Demonstratie voor
vrouwenkiesrecht
(Amsterdam, 1914)
Amsterdamse vrouwen voor het eerst naar de stembus (1921)
Bezetting Bloemenhovekliniek, 1976, aktie voor legalisering abortus
Vrouwenrechten
zijn de
rechten
en
vrijheden
die wereldwijd specifiek op de maatschappelijke, economische en juridische positie van
vrouwen
en
meisjes
betrekking hebben. Het begrip wordt veelal gebruikt in een strijdbare context waarin mensen op allerlei manieren opkomen voor een gelijke positie, gelijke rechten en vrijheden voor vrouwen als aan mannen toegekend of door mannen ingenomen. Het beginsel van sociale, economische en juridische gelijkheid vormde de basis van de
vrouwenbewegingen
en het
feminisme
in de 18e, 19e en 20e eeuw. In sommige landen zijn deze rechten erkend en geinstitutionaliseerd door wetgeving, lokaal gebruik en gedrag, terwijl ze in andere landen worden genegeerd of onderdrukt. Vrouwenrechten verschillen van de bredere noties over
mensenrechten
doordat wordt gesteld dat er een inherente historische en traditionele onbalans is tussen het uitoefenen van rechten door vrouwen en meisjes en van mannen en jongens.
[1]
Zo was bijvoorbeeld in wetten, gebaseerd op de
Code Napoleon
, de hoofdregel dat vrouwen in het huwelijk volledig onderworpen waren aan de maritale macht van de echtgenoot: zij moeten hem gehoorzaam zijn in hun persoon, hun activiteiten, hun kinderen en hun bezittingen. In Belgie en Nederland werden vrouwen niet toegelaten tot openbare functies en vanaf 1838 was bij wet geregeld dat een vrouw
handelingsonbekwaam
werd als ze trouwde, ze had geen zelfstandig woonrecht in de gezamenlijke woning, ze had niets te zeggen over de kinderen etc.
[2]
[3]
Deze structurele wettelijke ongelijkheden ten opzichte van de rechtspositie van mannen werden in 1956 (Nederland) en 1958 (Belgie) opgeheven.
[4]
Kwesties die over het algemeen gerekend worden tot het domein van vrouwenrechten is in eerste instantie het juridische domein en zijn te onderscheiden in de beschermende rechten, correctie van eerdere wetgeving en antidiscriminatie.
[5]
Het gaat hier dan onder andere over lichamelijke onschendbaarheid en
autonomie
; vrij zijn van
(seksueel) geweld
; op deelname aan bestuurs- en besluitvorming, parlementaire
verkiezingen
(
kiesrecht
); om alle functies uit te oefenen; om
juridische overeenkomsten
aan te gaan; gelijke behandeling in het
familierecht
; bij
het recht op arbeid
; bij
beloning voor werk
; op
reproductieve rechten
;
op eigendom
;
op onderwijs
.
[6]
Naast het bestaan van vrouwenrechten kunnen vrouwen ook op specifieke wijze getroffen worden door schendingen van mensenrechten.
[5]
In sommige oude beschavingen, zoals
Babylonie
en het
oude Egypte
, stonden vrouwen en mannen niet op gelijke voet maar hadden vrouwen een zekere onafhankelijkheid, ze konden deelnemen aan het openbare leven en hadden recht op bezit. In
Sparta
waren vrouwen en mannen elkaars gelijken; in
Athene
en
Rome
niet, daar waren vrouwen ondergeschikt aan mannen.
[7]
Onder
romeins recht
stonden vrouwen, kinderen en slaven volledig onder de heerschappij (letterlijk) van de
pater familias
, een functie die alleen kon worden uitgeoefend door mannelijke burgers.
In Europa leefden vrouwen in de gebieden die nu Belgie en Nederland zijn, in ongeveer de tijd van het
feodalisme
naast mannen.
Omstreeks 500 na Christus bezaten Germaanse vrouwen bepaalde erfrechten volgens de
Lex Salica
maar in de herziene uitgave 300 jaar later, de
Lex Salica Emendata
, zijn deze bepalingen onder leiding van
Karel de Grote
, geschrapt. Toen vervolgens de invloed van het
Romeinse recht
groter werd, kwamen vrouwen in grote delen van Europa onder voogdij van hun vader te staan en als ze in het huwelijk traden, onder voogdij van de man waarmee ze waren getrouwd. Ze konden niets of weinig bezitten noch erven en evenmin vrijelijk over haar goederen beschikken. In het oud vaderlands recht in Nederland was geregeld dat de gehuwde vrouw ondergeschikt was aan de echtgenoot en ze '
tuchtiging
' door hem moest dulden. De protestantse rechtsgeleerde
Hugo de Groot
, beschouwde aan het begin van de zeventiende eeuw de man als voogd van de vrouw, in zijn
Inleijdinghe tot de Hollandsche rechtsgeleerdheijdt
.
