Vliegveld Ypenburg
was een
Nederlands
vliegveld
in de gemeente
Rijswijk
(Zuid-Holland). Het was in bedrijf van 1936 tot 1991, aanvankelijk als civiel en later als
Vliegbasis Ypenburg
een militair vliegveld. Gedurende de
Tweede Wereldoorlog
was het bekend als
Flugplatz Den Haag
.
Het dankte zijn naam aan de 17e-eeuwse buitenplaats
Ypenburg
, die aan de Steenweg (nu Delftweg) van
Den Haag
naar
Rotterdam
lag. Vliegveld Ypenburg lag in de gemeente
Rijswijk
en na uitbreidingen deels op het grondgebied van de gemeenten
Nootdorp
,
Leidschendam
en
Den Haag
. Het gebied werd begrensd door
Rijksweg 13
,
Rijksweg 12
,
Rijksweg 4
(na het gereedkomen hiervan) en de Brasserskade.
Vliegbasis Ypenburg stond voornamelijk bekend vanwege het zweefvliegen de ZCR (Zweefvliegclub Rotterdam) vloog samen met de DSA (Delftse studenten aeroclub) op Ypenburg, van 1958 tot de sluiting van het vliegveld in 1992.
Op 22 februari 1936 werd door de Rijswijkse burgemeester
Jacques van Hellenberg Hubar
officieel een
werkverschaffingsproject
geopend voor de aanleg van het vliegveld Ypenburg. Er waren percelen grond in de
Oude Broekpolder
aangekocht door
Grondmij Ypenburg
, een samenwerkingsverband tussen de
Haagsche Aeroclub
, de bank
Heldring & Pierson
, de
Rotterdamsche Aero Club
en particulieren. Op 29 augustus 1936 verrichtte
minister van Waterstaat
, jhr.
O.C.A. van Lith de Jeude
, de officiele opening van het sportvliegveld. Hij gaf hierbij tevens aan dat het eventueel als uitwijkhaven, noodlandingsterrein en zelfs voor militaire doeleinden, gebruikt zou kunnen worden.
Naast een
hangar
voor stalling en onderhoud van de vliegtuigen was er een
stationsgebouw
in
functionalistische stijl
[1]
naar ontwerp van de architecten
Brinkman
en
Van der Vlugt
, waarin onder meer een restaurant was ondergebracht. Vanaf het dakterras en een tribune hadden dagjesmensen een goed uitzicht op de activiteiten van de
Nationale Luchtvaart School
(NLS). Ook de parkeerstrook langs de
Rijksweg 13
bood een goed uitzicht.
Al vanaf de opening vonden er
vliegfeesten
plaats: het eerste bij de opening, een maand later gevolgd door een jeugdvliegfeest. Hierbij namen militaire toestellen van de
Luchtvaartafdeeling
ook burgertoestellen uit binnen- en buitenland deel. Dit trok veel regionaal bekijks. De
KLM
verzorgde rondvluchten boven Den Haag.
In 1937 organiseerde de
Bond van Nederlandsche Zweefvliegclubs
een nationale zweefvliegdag op 2e Pinksterdag.
Ter gelegenheid van het veertigjarig regeringsjubileum van koningin
Wilhelmina
vond in 1938 weer een druk bezocht vliegfeest plaats met veel vliegdemonstraties.
Vanwege de politiek onrust en naderende oorlogsdreiging werden daarna geen vliegfeesten meer georganiseerd.
Na de
Tweede Wereldoorlog
vonden vanaf 1945 weer vliegfeesten plaats. Vanaf 1949 werden deze gevolgd door de
ILSY
-vliegfeesten die door de
KNVvL
werden georganiseerd.
Ypenburg was in 1936 begonnen als een vliegveld voor sport- en zakenvliegtuigen.
[2]
Toen de politieke en militaire situatie aan het einde van de jaren dertig zich wijzigde, kreeg het in 1939 bij de
mobilisatie
de militaire status, en nam de
Luchtvaartafdeeling
er zijn intrek.
