In
Belgie
worden politieke
verkiezingen
georganiseerd om de vertegenwoordigers (van het volk) voor wetgevende organen aan te duiden, er wordt niet gekozen voor uitvoerende organen of functies.
Dit is een overzicht van raden waarvoor Belgische burgers rechtstreeks of onrechtstreeks vertegenwoordigers kunnen kiezen:
- In de rand van de gemeenteraadsverkiezingen worden ook 9
Antwerpse
districtsraden
en 7 OCMW-raden en schepencolleges in enkele faciliteitengemeenten verkozen.
- De zesde kieskring is voor zes vertegenwoordigers van Nederlandstaligen in Brussel, die enkel bij gemeenschapsmateries kunnen stemmen. De overige vijf (provinciale) kieskringen kunnen zowel voor gemeenschaps- als gewestbevoegdheden stemmen.
- Het
vlinderakkoord
verlengde de duur van de federale legislatuur van 4 naar 5 jaar.
- Het
vlinderakkoord
schafte de rechtstreekse verkiezing van de Senaat af.
Bij alle verkiezingen in Belgie is er
evenredige vertegenwoordiging
(Art. 62, Grondwet). Bij de gemeenteraadsverkiezingen is dit door middel van
methode-Imperiali
, bij alle andere (van het provinciale tot het Europese niveau) wordt
methode-D'Hondt
gebruikt. Bij de Europese verkiezingen wordt er echter slechts een Duitstalige verkozen binnen het Duitse kiescollege, wat
de facto
zorgt voor een "Angelsaksisch"
first-past-the-post
-systeem.
Er bestaat in Belgie voor alle verkiezingen een
opkomstplicht
en iedere burger heeft recht op slechts een stem (
algemeen enkelvoudig stemrecht
).
Zowel om te mogen kiezen als om verkiesbaar te zijn moet men minstens 18 jaar zijn. Om verkiesbaar te zijn voor de federale en Europese verkiezingen moest men 21 jaar zijn, maar dit werd in 2014 verlaagd tot 18 jaar door het
vlinderakkoord
.
EU-burgers vanaf 18 jaar die in Belgie wonen kunnen zich inschrijven om te stemmen voor Europese en gemeenteraadsverkiezingen, een recht vastgelegd in Europese verdragen. Niet-EU-burgers kunnen zich enkel inschrijven om te stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen, indien ze minstens vijf jaar in Belgie wonen. Dit laatste
migrantenstemrecht
werd in 2004 ingevoerd na hevig politiek debat. Belgische burgers die in het buitenland wonen kunnen zich registreren in een diplomatieke of consulaire post in hun land van verblijf, om bij Europese en federale verkiezingen te stemmen. Voor al deze groepen is inschrijven niet verplicht, maar eens geregistreerd vallen ze in theorie wel onder de opkomstplicht.
Bij verkiezingen wordt een kieskring gedefinieerd als het gebied waarin op dezelfde kandidaten kan worden gestemd. Het is tevens het laagste niveau waarop zetels worden toegekend.
In de loop van de jaren werden de kieskringen voor de diverse verkiezingen door nieuw kieswetgeving herhaaldelijk gewijzigd
(*) Nederlandstalig en Franstalig
(**) Nederlandstalig, Franstalig en Duitstalig
[1]
Behalve voor de Duitstalige gemeenschap, waren er voor het Vlaamse en Waalse Parlement tot voor 1995 geen rechtstreekse verkiezingen.
De leden van de voorlopers van deze parlementen (respectievelijke
Vlaamse Raad
of
Nederlandse Cultuurraad
en
Waalse gewestraad
) waren leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers die een dubbelmandaat uitoefenden.
Ze waren dus gelijktijdig lid van beide parlementen.
Bij de Europese verkiezingen in Belgie worden er 21 nieuwe leden (aantal 2014) aangeduid voor het
Europees Parlement
. De verkiezingen voor dit parlement in Belgie worden georganiseerd door federale overheid.
