Friedrich Wilhelm Christian Karl Ferdinand Freiherr von Humboldt
(
Potsdam
,
22 juni
1767
?
Slot Tegel
bij
Berlijn
,
8 april
1835
) was een Duits taalwetenschapper, filosoof en staatsman en medeoprichter van de Friedrich-Wilhelms-Universitat, de tegenwoordige
Humboldtuniversiteit te Berlijn
. Als onderwijshervormer in dienst van het Pruisische Ministerie van Onderwijs ontwierp hij een nieuwe organisatie van het onderwijs in de geest van het neo-humanisme. Zijn vormingsideaal is bekend geworden als het 'Humboldtsche Bildungsideal'. Het gymnasium en de universiteit veranderden daardoor in 'Bildungs-instituten'. Wilhelm was de oudere broer van
Alexander von Humboldt
.
Humboldt werd in 1767 geboren als oudste zoon van de majoor en kamerheer Alexander Georg von Humboldt (1720-1779) uit een
Pommers
geslacht dat in 1738 in de adelstand was verheven. Zijn moeder, Maria Elisabeth Colomb (1741-1796), weduwe van een baron von Holwede, stamde uit een Zuid-Frans
hugenotengeslacht
.
Hij ontving onderwijs van huisleraren, onder wie
Joachim Heinrich Campe
, in onder meer moderne en klassieke talen en wiskunde en kreeg later privecolleges in rechten en in filosofie. In 1787-1788 studeerde hij rechten in
Frankfurt (Oder)
en vervolgens te
Gottingen
, waar hij zich met het werk van
Immanuel Kant
en
Christian Gottlob Heyne
bezighield en bij
Georg Christoph Lichtenberg
klassieke taal- en letterkunde en natuurwetenschappen studeerde. Met Campe reisde hij in 1789 naar
Parijs
, waar hij ooggetuige van de
Franse Revolutie
was. Hij leerde te
Weimar
, waar hij de winter van 1789 op 1790 doorbracht, zijn latere vrouw
Caroline von Dacheroden
en
Karl Theodor von Dalberg
kennen. Via Caroline kwam hij in contact met
Friedrich Schiller
, met wie hij een hechte vriendschap zou ontwikkelen. Hij kreeg in de zomer van 1790 te
Berlijn
een functie in dienst van de
Pruisische
staat. Met Caroline, sinds 29 juni 1790 zijn echtgenote, trok hij zich in 1791 echter terug op haar familiegoederen in
Erfurt
en Weimar en sinds 1794 in
Jena
. In deze Thuringse jaren werkte hij nauw samen met Schiller en
Johann Wolfgang Goethe
.
Humboldt werd met de dood van zijn moeder in 1796 financieel onafhankelijk. Van 1797 tot 1801 verbleef hij wederom in het revolutionaire Parijs en bezocht hij
Madrid
,
Sevilla
en
Baskenland
. Hij werd in 1802
Pruisisch
resident bij de
Heilige Stoel
te
Rome
. Deze comfortabele positie liet hem genoeg tijd om van zijn huis een cultureel en wetenschappelijk centrum te maken. Onder zijn gasten daar waren
Lucien Bonaparte
, de latere koning
Lodewijk I van Beieren
,
Karl Friedrich Schinkel
,
August Wilhelm Schlegel
,
Madame de Stael
en zijn broer Alexander.
Humboldt had zijn liberale gezindheid reeds in 1792 verwoord in zijn
Ideen zu einem Versuch, die Grenzen der Wirksamkeit des Staates zu bestimmen
('Ideeen over een poging de grenzen van de werkzaamheid van de staat te bepalen'). In dit werk, dat pas in 1852 volledig verscheen, reageerde hij tegen de paternalistische
Polizeistaat
die teveel taken op zich nam.
[1]
Vrijheid was het hoogste goed voor de menselijke ontplooiing en staatsinmenging was voor deze vrijheid het grootste gevaar. Zaken als onderwijs, armenzorg, huwelijk en godsdienst moesten aan het initiatief en de moraliteit van individuen worden overgelaten. De staat moest zich ertoe te beperken zijn onderdanen te beschermen tegen geweld, dus in essentie tot defensie, diplomatie en justitie. Directe belastingen zouden volstaan om dit gereduceerde staatsapparaat te financieren. De
bureaucratie
moest tot een minimum worden herleid, want ze zorgde ervoor dat hoogopgeleide personen zich bezighielden met futiele formaliteiten.