Op
10 mei 1940
werden het vliegveld en omliggende gebouwen onder vuur genomen door de
Luftwaffe
en vonden er
luchtlandingen
plaats van
Junkers Ju 52/3m
troepentransportvliegtuigen en
parachutisten
. Tijdens de
Slag om Den Haag
woedde op en rond het veld enkele dagen strijd, waarbij Ypenburg beurtelings in Duitse en in Nederlandse handen viel.
[3]
Na de Nederlandse
capitulatie
werd het veld bezet en omgedoopt tot
Flugplatz Den Haag
.
De Luftwaffe breidde het uit tot 115
hectare
.
Als
fundering
werd puin van
gebombardeerde Rotterdamse huizen
gebruikt.
[4]
Er werden
bunkers
en houten
barakken
gebouwd. Klei- en veenlagen werden afgegraven, waarna 500.000m
3
zand werd gestort. Het vliegveld werd echter geregeld door vliegtuigen van de
RAF
gebombardeerd waardoor de
drainage
onklaar raakte en het onbruikbaar werd. Om eventuele landingen van geallieerden onmogelijk te maken, werd het veld aan het eind van 1944
doorgraven met sloten. In februari 1945 werd Ypenburg voor het lanceren van
V-1s
gereedgemaakt. Het vliegveld werd hernoemd tot
Stellung 538
, en de eerste lanceringen vonden op 3 maart 1945 plaats.
[5]
De RAF voerde op 20 maart en 23 maart bombardementen op de lanceringsfaciliteiten uit.
[6]
Na het op 30 april 1945 gesloten en op 1 mei 1945 getekende
Akkoord van Achterveld
fungeerde het terrein als een van de elf afwerpterreinen voor
voedseldroppings
bij de
operatie Manna en Chowhound
.
Na de bevrijding van Nederland herstelde de
N.V. Grondmaatschappij Ypenburg
de schade, in samenwerking met de
Nederlandse Heidemaatschappij
. Daarna keerde de NLS (later Rijksluchtvaartschool) van 1946-1954 terug. In deze periode was ook het
Opkomstdepot Luchtstrijdkrachten
uit Eindhoven op Ypenburg gevestigd. Dit deed eerst de keuring van oorlogsvrijwilligers voor de strijd tegen
Japan
, en daarna die voor de uitzending naar
Nederlands-Indie
.
Bij vrijgave voor de
burgerluchtvaart
kocht
Frits Diepen
het terrein van de eerdere eigenaren, de gebroeders Kok. Hij vestigde er in 1946 zijn bedrijf
Avio-Diepen
en het veld werd ondergebracht in de
N.V. Vliegveld Ypenburg
, met als aandeelhouders de gemeenten Rijswijk en Den Haag. Om het vliegveld zonder subsidies te kunnen exploiteren werd geopperd het uit te breiden tot een luchthaven met een zogenaamde
E-klasse
. Dit ging niet door vanwege de uitbreiding van het 10 kilometer zuidelijker gelegen
vliegveld Zestienhoven
. Om toch tot verantwoorde exploitatie te komen werd met het
ministerie van Oorlog
onderhandeld over aanleg van een verharde start- en landingsbaan van 2400 meter en overname van het vliegveld. Na de overname werd Ypenburg een
vliegbasis
, met het vliegtuigonderhoudsbedrijf
Avio-Diepen
als
civiel
medegebruiker. De NLS verhuisde naar Zestienhoven, en de nieuwe startbaan werd in 1955 in gebruik genomen. In de periode 1970-1980 werd de
Luchtmacht Stafschool
(L.S.S.) in het hoofdgebouw gevestigd.
Het vliegveld werd gebruikt door de
squadrons
298, 299 en 300 van de
Groep Lichte Vliegtuigen
(GPLV). 298 squadron werd ingezet als
Search And Rescue/Tactical Air Rescue
-detachement. Verder vond ook het 334 Transport Squadron er onderdak. Ook vonden regelmatig test- en calibratievluchten plaats van toestellen die bij Avio-Diepen in onderhoud waren en tot en met 1957 werd periodiek de
ILSY
(Internationale Luchtvaart Show Ypenburg) georganiseerd.