De verkiezingen worden per taalgroep gehouden:
Het Nederlandse
taalgebied
(Vlaams Gewest) kan enkel een stem uitbrengen voor Nederlandstalige lijsten, en idem dito voor het Franse en Duitse taalgebied (samen het Waals Gewest). Inwoners van het tweetalige taalgebied Brussel-Hoofdstad (Brussels Gewest) kunnen kiezen tussen Nederlandstalige en Franstalige lijsten. Voor de uitvoering van het
Vlinderakkoord
was dit laatste het geval voor heel
Brussel-Halle-Vilvoorde
. Dit is echter nog steeds zo voor de zes Vlaamse faciliteitengemeenten rond Brussel, gegroepeerd in het kieskanton Sint-Genesius-Rode, die nog kunnen kiezen voor een Brusselse lijst (
bijzondere wet
op basis van de
Grondwet
Art. 168bis). Voor de inwoners van
Komen-Waasten
en
Voeren
is er de mogelijkheid om hun stem uit te brengen in resp.
Heuvelland
en
Aubel
.
Bij de federale verkiezingen worden er nieuwe leden aangeduid voor de Kamer van volksvertegenwoordigers en tot in 2014 voor de Senaat. In de Kamer worden alle 150 leden rechtstreeks verkozen. In de Senaat werden tot 2012 slechts 40 van de meer dan 71 leden rechtstreeks verkozen; sinds 2014 telt de Senaat geen enkel rechtstreeks verkozen lid. Er komen nieuwe verkiezingen binnen de 40 dagen nadat het parlement
ontbonden
wordt. Dat kan gebeuren om verschillende redenen:
- Nadat de regering niet meer voldoende steun heeft in het parlement (dus gevallen is) en er kan geen nieuwe bestuursmeerderheid gevormd worden, wordt het parlement ontbonden.
- Het parlement ontbindt zichzelf van rechtswege (Art. 195 Gw.) als er een wet wordt gestemd met daarin een lijst van artikelen ter Herziening van de Grondwet.
- Het parlement zal zichzelf ontbinden na 5 jaar legislatuur.
Om te mogen deelnemen aan de verkiezingen moet je minstens 18 jaar zijn. De verkiezingen voor het federale parlement worden georganiseerd door federale overheid, namelijk de FOD Binnenlandse Zaken.
[2]
De verkiezingen voor de kamer gebeuren in 11
kieskringen
. Elke kieskring heeft een aantal vertegenwoordigers die ze naar het parlement mag sturen afhankelijk van het aantal inwoners. In elke kieskring zullen er zich dus andere lijsten aan de kiezers voorstellen. Voor de kamer lopen de grenzen van de kieskringen gelijk met de provinciegrenzen, en voor het provincieloze
arrondissement Brussel-Hoofdstad
is er een aparte kieskring.
[3]
Dit is zo sinds 2012 na het
Vlinderakkoord
, hieronder staan de nieuwe kieskringen naast de oude kieskringen:
De
kiesdrempel
is zoals bij andere verkiezingen 5 procent. In de oude arrondissementele kieskringen (dus ook nog in Leuven, Nijvel en BHV tot aan de splitsing van BHV) was er geen wettelijke kiesdrempel en was er nog het systeem van
apparentering
voor de toewijzing van restzetels.
Sinds de
Pacificatiewet
hebben kiezers van
Voeren
en
Komen-Waasten
de mogelijkheid om te stemmen in respectievelijk de kieskring Luik en West-Vlaanderen. Sinds de splitsing van BHV hebben inwoners van de zes randgemeenten een vergelijkbare mogelijkheid om hun stem uit te brengen op een Brusselse lijst.