In 1809 werd Humboldt hoofd van de afdeling Eredienst en Onderwijs in het Pruisische ministerie van Binnenlandse Zaken. In die hoedanigheid stelde hij in het kader van de
Pruisische hervormingen
het gehele onderwijswezen onder staatstoezicht en trachtte hij hoog gekwalificeerd personeel op te leiden. Hieraan moesten de in 1809 gestichte gymnasia bijdragen, alsmede de kroon op zijn werk, de in 1810 in de geest van het
Bildungsideaal
gestichte Universiteit van Berlijn (thans Humboldt-universiteit), waaraan
Friedrich Schleiermacher
,
Friedrich Carl von Savigny
,
Johann Gottlieb Fichte
en
Barthold Georg Niebuhr
doceerden.
Humboldt werd in 1812 gezant te
Wenen
. In 1813 was hij als Pruisisch gevolmachtigde aanwezig bij het
Congres van Praag
. Het was met name aan hem te danken dat
Oostenrijk
zich bij de anti-napoleontische
Zesde Coalitie
van Pruisen en
Rusland
aansloot. Met
Karl August von Hardenberg
was hij in 1814-1815 als gevolmachtigde aanwezig op het
Congres van Wenen
. Hij had een werkzaam aandeel in de oprichting van de
Duitse Bond
, maar kon zijn liberale ideeen hierover door tegenwerking van met name
Klemens von Metternich
niet verwezenlijken. In 1815 ondertekende hij mede het
Verdrag van Parijs
, in 1815-1816 was hij aanwezig bij de territoriale onderhandelingen te
Frankfurt am Main
en sinds oktober 1817 was hij een jaar gezant te
Londen
. In 1818 nam hij deel aan het
Congres van Aken
.
Als minister voor standen en plaatselijk bestuur (1819) ontwierp hij een grondwet die in volksvertegenwoordiging en regionaal zelfbestuur voorzag. Zijn aandringen deze grondwet aan te nemen, zijn afwijzende houding jegens de reactionaire
besluiten van Karlsbad
en zijn oppositie tegen Hardenberg leidden op 31 december 1819 tot zijn ontslag. Met hem traden
Hermann von Boyen
en
Karl Friedrich von Beyme
af.
In 1830, een jaar na de dood van zijn vrouw, benoemde koning
Frederik Willem III
Humboldt bij wijze van verzoening weer in de staatsraad. In deze functie had hij echter geen wezenlijke politieke invloed. Hij stierf in 1835 op zijn familieslot
Tegel
, dat hij door
Karl Friedrich Schinkel
had laten verbouwen.
Humboldt wijdde zich sinds zijn ontslag in 1819 aan de
vergelijkende taalwetenschap
en
geschiedfilosofie
. Reeds in 1817 had hij correcties en aanvullingen op
Johann Christoph Adelungs
Mithridates
gemaakt, met name wat betreft het
Baskisch
, waarmee hij op zijn reis naar Spanje in aanraking was gekomen. Andere onderzoekingen betroffen onder meer
Amerindische talen
,
Oudegyptisch
,
Koptisch
,
Chinees
,
Japans
,
Hongaars
en
Sanskriet
. Zijn bekendste werk is het in 1836 postuum gepubliceerde
Uber die Kawisprache auf der Insel Java
, betreffende de Javaanse taal
Kawi
. De inleiding hierop,
Uber die Verschiedenheit des menschlichen Sprachbaus und seinen Einfluss auf die geistige Entwicklung des Menschengeschlechts
, over taalverschillen en hun invloed op de menselijke ontwikkeling, heeft een grote invloed gehad op de
taalfilosofie
. Van hem stamt de opvatting dat taal geen ergon (statisch product) maar een
energeia
(dynamisch proces) is. Zijn idee dat taal de gedachtewereld bepaalt, legde mede de grondslag voor de latere
Sapir-Whorf-hypothese
.
Zijn geschiedfilosofische opvattingen worden tot het
historisme
gerekend. Voorts vertaalde hij
Pindarus
en
Aeschylus
en voerde hij gepubliceerde correspondenties met Schiller en Goethe.