[8]
Toen na de middeleeuwen in de tijd van de
Verlichting
en
Renaissance
het
christendom
vanuit het zuiden Europa veroverde
, was dit van grote invloed op de manier waarop vrouwen werden behandeld.
In de 19e eeuw waren er weinig vrouwen die toestemming kregen voor een hogere functie of goedbetaalde baan, vrouwen waren lange tijd uitgesloten van het vervullen van openbare functies.
[9]
Als vrouwen betaald werkten, hadden de meesten slechtbetaalde banen onder slechte omstandigheden en vaak niet in vaste dienst. Vrouwen uit de hogere klasse waren veroordeeld tot een leven in huis en een enkele sociale activiteit. Een groot deel van de vrouwen werkte onbetaald thuis: zij zorgden voor het
huishouden
, eventuele kinderen en bedreven daarnaast vaak vormen van
huisnijverheid
, zoals het onderhouden van een moestuin of kleren breien en naaien. Als winkeliers namen vrouwen vaker deel aan het sociale en economische verkeer. Door de
industriele revolutie
verplaatste een groot deel van de productie zich naar fabrieken, waar vrouwen in aanraking konden komen met vreemde mannen. Vanuit angst voor ontrouw en een verzwakt vaderlijk gezag kwam er al gauw een mannelijke tegenbeweging op waarbij vrouwen in de meeste gevallen weer tot thuiswerken werden gedwongen, terwijl de man het 'zware' betaalde werk in de fabriek zou doen om zo als '
kostwinner
' zijn gezin te onderhouden. Dit
kostwinnersmodel
hield stand tot midden 20e eeuw. Hoewel vrouwen hierdoor over het algemeen geen zware fysieke arbeid hoefden te verrichten (een belangrijk argument om hen uit de fabrieken te weren), werden getrouwde vrouwen hierdoor wel financieel afhankelijk van hun man en daardoor ook kwetsbaarder voor huiselijk - en seksueel geweld door hun man.
In 1791 stelde de Franse schrijfster en politiek denker
Olympe de Gouges
in Parijs de
Declaration des Droits de la Femme et des la Citoyenne
(
Verklaring van de Rechten van de vrouw en de burgeres
)
op.
[10]
Ze baseerde het werk op de in 1789 opgestelde algemene
Verklaring van de rechten van de mens en de burger
waarmee tijdens de
Franse revolutie
een nieuwe staatsvorm werd gesticht. Daarbij verving ze consequent het woordje 'man' door het woordje 'vrouw' en ze voegde bepalingen toe over de gelijkheid van mannelijke en vrouwelijke burgers.
[11]
Ze wilde daarmee duidelijk maken dat universeel gedachte burgerrechten zoals het recht van meningsuiting, impliciet alleen voor mannen waren bedacht. Ze eiste het recht op dat vrouwen de beroepsladder op dezelfde manier konden beklimmen als mannen. In haar visie is een vrouw niet hetzelfde als een man maar zijn ze wel gelijkwaardige partners. In deze periode is het begrip 'vrouwenrechten' geboren.
De declaratie werd in Frankrijk en ver daarbuiten verspreid en inspireerde de Britse schrijfster en denker
Mary Wollstonecraft
tot het schrijven van de
A Vindication of the Rights of Woman
in 1792.
[12]
Ook in Amerika sloeg de gedachte aan van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw en tijdens de eerste
Women's Rights Convention
in Seneca Falls
, 1848, namen aanwezigen de
Declaration of Sentiments
aan, een verklaring met 18 bezwaren over achterstellingen van vrouwen op mannen die met onmiddellijke ingang zouden moeten worden opgeheven.
[13]
[14]
Twee weken later werd op dezelfde politieke basis een tweede conferentie georganiseerd in Rochester (NY) en vervolgens in Massachusetts, Ohio, Pennsylvania en Indiana. Zo kwam de Amerikaanse vrouwenbeweging tot leven.