De voormalige 20 arrondissementele kieskringen waren als volgt (hervormd in 2002; die van Brabant
pas in 2012
):
- Provincie Antwerpen
- Antwerpen
- Mechelen-Turnhout
- Provincie Brabant
- Provincie Henegouwen
- Bergen-Zinnik
- Charleroi-Thuin
- Doornik-Aat-Moeskroen
- Provincie Limburg
- Hasselt-Tongeren -Maaseik
- Provincie Luik
- Hoei-Borgworm
- Luik
- Verviers
- Provincie Luxemburg
- Aarlen-Marche-en-Famenne-Bastogne-Neufchateau-Virton
- Provincie Namen
- Namen-Dinant-Philippeville
- Provincie Oost-Vlaanderen
- Aalst-Oudenaarde
- Gent-Eeklo
- Sint-Niklaas - Dendermonde
- Provincie West-Vlaanderen
- Brugge
- Kortrijk-Roeselare-Tielt
- Veurne-Diksmuide-Ieper-Oostende
De
Senaat
telt sinds 2014 60 leden, allen niet rechtstreeks verkozen. Ze worden als volgt aangeduid:
- 50
deelstaatsenatoren
:
- 10
gecoopteerde senatoren
- 6 senatoren, gecoopteerd door de 29 Nederlandstalige senatoren (verdeeld op basis van de verkiezingsuitslag van de Kamer van volksvertegenwoordigers)
- 4 senatoren, gecoopteerd door de 20 Franstalige senatoren (idem)
De Senatoren nemen deel aan de federale besluitvorming.
De Senaat is in de loop der tijd verschillende keren hervormd geweest, zie het artikel over de
Senaat
voor de geschiedenis ervan. In het
Vlinderakkoord
, bereikt in de
regeringsformatie Belgie 2010-2011
, werd deze voorlopig voor het laatst hervormd.
De verkiezingen voor Belgische deelstaatparlementen worden om de vijf jaar georganiseerd door de federale overheid en vallen samen met de Europese verkiezingen. Bij deze verkiezingen worden er 124 nieuwe leden gekozen voor het
Vlaams Parlement
waarvan 118 leden rechtstreeks worden verkozen in het Vlaamse Gewest en 6 rechtstreeks verkozen leden die hun woonplaats hebben op het Brusselse Gewest, 89 leden voor het
Brussels Hoofdstedelijk Parlement
die rechtstreeks worden verkozen in het Brusselse Gewest, 75 leden voor het
Waals Parlement
die rechtstreeks worden verkozen in het Waalse Gewest en 25 leden voor het
Parlement van de Duitstalige Gemeenschap
, die rechtstreeks worden verkozen in het Duitse taalgebied. Het
Parlement van de Franse Gemeenschap
wordt samengesteld uit alle leden van het Waals Parlement plus 19 van de 72 Franstalige leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. De deelparlementen blijven steeds voor de volledige legislatuur bestaan en kunnen niet vervroegd ontbonden worden.
Om in een kieskring een verkozene te krijgen moet een lijst er minimaal 5 procent van de stemmen halen. Dit heet de
kiesdrempel
. De zetels van die kieskring worden verdeeld door eerst alle stemmen per lijst samen te tellen en dan te verdelen op basis van de
methode-D'Hondt
. Deze
delerreeks
zorgt ervoor dat de verhoudingen in het aantal stemmen ook weerspiegeld in de verhoudingen van het aantal zetels. Aan de hand van de zetelverdeling per lijst worden de mandaten toegekend aan de kandidaten op basis van hun behaalde voorkeurstemmen.
Het
stembiljet
voor de kamer heeft per lijst effectieve kandidaten en
opvolgers
. De effectieve kandidaten zijn personen die bij de verkiezing rechtstreeks kunnen worden verkozen. Als deze kandidaten om een of andere reden uit de kamer verdwijnen dan worden ze vervangen door de opvolgers. Effectieve kandidaten kunnen ook als opvolger worden voorgedragen. Om
geldig te stemmen
moet er binnen dezelfde lijst gestemd worden en mag er geen schade aan het stembiljet of kaart zijn.
De verkiezingen voor het
Vlaams Parlement
gebeuren in 6 kieskringen. Elke kieskring heeft een aantal vertegenwoordigers die ze naar het parlement mag sturen. In elke kieskring zullen er zich dus andere lijsten aan de kiezers voorstellen. Voor het Vlaamse parlement lopen de grenzen van de kieskringen gelijk met de provinciegrenzen. De Vlaamse inwoners van het Brusselse gewest kunnen ook enkele vertegenwoordigers naar het Vlaamse parlement sturen. Die Brusselse vertegenwoordigers kunnen enkel stemmen over gemeenschapskwesties.