Hij stichtte de
Humboldt-universiteit
. In Von Humboldts opzet zou de universiteit een vrijplaats zijn voor het opleiden van academici die vanuit intellectuele vrijheid en ongebondenheid een kritische bijdrage zouden leveren aan de voortgang en kwaliteit van allerlei debatten en problemen in de maatschappij. Onafhankelijk, maar niet zonder belang te hebben bij de voortgang van democratie en beschaving. In zijn model is de universiteit een institutie voor belangeloos onderzoek, beschermd door volstrekte
academische vrijheid
, terwijl het universitaire onderwijs wetenschappelijke vorming als hoofddoel heeft.
Eenzelfde idee kan men terugvinden in de vele middelbare scholen die in Duitsland zijn naam (en die van zijn broer Alexander) dragen, zoals deze in Trier, Berlijn of Keulen.
- Sokrates und Platon uber die Gottheit
(1787-1790)
- Ideen zu einem Versuch, die Granzen der Wirksamkeit des Staates zu bestimmen
(1791)
- Uber den Geschlechtsunterschied
(1794)
- Uber mannliche und weibliche Form
(1795)
- Plan einer vergleichenden Anthropologie
(1797)
- Das achtzehnte Jahrhundert
(1797)
- Asthetische Versuche I.: Uber Goethe's Hermann und Dorothea
(1799)
- Latium und Hellas
(1806)
- Geschichte des Verfalls und Untergangs der griechischen Freistaaten
(1807?1808)
- Olympische Oden
- vertaling uit het Grieks van Pindarus (1816)
- Agamemnon
- vertaling uit het Grieks van Aeschylus (1816)
- Uber das vergleichende Sprachstudium in Beziehung auf die verschiedenen Epochen der Sprachentwicklung
(1820)
- Uber die Aufgabe des Geschichtsschreibers
(1821)
- Uber die Entstehung der grammatischen Formen und ihren Einfluss auf die Ideenentwicklung
(1822)
- Uber die Buchstabenschrift und ihren Zusammenhang mit dem Sprachbau
(1824)
- Bhagavad Gita
(1826)
- Uber den Dualis
(1827)
- Uber die Sprache der Sudseeinseln
(1828)
- Uber Schiller und den Gang seiner Geistesentwicklung
(1830)
- Rezension von Goethes Zweitem romischem Aufenthalt
(1830)
- Uber die Kawisprache auf der Insel Java
(1836)
- Azurmendi, Joxe (2007),
Humboldt. Hizkuntza eta pentsamendua
, Bilbo: UEU.
ISBN 978-84-8438-099-3
.
- Berman, Antoine
(1984).
L'epreuve de l'etranger. Culture et traduction dans l'Allemagne romantique: Herder, Goethe, Schlegel, Novalis, Humboldt, Schleiermacher, Holderlin
. Paris: Gallimard, Essais.
ISBN 978-2-07-070076-9
.
- Bosch, Sarah & Markus Meßling (2004). 'Wege zur Sprache. Wilhelm von Humboldt und Frankreich',
Kodikas/Code, Ars Semeiotica
27.1-2, 5-28.
- Lammers, Wilhelm (1936).
Wilhelm von Humboldts Weg zur Sprachforschung, 1785-1801
. Berlin: Junker & Dunnhaupt.
- Lauer, Gerhard (Hrsg.) (2017),
Wilhelm von Humboldt - Schriften zur Bildung.
Stuttgart: Reclam.
- Noordegraaf, Jan (2005). 'On Analogy, or Humboldt’s Dutch Connexion',
Beitrage zur Geschichte der Sprachwissenschaft
15, 177-188.
- Schmitter, Peter (1999). 'Das 'allgemeine' und 'vergleichende Sprachstudium' bei W. von Humboldt. Zu Inhalt und Genese eines linguistischen Forschungsprogramms (1789-1820)', in:
Sprachdiskussion und Beschreibung von Sprachen im 17. und 18. Jahrhundert
. Hrsg. v. Gerda Haßler & Peter Schmitter. Munster: Nodus Publikationen, 455-491.
- Schmitter, Peter (2001). 'Zur Rolle der Semantik in Humboldts linguistischem Forschungsprogramm', in:
Sprachkontakt, Sprachvergleich, Sprachvariation. Festschrift Gottfried Kolde
. Hrsg. v Kirsten Adamzik & Helen Christen. Tubingen: Niemeyer, 307-323. (Ook in
Language and Linguistics
25 [Language Research Institute, Center for Foreign Language Study, Hankuk University of Foreign Language Studies, Seoel 2000], 207-237).
- ↑
Ritchie Robertson (2022),
The Enlightenment. The Pursuit of Happiness 1680-1790
, p. 911.
ISBN 9780241004838