De
Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest
is een
Nederlandse
culturele vereniging met ruim 16.000 leden.
De Vrienden
steunen sinds de oprichting in 1934 het
Concertgebouw
in
Amsterdam
en het
Koninklijk Concertgebouworkest
bij het realiseren van hun artistieke ambities en vormen een schakel tussen het concertpubliek en de uitvoerenden. De Vereniging is uitgever van het programmablad
Preludium
en kent sinds 1949 de
Vriendenkrans
toe aan veelbelovende jonge musici.
De Vrienden
namen in 1994 het initiatief voor de oprichting van jongerenvereniging
Entree
die inmiddels bestaat uit ruim zevenduizend leden in de leeftijd tot vijfendertig jaar.
Op 2 juni 1934 werd in het
Olympisch Stadion
een ‘monsterconcert’ georganiseerd van het Concertgebouworkest en het
Residentie Orkest
onder leiding van
Willem Mengelberg
en
Peter van Anrooy
. Medewerkenden waren het
Amsterdams Toonkunstkoor
, de
Koninklijk Christelijke Oratorium Vereniging 'Excelsior'
, de
Rooms-Katholieke Oratorium Vereniging
en een twaalftal Nederlandse solisten, onder wie
Jo Vincent
als eerste sopraan. Het programma bestond uit
Preludium over het oude Wilhelmus
van Willem Mengelberg, de
Piet Hein-rapsodie
van Peter van Anrooy,
Wagners
Voorspel tot die Meistersinger von Nurnberg
en de
Negende Symfonie
van
Ludwig van Beethoven
.
Van Anrooy, dirigent van het Residentie Orkest, leidde zijn eigen compositie, Mengelberg nam de overige werken voor zijn rekening.
Het concert was, ondanks de akoestische beperkingen, een succes en werd door ongeveer dertigduizend bezoekers - onder wie
Prinses Juliana
en
H.P. Marchant
, minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen - uit het gehele land bezocht.
Doel van dit evenement was het ondersteunen van de
pensioenfondsen
van beide orkesten en het genereren van publiciteit omdat het concertbezoek door de
crisis
schrikbarend was teruggelopen en het Concertgebouw (en het daarbij behorende orkest) in grote financiele nood verkeerde.
Om een vervolg te geven aan deze eenmalige gebeurtenis werd direct erna op
27 juli
1934
de
Nederlandse Vereeniging Concertgebouw-Vrienden
opgericht met als voorzitter de drijvende kracht achter het Stadionconcert, Ir.
J.A. Josephus Jitta
.
Op 27 september 1934 vond in de Kleine Zaal van het Concertgebouw een eerste propagandabijeenkomst plaats, met toespraken van de voorzitter van het Concertgebouw, Dr.
H.P. Heineken
, de artistiek leider van Het Concertgebouw, Dr.
Rudolf Mengelberg
, en Ir. J.A. Josephus Jitta. Muzikale medewerking werd verleend door een ensemble uit het Concertgebouworkest, bestaande uit het pianotrio
Louis Zimmerman
(viool),
Marix Loevensohn
(cello) en
Eduard van Beinum
(piano).
In de jaren tot de
Tweede Wereldoorlog
ontwikkelde de Vereniging een scala van activiteiten om het concertbezoek te bevorderen en de band met het concertpubliek te versterken. In 1935 werd meegewerkt aan het
Nederlandsch Muziekfeest
ter gelegenheid van het veertigjarige jubileum van
Willem Mengelberg
als dirigent van het Concertgebouw. In hetzelfde jaar verschenen op initiatief van de Concertgebouw-Vrienden de eerste
Zomerzegels
ten bate van culturele en sociale instellingen, waaronder het
Concertgebouworkest
. De zegels tonen
Alphons Diepenbrock
en
Jan Pieterszoon Sweelinck
. In 1938 verscheen de eerste aflevering van het
Concertgebouw-Nieuws
- voorloper van
Preludium
-, met een concertagenda en verdiepende artikelen en foto's. De Vereniging organiseerde tot eind 1944
Vriendenavonden
waaraan werd meegewerkt door prominente musici als de Zwitserse dirigent
Ernest Ansermet
,
Felix de Nobel
,
Jo Vincent
,
George van Renesse
,
Rosa Spier
,
Arthur Honegger
,
Eduard van Beinum
,
Gerard Hengeveld
,
Marius Flothuis
,
Willem Andriessen
en
Hendrik Andriessen
. Vanaf 1941 nam het aantal opzeggingen toe vanwege het verbod om lid te zijn van een vereniging zonder economisch doel. Twee bestuursleden -
W.A. (Wim) van Leer
en mevrouw
H. van Rijn van Alkemade-de Hartogh
- trokken zich in 1941 terug toen de joodse orkestleden moesten vertrekken. De oprichter en eerste voorzitter (1934-1938) van de Vereniging, Josephus Jitta, stelde in 1941 zijn erelidmaatschap ter beschikking. Hij kwam met zijn vrouw om in een Duits
concentratiekamp
.