Tot voor de
verkiezingen van 2004
werden ook hier arrondissementele kieskringen gebruikt:
- Antwerpen:
Antwerpen, Mechelen-Turnhout
- Vlaams-Brabant:
Halle-Vilvoorde, Leuven
- Limburg:
Hasselt-Tongeren-Maaseik
- Oost-Vlaanderen:
Aalst-Oudenaarde, Gent-Eeklo, Sint-Niklaas - Dendermonde
- West-Vlaanderen:
Brugge, Kortrijk-Roeselare-Tielt, Veurne-Diksmuide-Ieper
Voor het
Waals Parlement
zijn er 13 Waalse kieskringen of kiesarrondissementen, die nog gebaseerd zijn op de oude kiesarrondissementen voor de federale verkiezingen. Deze kieskringen vaardigen in totaal 75 leden af naar het Waals Parlement.
In 2018 werden de kieskringen van 13 naar 11 herleid ten gevolge van een arrest van het
Grondwettelijk Hof
, dat na een klacht van
Ecolo
Luxemburg oordeelde dat kieskringen met minder dan vier leden geen goede vertegenwoordiging kunnen garanderen.
[6]
De twee kieskringen van Luxemburg werden samengevoegd, en de kieskringen van Henegouwen werden hertekend.
Voor de verkiezing van het
Brussels Hoofdstedelijk Parlement
is er maar een enkele kieskring Brussel-Hoofdstad, die samenvalt met het provincieloos
arrondissement Brussel-Hoofdstad
. Hij telt 89 zetels waarvan 72 zetels voor de Franse taalgroep en 17 zetels voor de Nederlandse taalgroep.
Het
arrondissement Brussel-Hoofdstad
omvat de volgende
kieskantons
:
Brussel
, Anderlecht, Elsene, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Gillis, Sint-Joost-ten-Node, Schaarbeek, Ukkel.
Het
Parlement van de Franse Gemeenschap
wordt onrechtstreeks samengesteld uit enerzijds de 75 verkozenen (allen zetelend in het Waals parlement) uit de 13 Waalse kieskringen - de 3 verkozenen uit het gerechtelijk arrondissement Eupen worden vervangen - en anderzijds de eerste 19 verkozenen van de Franse taalgroep uit het
Brussels Hoofdstedelijk Parlement
.
Het
Parlement van de Duitstalige Gemeenschap
wordt rechtstreeks verkozen en bestaat uit 25 leden.
Er wordt slechts een kieskring gebruikt, die samenvalt met de
Duitstalige Gemeenschap
(het Duitse
taalgebied
) en het
gerechtelijk arrondissement Eupen
(maar niet met het bestuurlijk
arrondissement Verviers
, dat de gerechtelijke arrondissementen Eupen en Verviers omvat).
De kieskring bestaat uit twee
kieskantons
:
Zie
verkiezingen2009.belgium.be
voor de resultaten van de laatste verkiezingen.
De
provincieraden
worden samen met de gemeenteraden om de zes jaar vernieuwd op de tweede zondag van oktober. De eerstvolgende keer is op 14 oktober 2018. Voor 1994 werden ze samen met het federale parlement vernieuwd omdat er toen ook
senatoren
waren die door de provincieraadsleden werden verkozen.
De provincieraadsleden worden verkozen via
evenredige vertegenwoordiging
, meer bepaald het systeem
D'Hondt
. Dat is het gebruikelijke systeem voor de meeste verkiezingen in Belgie. Specifiek is wel dat de provincieraadsleden niet in een kieskring per provincie, maar wel in kleine
kieskringen
(die "districten" worden genoemd)
[1]
worden verkozen, met een systeem van
apparentering
op het niveau van de
kiesarrondissementen
[2]
.
Apparentering
houdt in dat de meeste zetels evenredig verdeeld worden op het niveau van het
kiesdistrict
, maar dat sommige zetels op het niveau van het
arrondissement
worden verdeeld. Zo wordt een evenredige verdeling van de zetels over de kiesdistricten gecombineerd met een evenredige verdeling van de zetels onder de partijen op het niveau van het arrondissement. (Apparentering werd t.e.m. 1999 ook gebruikt om de federale Kamer en het Vlaams en Waals parlement te verkiezen.) Het aantal te verdelen zetels is afhankelijk van het inwonertal en kan dus elke zes jaar veranderen.
