Jan Foudraine
(
Amsterdam
,
25 februari
1929
?
27 februari
2016
) was een
Nederlandse
psychiater
,
psychotherapeut
en
publicist
, die ook bekend was onder de naam
Swami Deva Amrito
.
Foudraine verwierf bekendheid bij het grote publiek met het boek
Wie is van hout
uit 1971, waarin hij pleit voor een herwaardering van het begrip
schizofrenie
. Na het succes van
Wie is van hout
, waarvan in Nederland en Vlaanderen meer dan 200.000 exemplaren worden verkocht, verblijft hij lange tijd bij
Bhagwan Sri Rajneesh
in
Poona
,
India
, van wie hij de naam
Amrito
ontvangt. Zijn verblijf aldaar kan enerzijds worden gezien als een reactie op de ruime publieke belangstelling die in de jaren zeventig in Nederland ontstaat voor zijn werk en persoon. Anderzijds lijkt zijn vertrek het begin te zijn van een herorientatie op de
psychiatrie
en
psychotherapie
, die hij sindsdien niet langer vanuit
medisch
-ziektekundige maar veeleer vanuit
mystiek
-
filosofische
invalshoek benadert en zich richt op de
bewustzijnspsychologie
. Deze verandering van zienswijze culmineert met name in het boek
Metanoia
uit 2004, waarin hij pleit voor een opheffing van het
dualisme
dat het
Westerse
denken domineert.
Foundraine overleed in 2016 op 87-jarige leeftijd.
[1]
[2]
In
Wie is van hout
betoogt Foudraine dat de
psychiatrie
die hij in zijn opleiding heeft leren kennen de schizofrene mens ten onrechte alleen als
patient
beschouwt, iemand met een
ziekte
van de psyche die moet worden behandeld in een ziekenhuis of verpleeghuis, verzorgd door inwisselbaar verplegend personeel en object van onderzoek voor de behandelend arts. Behandelingen zijn fysieke ingrepen in het lichaam, zoals het toedienen van medicijnen,
elektroshocks
of zelfs
lobotomie
.
Hij verwerpt de
kwalitatieve
scheiding die daarmee wordt gemaakt tussen deze "zieken" en "gezonde" mensen: volgens hem zijn schizofrenen alleen
kwantitatief
anders, namelijk mensen met problemen zoals iedereen, zij het dat de lijdensdruk zich nadrukkelijker toont. Hij maakt hierbij gebruik van een citaat van de Amerikaanse psychiater
Harry Stack Sullivan
, die zegt: "[...]
we are all much more simply human than otherwise, be we happy and successful, contented and detached, miserable and mentally disordered or whatever
."
[3]
Andere psychiaters die hij regelmatig aanhaalt, zijn
Frieda Fromm-Reichmann
en
Thomas Szasz
.
Foudraine stelt dat deze ziens- en behandelwijze (kwalitatieve scheiding) contraproductief is. Personeel en patient worden niet geacht om normale menselijke relaties op te bouwen: dat wordt als onprofessioneel beschouwd. De persoon in kwestie wordt als onmondig en wilsonbekwaam ding behandeld ("van hout") en gaat zich daar naar gedragen. Foudraine betoogt dat de problemen van veel schizofrenen juist voortkomen uit het feit dat ze in hun jeugd geen normale menselijke relaties hebben kunnen opbouwen, en dat ze, om beter te worden, dat moeten leren.
Hij beschrijft een experiment in een psychiatrische instelling waarin hij de opgenomenen zelf verantwoordelijkheden geeft en elkaar laat helpen, zichzelf en het personeel de ziekenhuiskleding uittrekt, zelf als mens tot mens met de opgenomenen omgaat en van zijn personeel eist dit ook te doen. Na een cultuurschok krijgen personeel en patienten meer verantwoordelijkheidsgevoel en meer hart voor de zaak, en hij meldt spectaculaire verbeteringen. Hij noemt zijn afdeling demonstratief: geen instelling voor zieken, maar een school om te leren leven.