Na verplaatsing van het GPLV-detachement verminderden als gevolg van bezuinigingen en wegens toenemende geluidsoverlast
de activiteiten. Vanaf 1968 was Ypenburg een
slapende basis
die alleen werd gebruikt voor ceremonieel bij landingen van het
Nederlands regeringstoestel
en van buitenlandse
staatshoofden
,
ministers
en andere
autoriteiten
. Er werd met sport- en
zweefvliegtuigen
gevlogen en vliegtuig
modelbouwclubs
hadden er hun onderkomen. Bij de oude hoofdpoort van de basis waren onder meer de
politieverbindingsdienst
(PVD) met een
meldkamer
en technische dienst, en de uitvalsbasis van de toenmalige
Porschegroep district West
van de
Algemene Verkeersdienst
(AVD) van het
Korps Rijkspolitie
gevestigd.
Verder werd het terrein soms gebruikt voor anti-slipcursussen.
[7]
In 1990 werd besloten het vliegveld te sluiten. In 1991 was Ypenburg het eerste vliegveld dat als gevolg van defensiebezuinigingen en het einde van de
Koude Oorlog
definitief werd gesloten.
De daadwerkelijke sluiting van Vliegbasis Ypenburg vond plaats op 1 maart 1992. Het terrein kwam onder verantwoordelijkheid van de
Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen
van het ministerie van Defensie. Deze dienst had als taak de sloop van alle vliegveldinstallaties, waarbij het stationsgebouw vanwege de geschiedkundige waarde ter nagedachtenis aan de
Slag om Den Haag
in 1940 en de
voedseldroppings
in 1945, en de
verkeerstoren
gehandhaafd dienden te blijven.
Het stationsgebouw, de verkeerstoren, en een
Tobrukbunker
zijn
rijksmonumenten
, evenals de extern gelegen directeurswoning, die door M. Zwanenburg in de stijl van de
nieuwe zakelijkheid
werd ontworpen, en die later in gebruik was als portierswoning.
Na sluiting van de basis werd het oude B-kamp bij de voormalige zuidpoort aan de Brasserskade, omgebouwd tot het
Instituut Defensie Leergangen
(IDL). Dit instituut werd na samengaan met
KMA
en
KIM
verplaatst naar
Breda
, en in 2013 kwam
Stichting Historische Verzameling Instituut Defensie Leergangen
(kunstobjecten) ervoor in de plaats.
De historische hangar uit 1936 - een rijksmonument - werd gedemonteerd en weer opgebouwd bij
vliegveld Hoogeveen
, waar hij nu historische vliegtuigen huisvest.
In 1991 kwam onder de
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra
(
VINEX
) een samenwerkingsverband tot stand tussen de gemeenten Rijswijk, Nootdorp en Den Haag, met het oog op bebouwing van het terrein met bedrijven en ruim 10.000 woningen voor bewoners uit de regio. Door onderlinge conflicten, grondruil en grenscorrecties (
annexaties
) duurde het tot 1995 voordat alle partijen akkoord waren. Nadat het terrein door het Ministerie van Defensie was afgestoten werd tot bebouwing overgegaan.
Tijdens het bouwrijp maken van het terrein deden de gemeentelijke
archeoloog
van Rijswijk en zijn team belangrijke vondsten, zoals een grafveld met de resten van 42 individuen uit de
nieuwe steentijd
op een oude landinwaartse duinenrij, waarvan het bestaan onbekend was.
[8]
Het stationsgebouw is een
rijksmonument
. Het heeft van 1994 tot 2010 dienstgedaan als projectbureau en informatiecentrum voor nieuwe bewoners van de
Vinexwijk
Ypenburg
, die op het terrein van de voormalige vliegbasis werd gebouwd.
In 2011 werd met de restauratie begonnen, gedeeltelijk gefinancierd door de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
en de gemeente Den Haag, en in 2013 was deze voltooid. De toren, die alleen met een buitentrap te bereiken was, heeft weer een binnentrap gekregen.
[9]
Het luchthavencomplex was tijdens de
Open Monumentendagen
van 2012, 2014 , 2016 en 2017 te bezichtigen.
Voor het stationsgebouw is op het Ilsy-plantsoen een oorlogsmonument geplaatst ter nagedachtenis van de gevallenen bij de verdediging van het vliegveld.
