Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De
Werkgroep Reizigers Omvang en Omvang Verkopen
(
WROOV
) is een
werkgroep
die het gebruik van de Nederlandse
nationale vervoerbewijzen
eens in de paar jaar onderzoekt (of laat onderzoeken). De door de vervoerders te ontvangen
vervoeropbrengst
worden bepaald aan de hand van de WROOV-onderzoeken.
Met de invoering van het nationale-vervoerbewijzensysteem werd het bijvoorbeeld mogelijk om een in
Nederlands-Limburg
gekochte
strippenkaart
in
Drenthe
te gebruiken. Om te zorgen dat het vervoerbedrijf in Drenthe geld ontvangt van de Limburgse strippenkaart, werd op basis van reizigersonderzoeken een verdeelsleutel ontwikkeld waarmee de vervoeropbrengsten verdeeld kunnen worden onder de vervoerders. Een manier om het reisgedrag te onderzoeken is het uitdelen van
enqueteformulieren
(met retourenvelop) bij de verkooppunten van nationale vervoerbewijzen.
WROOV heeft onderzoeken laten verrichten in
1984
,
1990
,
1992
,
1994
,
1997
en
2000
. Vanaf
1992
onderzoekt de WROOV ook het aantal
reizigerskilometers
. Dit werd nodig voor de invoering van het
subsidiestelsel
1993
?
1998
dat gebaseerd was op het aantal afgelegde reizigerskilometers. Deze onderzoeken worden WROOV-PLUS-onderzoeken genoemd.
Met de invoering van de
marktwerking
in het stads- en streekvervoer veranderen de martktaandelen van de vervoerders veel meer dan vroeger. Daarom worden voortaan vaker (sinds 2003 ieder jaar) vereenvoudigde onderzoeken gehouden. Deze onderzoeken worden WROOV-Light genoemd. Jaarlijks worden hierbij ruim vierhonderdduizend enquetes gehouden met een response percentage van dertig tot vijendertig procent. Met de invoering van de
OV-chipkaart
(vanaf
2009
[1]
) zullen de WROOV-onderzoeken uiteindelijk niet meer nodig zijn. De chipkaartapparatuur berekent ? in principe ? meteen hoe de vervoeropbrengsten op de
cent
precies verdeeld moeten worden.
- Website van de WROOV
, met samenvatting WROOV-PLUS-onderzoek 2000/2001 (ook interessant voor de OV-illustraties) en nieuwsbrieven.