Het
Londense
Hyde Park vol met mensen luisterend naar toespraken van sufragettes
In de 19e eeuw en in de 20ste eeuw waren er in de westerse wereld en tot op zekere hoogte daarbuiten ook verschillende feministische bewegingen of 'golven', die positieve gevolgen hadden voor de positie en vrijheden van vrouwen. In de
Verenigde Staten
begon de
eerste feministische golf
rond 1850 onder blanke vrouwen uit de hogere klasse, Europa volgde rond 1870. De nadruk lag op
vrouwenkiesrecht
, recht op onderwijs, recht op betaalde arbeid en een voorzichtig begin aan seksuele zelfbeschikking in de vorm van
voorbehoedsmiddelen
. Na de
Eerste Wereldoorlog
werd in veel Europese landen de wetgeving veranderd en ook aan vrouwen kiesrecht toegekend, in Frankrijk echter pas in 1944, ook werd voor een groot deel toegang tot het hoger onderwijs geregeld.
Tijdens de grote economische
crisis van de jaren 1930
, toen er hoge werkloosheid was werden veel vrouwen uit de betaalde arbeidsmarkt gedrongen en aan mannelijke werknemers de voorkeur gegeven. Het resultaat was dat door de leerplicht veel meisjes wel basisonderwijs hadden genoten, maar niet gingen studeren, want er was voor hen geen ruimte op de arbeidsmarkt; in plaats daarvan richtten zij hun werkende leven op de huishouding en kinderopvoeding. In het interbellum vonden er wel verschillende technologische ontwikkelingen plaats met elektrische apparaten die het huishouden makkelijker maakten. In verschillende damestijdschriften gaven vrouwen elkaar tips over wat betrouwbare en veilige producten waren; zij verenigden zich in
consumentenorganisaties
(vooral na de
Tweede Wereldoorlog
) en legden daarmee de basis voor de
consumentenbeweging
en het consumentenrecht.
Polygoonjournaal
over het eerste congres van
Dolle Mina
in
Arnhem
(1970)
In de jaren 1960 ontstond de
tweede feministische golf
onder ontevreden westerse vrouwen die meenden dat de idealen van de eerste golf onvoldoende verwezenlijkt waren of dat zij van de nieuw verworven rechten in de praktijk weinig gebruik konden maken. Feministen zoals
Joke Smit
in
Het onbehagen bij de vrouw
(1967) betoogden dat er een eind moest komen aan het kostwinnersmodel en er een meer gebalanceerd gezinsleven waarbij ook de vrouw kon studeren, betaalde geschoolde arbeid verrichten en carriere maken en de man ook een deel van het huishouden en het opvoeden van eventuele kinderen op zich zou nemen. Tegelijkertijd probeerden ze zich seksueel ook te bevrijden uit het keurslijf van het huwelijk ten gunste van
vrije liefde
, konden beter zelf bepalen of ze zwanger zouden worden en kinderen krijgen dankzij de invoering van de
de pil
en
abortusklinieken
(en werden zo '
baas in eigen buik
', zoals
Dolle Mina
het noemde) en agendeerden vanaf de jaren 1970 seksueel geweld als schending van hun rechten (
seksuele revolutie
). Geleidelijk werd
verkrachting binnen het huwelijk
verboden en werd er gewerkt aan het terugdringen van discriminatie van vrouwen via het
VN-Vrouwenverdrag
(1979). Ondertussen vond ook de tweede fase van de
emancipatie van lesbische en andere lhbt+ vrouwen
plaats.
Laat in de
2000
's ontwikkelde zich een visie van
trans-exclusionary radical feministen
('TERFs') die
transvrouwen
op basis van hun sekse bij geboorte uitsluit van vrouwenrechten.
[15]
Zij geloven dat er geen verschil bestaat tussen
sekse
en
gender
en dat geboren mannen die een transitie hebben ondergaan naar transvrouw geen aanspraak hebben op vrouwenrechten, zoals toegang tot ruimtes alleen voor vrouwen.
[15]
Landen die deelnemen aan het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW).
■
Ondertekend en geratificeerd
■
Toegetreden
■
Niet-erkende staat die verdrag volgt
■
Alleen ondertekend, niet geratificeerd
■
Niet ondertekend
Landen die deelnemen aan het
Verdrag van Belem do Para
, het
Maputo Protocol
of de
Istanbul-Conventie
samen.
■
Ondertekend en geratificeerd
■
Toegetreden
■
Alleen ondertekend, niet geratificeerd
■
Niet ondertekend
■
Geen lidstaat van de AU, RvE of OAS
[16]
■
Teruggetrokken
De in 1945 opgerichte
Verenigde Naties
sloten verschillende verdragen af die specifiek van invloed waren op de positie van vrouwen.
Voorts nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 december 1993 ook nog een
Verklaring inzake de uitbanning van geweld tegen vrouwen
aan.
De Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties (
ECOSOC
) heeft sinds 1946 een
Commissie voor de Status van Vrouwen
: deze commissie bereidde de diverse verdragen voor en organiseerde ook het ‘VN-decennium van de vrouw’ (1975-1984). Ook organiseerde de commissie verschillende VN-conferenties voor de rechten van de vrouw, in Mexico (1975), Kopenhagen (1980), Nairobi (1985) en Beijing (1995).
De Commissie draagt daarnaast zorg voor een universele interpretatie van het Vrouwenverdrag door nationale instanties, en formuleert hiervoor "aanbevelingen". Deze aanbevelingen leiden soms tot nieuwe interpretaties, en een uitbreiding van de bescherming van vrouwen.
[17]
De Raad toetst de activiteiten van de Commissie ieder jaar aan de opgestelde afspraken van de conferentie in Beijing in 1995; door de raad
Beijing Platform for Action
genoemd.
[18]
In 2010 werd de taakgroep
UN Women
(voluit:
United Nations Entity for Gender Equality and the Empowerment of Women
) opgericht.
De
Organisatie van Amerikaanse Staten
(OAS) sloot op 9 juni 1994 het
Verdrag van Belem do Para
, voluit het
Inter-Amerikaans Verdrag Inzake de Preventie, Bestraffing en Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen
.
De
Afrikaanse Unie
(AU) sloot op 11 juli 2003 het
Maputo-Protocol
, voluit het
Protocol bij het Afrikaans Handvest over mensen- en volkenrechten over de rechten van de vrouw in Afrika
.
Het
Europees Parlement
en de
Raad
stelden op 5 juli 2006 een richtlijn vast met als doel het verzekeren van de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep.
[19]
De
Raad van Europa
(RvE) sloot op 11 mei 2011 een verdrag inzake vrouwenrechten af, het
Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld
(de "Istanbul-Conventie" of het "Verdrag van Istanboel"). Dit verdrag is ook gericht op het voorkomen en bestraffen van huiselijk geweld in het algemeen en neemt daarbij ook mannen en kinderen in bescherming.
Vrouwenorganisaties hebben in sinds de oprichting van de VN twee onderwerpen specifiek op de agenda geplaatst bij deze organisatie: de voortplantingsrechten, en seksueel geweld.
Veel staten hebben een beleid op
voortplanting
: of het hier nou gaat om een beperkend beleid of een beleid waarbij voortplanting gestimuleerd wordt. In 1968 kwam dit voor het eerst ter sprake op de eerste VN Wereldconferentie Mensenrechten in
Teheran
, waar het recht van ouders om het aantal kinderen te bepalen werd erkend In 1974 in
Boekarest
werd dit verder uitgewerkt met het recht voor ouders op informatie en onderwijs dat zij nodig hebben om dit recht uit te kunnen oefenen (kennis over
contraceptiva
). In 1979 werd dit recht opgenomen in het Vrouwenverdrag, waardoor gezinnen zelf het recht kregen op het maken van een
gezinsplanning
, en op toegang tot informatie en advies daartoe.
[17]
In 1994 en 1995 werd echter bevestigd dat deze rechten reeds verankerd liggen in de rekende mensenrechten, o.a. door het recht op privacy, het recht op fysieke integriteit en het recht op gezondheid.
Het duurde tot in de
jaren 1990
totdat geweld met een seksueel karakter door het internationaal recht erkend werd als een vorm van
foltering
, en daarmee gelijk gesteld werd aan andere vormen van geweld. Het massale gebruik van
verkrachting als oorlogswapen
(
ex-Joegoevlavie
,
Rwanda
) leidde tot bijzondere aandacht van Internationale Tribunalen voor dit seksuele geweld. Anno 2020 wordt erkend dat verkrachting en andere vormen van seksueel geweld kunnen worden gezien als onderdeel van een
oorlogsmisdaad
, en soms zelf als
misdaad tegen de menselijkheid
of
genocide
.
[17]
Hierop volgend wordt deze maatstaf in stijgende mate gebruikt om seksueel geweld en ander geweld tussen private personen (met inbegrip van
huiselijk geweld
) aan te pakken. Het
Europese Hof
bepaalde in 2003 dat niet de fysieke dwang, maar het ontbreken van
wederzijdse toestemming
het relevante criterium is voor
verkrachting
.
[17]
Er zijn wereldwijd grote verschillen tussen de rechten die vrouwen hebben. Met name in veel van de
ontwikkelingslanden
is de positie van vrouwen achtergesteld en worden elementaire rechten, zoals het recht van zeggenschap over het eigen lichaam, het recht op zelfstandigheid en het een huwelijkskeuze, niet toegekend. Ook in landen waar het geloof een grote rol speelt, wordt de strijd voor gelijke rechten tussen vrouwen en mannen bemoeilijkt.