Vanaf 1936 was het vliegveld bereikbaar met buslijn Dienst Ypenburg, later
buslijn Y
. Deze reed vanaf de Hoornbrug, alwaar je met tramlijn I - 1 kon komen. Tussen 1939 en 1947 reed er geen bus vanwege de oorlog. In 1955 werd dit lijn 31. In 1966 werd lijn 31 vernummerd in 21. De frequentie ging steeds meer terug; uiteindelijk bleef er een rit heen en een rit terug over, alleen op doordeweekse dagen ook nog. In 1997 werd lijn 21 overgenomen door de nieuwe buslijn 15 naar de nieuwe woonwijk in aanbouw. In 2002 werd deze lijn "vertramd". Tramlijn 15 is de allereerste tramlijn in dat gebied.
[10]
[11]
- Abbing, van Haaster, Labordus, van Mil;
Ypenburg. Veroverd op de zee - van vliegveld tot woonwijk
, uitgeverij: Projectbureau Ypenburg, 2005;
ISBN 979-9080664271
.
- Brongers, E.H.;
De slag om Ypenburg mei 1940
, uitgeverij: GAR, Gemeentearchief Rijswijk, 2000;
ISBN 9072520165
- Helm, E.J.A.M. van der;
Boeren op Ypenburg ? Ontstaan en vergaan van de hofstede Ypenburg
; uitgeverij: Kirjaboek, 2013;
ISBN 978-9460081750
- Kamphuis, G.H.;
Halve eeuw Ypenburg
, Uitgeverij: Sijthoff Handelsdrukkerij Zoetermeer, 1986;
ISBN 9070682109
- Koot, Hans; Have, B. van der;
De Steentijdmensen van Ypenburg - Graven In Rijswijk
, uitgeverij: Stichting Rijswijkse Historische Projecten, Rijswijk, 2001;
ISBN 978-9080679313
- Kuiper, H.;
Ypenburg, Onze strijd tegen de parachutisten
, uitgeverij: Brandenburgh & Co, Sneek, 1946.
- Roggeband, P.J.; Verstegen, T; Vuijsje, Herman;
Heden Vinex Ypenburg
, uitgeverij: Veenman Publishers, 2007;
ISBN 978-9086901470
.
- Venema, Hans;
Buitenplaats Ypenburg - Een bevlogen bouwlocatie
, uitgeverij: Thoth, Bussum, 2000;
ISBN 978-9068682205
- Vries, L.S. de;
Luilekkerland aan de kust; De faunaresten van de neolithische nederzetting bij Rijswijk-Ypenburg
(Rapportage Archeologische Monumentenzorg 106, pdf), uitgeverij: R.O.B., Amersfoort 2004;
ISBN 9057990539
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Ronald Stenvert e.a. (2004)
Monumenten in Nederland. Zuid-Holland
. Zwolle, Waanders Uitgevers
- ↑
Haagse herinneringen
Vliegeniers en pioniers
, Wil van Mil.
- ↑
De slag om Ypenburg;
E.H. Bongers
, uitgave Gemeentearchief Rijswijk, 2000;
ISBN 90-72520-16-5
- ↑
Ypenburg
, Historische Vereniging Rijswijk
- ↑
Historisch Vooronderzoek Conventionele Explosieven (CE) Gemeente Den Haag
, juni 2018, pagina 291
- ↑
Bureaustudie niet-gesprongen explosieven gemaaluitbreiding Hoge Broekpolder
- ↑
Anti-slipcursus voor tankautochauffeurs op KNAC-slipschool Ypenburg
,
Nationaal Archief
, geraadpleegd 12 september 2020
- ↑
Rijswijkse Archeologische Rapporten
, Nr 52 december 2015, Hoofdstuk 5.1 Prehistorie
- ↑
Verrassingen tijdens restauratie Luchthavencomplex Ypenburg
,
Bewonersplatform Ypenburg Nu
, 25 augustus 2012
- ↑
Den Haag vijftig jaar per HTM-bus, R. F. de Bock, Wyt uitgevers, 1974.
- ↑
Railatlas tramlijnen Den Haag en omstreken vanaf 1864, J. Blok & D.v.d. Spek, uitgeverij de Alk, 2009.
KLu
(voormalige) vliegbases