Direct na de oorlog werden de activiteiten van de Vereniging voortvarend opgepakt onder leiding van voorzitter
Herman van den Eerenbeemt
(1938-1951†). In 1947 verscheen de eerste aflevering van
Preludium
, en in 1949 werd naar een idee van
Johan Rahusen
en
Willem Andriessen
de eerste
Vriendenkrans
uitgereikt aan de pianisten
Gerard van Blerk
,
Theo Bruins
en violist
Bouw Lemkes
. De
Vriendenkrans
- later tot 1998
Zilveren Vriendenkrans
genaamd - is sindsdien uitgereikt aan ruim honderdvijftig jonge musici.
In 1952 kreeg artistiek leider
Rudolf Mengelberg
ten gevolge van zijn zestigste verjaardag een naar hem vernoemd
Fonds
aangeboden, met als doel ‘het verstrekken van financiele steun aan oud-leden van het orkest en personeel van het Concertgebouw, van wie een aantal door de stijging van de kosten voor levensonderhoud in uiterst moeilijke omstandigheden verkeert.’ De Vereniging organiseerde ten behoeve van de pensioenfondsen tot eind jaren zestig gala's en concerten met medewerking van o.a.
Yehudi Menuhin
en
Rafael Kubelik
(1950),
Josef Krips
(1953),
Pierre Monteux
(1962). In 1963 volgde de oprichting van de Stichting Donateurs van het Concertgeboworkest om extra particuliere donaties te organiseren vanwege de dreigende bezuinigingen en slechte salarisomstandigheden.
Op initiatief van de Vrienden werd in 1968 de actie ‘Tachtig jaar Concertgebouworkest in het Concertgebouw’ georganiseerd, die samen met enkele kleinere campagnes voldoende geld moest opbrengen voor het onderhoud en modernisering (verlichting) van de Grote zaal van het Concertgebouw. Het laatste concertgala in 1969 vormde een combinatie van licht en klassiek, met onder anderen
Emmy Verhey
en
Christiaan Bor
,
Wim Kan
,
Fred Kaps
,
Liesbeth List
, het
Cocktail Trio
,
Tobi Rix
,
Boudewijn de Groot
,
Jasperina de Jong
,
Gerard Cox
, Trio
Pim Jacobs
,
Rogier van Otterloo
en
Leen Jongewaard
. Het Concertgebouworkest stond onder leiding van
Bernard Haitink
.
In de jaren zeventig nam het ledenaantal geleidelijk af en bleven de activiteiten beperkt tot de Vriendenkrans en het organiseren van gespreksavonden met beroemde musici, in combinatie met muzikale uitvoeringen. Deelnemers aan deze avonden waren onder anderen
Arthur Rubinstein
,
Hans Henkemans
,
Bernard Haitink
,
David Oistrach
,
Nikolaus Harnoncourt
,
Herman Krebbers
,
Colin Davis
,
Eugen Jochum
,
Phia Berghout
,
Carlo Maria Giulini
en
Leonard Bernstein
.
Begin jaren tachtig werden de activiteiten van de Nederlandsche Concertgebouw-Vrienden en de Donateurs (tot 1991) samengevoegd om een krachtiger ondersteuning van Gebouw en Orkest mogelijk te maken. De gereorganiseerde vereniging kreeg de huidige naam en een nieuw bestuur onder leiding van bankier
Wim Scherpenhuijsen Rom
. De eerste actie betrof de organisatie van de particuliere fondsenwerving ten behoeve van de renovatie van het Concertgebouw in 1986-88. Deze actie voor de
Stichting Steun het Concertgebouw
bracht ruim 4 miljoen gulden op. De Vereniging droeg daarna bij aan de viering van het
Eeuwfeest
in 1988, en organiseerde in dat jaar het officiele afscheid van
Bernard Haitink
als
chef-dirigent
van het inmiddels Koninklijk Concertgebouworkest. W.E. Scherpenhuijsen Rom werd in 1988 opgevolgd door
Ruud van Ommeren
, onder wiens bestuur de activiteiten werden aangepast aan de tijd, en het ledenaantal groeide tot ca. 11.500 in 1997.
In 1994 werd mede op initiatief van Van Ommeren en
Martijn Sanders
jongerenvereniging Entree opgericht. In 2008 fuseerde het
Vriendenkrans Concours
met concertserie Het Debuut tot het Vriendenkrans Concours/Het Debuut (VKHD), een pre-
Nederlandse Muziekprijs
-ontwikkelingstraject van ruim anderhalf jaar voor zeer getalenteerde jonge musici. Deze prijs werd later hernoemd naar
Dutch Classical Talent
.
In 2009 bestond de vereniging 75 jaar. Dit jubileum werd samen met het 15-jarig jubileum van Entree gevierd met een reeks speciale jubileumactiviteiten.
- Stadsarchief Amsterdam - Correspondentie en documenten betreffende de Nederlandsche Concertgebouw-Vrienden
- Historie en kroniek van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest. Dl. II H.J. van Royen (red). Uitg. Walburg pers 1988, Zutphen
- Amstelodamum - maandblad voor de kennis van Amsterdam 90-3: J. Giskes - Een monsterconcert in het Olympisch Stadion (1934). p. 18-30