De kennis en ervaring die Foudraine vanaf zijn vertrek naar India opdoet over boeddhistische en hindoeistische
mystiek
, culmineren met name in het boek
Metanoia
(klassiek Grieks, lett.:
verandering van gedachte,
en daarvandaan ook:
berouw
,
verkrijgen van beter inzicht
,
inkeer
,
wedergeboorte
) uit 2004.
Het (psychisch) lijden van mensen, zo wordt in dit boek uiteengezet, ontstaat door een idee van afgescheidenheid en kan worden opgeheven door het loslaten van het ego-begrip (
Freuds
Ich
) en het ontdekken van
non-dualisme
of
advaita
(lett.:
niet-tweeheid
, een begrip uit de
hindoeistische filosofie
). Non-dualiteit impliceert dat het onderscheid Ik vs. de Ander/het Andere slechts kunstmatig in stand wordt gehouden, maar in feite niet bestaat. Wanneer dit wordt ontdekt, is al wat overblijft, niets, of een gevoel van verlies ("a sense of bereavement"). Dit sterven van het ego binnen het psychosomatisch organisme is een ingrijpende gebeurtenis (het is tegelijkertijd "to be and not to be"). Het kan gepaard gaan met angst, aangezien de
persoonlijkheid
van jongs af aan is geconditioneerd, en het individu zich hiermee sterk identificeert. De fictie van de afgescheiden persoon (van
persona
, lett: masker) te ontdekken is als het ontwaken uit een droom. De ontwaakte persoon is als een druppel teruggevloeid in de oceaan van gewaarzijn ("awareness"), wat tegelijk een herinnering is van wat al was, namelijk een-zijn. Technieken die mensen bij de overgang naar dit al-een-zijn kunnen (maar niet hoeven) ondersteunen, zijn respectievelijk
psychotherapie
en/of
meditatie
. Foudraine verwijst in dit boek regelmatig naar de mystici
Jiddu Krishnamurti
en
Tony Parsons
(onder anderen). Eerder schreef hij in
De man die uit zijn hersenen zakte: vingerwijzingen van een mysticus
ook al zeer openhartig over zijn reizen naar
Pune
, ten zuid-oosten van Mumbai, te India en zijn ontmoetingen met zijn leermeester
Bhagwan Shree Rajneesh
aldaar, die hem de naam Swami Deva Amrito gaf. Ook wijdde hij hierin uit over de buitensporige kritiek die hem toeviel toen hij zichzelf kenbaar maakte als
Bhagwan
's
sanyassin
. Tevens was Foudraine een fervent bezoeker van de
satsangs
van Advaita-leraar
Alexander Smit
in
Baarn
, die hij in zijn boek bewierookt omdat deze het
non-dualisme
'als geen ander' en 'heel precies' wist uit te leggen.
In media-optredens toonde hij zich een eigenzinnige persoonlijkheid, die niet bang was om buiten de gebaande paden te treden en zijn inzichten met de wereld te delen, zelfs als dat betekende dat ze tegen de heersende opvattingen ingingen.
Veelbekeken waren de gesprekken die hij had met
Willem Oltmans
voor
Kleurnet
televisie.
- 1971 ·
Wie is van hout ...
- 1979 ·
Oorspronkelijk gezicht: een gang naar huis
- 1980 ·
Bhagwan ... Notities van een discipel
- 1981 ·
Meester/antimeester
- 1982 ·
Struikelen over Waarheid
- 1983 ·
Bhagwan Shree Rajneesh, een introductie
- 1985 ·
Wie is van Licht
- 1988 ·
Jaren van voorbereiding
- 1990 ·
Het dolgedraaide brein.
Oltmans
in discussie met Foudraine
- 1997 ·
Bunkerbouwers, ontmoetingen met afgeslotenen
- 1998 ·
De man die uit zijn hersenen zakte: vingerwijzingen van een mysticus
- 2004 ·
Metanoia: over psychiatrie, psychotherapie en bevrijding
Bronnen, noten en/of referenties
|