst bij nieuw gebouw aan Het Kanaal.
- oorlogsmonument
De Hoanne
(1951), Monumentwei,
Tjalhuizum
- Visvrouw
,
Korendrager
,
Koopvrouw
,
Scheepsbouwer
(1951) aan weerszijden van de
Kijk in 't Jatbrug
, Groningen
- Monument voor A.C. de Graaf
(1953),
Wognum
- Monument voor de gevallenen
(1954), Ald Tsjerkhof,
Woudsend
- oorlogsmonument
(1954), Wijkstraat,
Appingedam
- Monument voor Lammert Heringa
(1956),
Gorredijk
- Drents heideschaap (1958), Gorechtpark,
Hoogezand
- Bijenkorf
(1965), Westerplantage,
Leeuwarden
- Bevrijdingsplaquette
(1970), De Grote Markt, Groningen
- buste
Carl von Rabenhaupt
(1972), De
Grote Markt
, Groningen
- borstbeeld
Gerardus Heijmans
,
Rijksuniversiteit Groningen
, Groningen
[12]
- vrijstaand ornament
Parkheem
bij het gelijknamige verzorgingstehuis, Stadskanaal
- Het inwendige oor
,
Warffum
-
-
-
Vrouwfiguur (Delfzijl)
-
De Faun (Groningen)
-
Grafmonument voor
Jan Schaper
(Groningen)
-
-
Gevelsteen
Politieman
(Groningen)
-
Grafmonument Blaauw (Groningen)
-
Gevelsteen samen met Wim Haver (Groningen)
-
De oude man
(Groningen)
-
Stern
(Groningen)
-
-
Heideschaap
(Hoogezand)
-
Veenmol
(Hoogeveen)
-
Bijenkorf
(Leeuwarden)
-
Boer
(Leeuwarden)
-
De ziener
(Sleen)
-
Parkheem
(Stadskanaal)
-
Beeld (Warffum)
-
Buste van Carl von Rabenhaupt in groningen stad.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
a
b
c
"
Groningsche kunstenaars in hun arbeid. De beeldhouwer Valk
.",
Nieuwsblad van het Noorden
, 28 december 1935.
- ↑
P.M.J.E. Jacobs (2000)
Beeldend Benelux : biografisch handboek
. Tilburg: Stichting Studiecentrum voor Beeldende Kunst. Vol. 6, p. 72-73.
ISBN 90-805707-1-0
.
- ↑
a
b
c
Hans IJsselstein Mulder, Leo van der Laan, Evert Schoorl (1999)
Hendrik en Willem Valk. Een Arnhemse schilder en een Groninger beeldhouwer
Groningen: Benjamin & Partners.
ISBN 90-5764-097-X
- ↑
a
b
Herma Hekkema, "Willem Valk : Bezield vormgeven aan het beeld van de stad", in Henriette Kindt (samenstelling) (1988)
In beeld gebracht
. Groningen: Centrum Beeldende Kunst Groningen / REGIO-PRojekt.
ISBN 90-5028-107-9
- ↑
Willem Valk (1898?1977), De Groninger Stadsbeeldhouwer
, Elmpthuis.nl.
- ↑
Francis van Dijk (1998)
Leraren van de Academie Minerva. Een keuze uit twee eeuwen kunstonderwijs in Groningen
Groningen: Benjamin & Partners.
ISBN 90-5477-019-8
- ↑
Louk Tilanus (2000)
Handzame sculptuur : De geschiedenis van de Vereniging voor Penningkunst
. Amsterdam: Vereniging voor Penningkunst / Zwolle: Waanders. p. 179-181.
ISBN 90-400-9265-6
- ↑
"Borstbeeld bij Stadhuis overgedragen ?Monument Rabenhaupt moet Stad en Lande inspireren""
,
Nieuwsblad van het Noorden
, 28 augustus 1972.
- ↑
Groningen en Grunneger -
Verzameling beelden in Groningen
- ↑
Drenthe-Centraal.nl -
Enkele notities over het doel en de werkwijze van het Drents Genootschap.
- ↑
Gemeente Groningen, B&W Besluiten, 21 maart 2007 -
Buste dichter Geert Teis terug naar Stadskanaal
- ↑
Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING) -
Heijmans, Gerardus (1857-1930)
|