[7]
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Hosken, Fran P., 'Towards a Definition of Women's Rights' in
Human Rights Quarterly
, Vol. 3, No. 2. (mei 1981), pp. 1?10.
- ↑
onbekend
,
Niet meer van deze tijd
.
De Christenvrouw
. Geraadpleegd op
28 augustus 2022
.
- ↑
1949: Eindelijk "een vrouw, een stem" - Het stemrecht voor vrouwen
.
www.senate.be
. Geraadpleegd op
29 augustus 2022
.
- ↑
“De beruchte gehoorzaamheid van de gehuwde vrouw”. De afschaffing van de maritale macht en de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw door de wet van 30 april 1958. (Inge Puchnatzi)
.
www.ethesis.net
. Geraadpleegd op
29 augustus 2022
.
- ↑
a
b
Rol en Samenleving
,
Factsheet RoSa
(augustus 2007).
Gearchiveerd
op 21-6-2020. Geraadpleegd op 19-06-2020.
- ↑
Lockwood, Bert B. (ed.),
Women's Rights: A "Human Rights Quarterly" Reader
(Johns Hopkins University Press, 2006),
ISBN 978-0-8018-8374-3
.
- ↑
a
b
Vrouwen, vrouwenrechten en Vrouwenverdrag
.
Amnesty International
.
Gearchiveerd
op
2 augustus 2020
. Geraadpleegd op
19 juni 2020
.
- ↑
Aat van Gilst
.
Heksen - Waan en vervolging
. Aspekt, pp 46-47.
ISBN 9789463382311
.
- ↑
Zie bijvoorbeeld het oordeel van het Brussels Gerechtshof in 1888 over toelating van Mary Popelin als advocaat: "de eigenheid van de vrouw, de relatieve zwakte van haar gestel, de terughoudendheid die inherent is aan haar geslacht, de bescherming die zij behoeft, haar bijzondere opdracht binnen de mensheid, de verplichtingen en de afhankelijkheid die gepaard gaan met het moederschap, de opvoeding die zij aan haar kinderen moet geven, de leiding over het huishouden en de echtelijke woning die aan haar is toevertrouwd, plaatsen haar in omstandigheden die weinig verenigbaar zijn met de verplichtingen van het beroep van advocaat en verlenen haar noch de tijd, noch de kracht, noch de vaardigheden om het hoofd te kunnen bieden aan de strijd en de vermoeidheid aan de balie". In: Belgische Senaat, Geschiedenis en Erfgoed:
Algemeen stemrecht, VI. 1949: Eindelijk "een vrouw, een stem" - Het stemrecht voor vrouwen
- ↑
(
en
)
Clarissa Palmer
,
Olympe de Gouges | Plays & Texts
.
olympedegouges.eu
. Geraadpleegd op
29 augustus 2022
.
- ↑
Olympe de Gouges | The Core Curriculum
.
www.college.columbia.edu
. Geraadpleegd op
29 augustus 2022
.
- ↑
(
en
)
Biography of Olympe de Gouges, French Women's Rights Activist
.
ThoughtCo
. Geraadpleegd op
29 augustus 2022
.
- ↑
The Seneca Falls Convention
.
Women's Rights and The Seneca Falls Convention
. Geraadpleegd op
29 augustus 2022
.
- ↑
(
en
)
The Declaration of Sentiments - The U.S. Constitution Online - USConstitution.net
.
www.usconstitution.net
. Geraadpleegd op
29 augustus 2022
.
- ↑
a
b
(
en
)
Alex Dalbey
,
TERF wars: Why trans-exclusionary radical feminists have no place in feminism
.
The Daily Dot
(
12 augustus 2018
).
Gearchiveerd
op
28 januari 2019
. Geraadpleegd op
18 december 2023
. "Similar to many in the religious right, TERFs believe that gender and sex are the same. They believe that transitioning gender is not possible."
- ↑
Denemarken heeft de Istanbul-Conventie ondertekend en geratificeerd, maar het verdrag is niet van toepassing in Groenland en de
Faeroer
.
- ↑
a
b
c
d
Brems, Eva
(2006).
Vrouwenrechten als mensenrechten
.
Gearchiveerd
op
6 augustus 2021
.
Uitgelezen
2006
- ↑
(
en
)
The Beijing Platform for Action: inspiration then and now
.
UN Women | The Beijing Platform for ActionTurns 20
.
Gearchiveerd
op
19 juni 2020
. Geraadpleegd op
27 juni 2020
.
- ↑
Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking)
|