Bij deze verkiezingen worden de
Belgische
gemeenteraden
verkozen. Ze vinden zesjaarlijks plaats en vallen samen met de
provincieraadsverkiezingen
en de
districtraadsverkiezingen
in
Antwerpen
. Elke gemeenteraad wordt verkozen via het systeem
Imperiali
.
Na de gemeenteraadsverkiezingen vinden er
coalitiebesprekingen
plaats tussen de verschillende lokale
politieke partijen
om tot een
meerderheid
te komen. Hiervoor hebben ze tijd tot 1 januari van het daarop volgende jaar. Wanneer de partijen onderling tot een akkoord zijn gekomen publiceren ze een
bestuursakkoord
en verdelen ze de
mandaten
van het
schepencollege
, een eventuele mandaat in de
RESOC
, de
politieraad
en ten slotte de
OCMW
-raad. In 7 van de 12
faciliteitengemeenten
in Vlaanderen (
Drogenbos
,
Kraainem
,
Linkebeek
,
Sint-Genesius-Rode
,
Wemmel
,
Wezembeek-Oppem
en
Voeren
) en in 1 van de 18 faciliteitengemeenten in Wallonie (
Komen-Waasten
) worden de
OCMW-raden
rechtstreeks verkozen. De uitslag voor de gemeenteraad is ook onmiddellijk de rechtstreekse verkiezing van het schepencollege. In deze gemeenten gebruikt men bovendien voor de zetelverdeling de
methode-D'Hondt
in plaats van Imperiali.
Elke gemeente met meer dan 100000 inwoners mag haar grondgebied indelen in districten. Enkel de stad
Antwerpen
maakt hier momenteel gebruik van. Samen met de Antwerpse gemeenteraad worden ook deze
districtsraden
verkozen.
Voor de Kamer worden alleen de Nederlandstalige lijsten meegerekend die in de vijf Vlaamse provincies en in Brussel-Hoofdstad zijn ingediend. Aangezien Brussel-Hoofdstad tot geen enkele provincie behoort, zijn de resultaten voor de provincieraden beperkt tot het Nederlandse taalgebied.
Partij
|
1999
|
2003
|
2004
|
2006
|
2007
|
2009
|
2010
|
2012
|
2014
|
Vlaams Parlement
|
Federale Kamer
|
Vlaams Parlement
|
Provincieraden
|
Federale Kamer
|
Vlaams Parlement
|
Federale Kamer
|
Provincieraden
|
Federale Kamer
|
Vlaams Parlement
|
CD&V
|
22,1 (1)
|
21,2 (3)
|
26,1 (1) °
|
30,1 (1) °
|
29,6 (1) °
|
22,9 (1)
|
17,6 (2)
|
21,4 (2)
|
18,7 (2)
|
20,5 (2)
|
N-VA
|
9,1 (6)
|
4,9 (5)
|
13,1 (5)
|
28,2 (1)
|
28,5 (1)
|
32,7 (1)
|
31,9 (1)
|
Open Vld
|
21,7 (2)
|
24,6 (1)
|
19,8 (3)
|
18,9 (4)
|
18,8 (3)
|
15,0 (4)
|
14,0 (4)
|
14,6 (3)
|
15,7 (3)
|
14,2 (3)
|
Vooruit
|
14,7 (4)
|
23,9 (2)
|
19,7 (4)
|
19,2 (3)
|
16,3 (4)
|
15,3 (3)
|
15,0 (3)
|
13,6 (4)
|
14,1 (4)
|
14,0 (4)
|
Groen
|
11,5 (5)
|
4,0 (6)
|
7,6 (5)
|
7,6 (5)
|
6,3 (6)
|
6,8 (7)
|
7,1 (6)
|
8,3 (6)
|
8,5 (5)
|
8,7 (5)
|
VB
|
15,8 (3)
|
18,6 (4)
|
24,1 (2)
|
21,5 (2)
|
19,0 (2)
|
15,3 (2)
|
12,6 (5)
|
8,9 (5)
|
5,9 (6)
|
5,9 (6)
|
UF
|
0,9 (7)
|
|
1,1 (6)
|
1,3 (6)
|
|
1,2 (8)
|
|
1,2 (8)
|
|
0,8 (8)
|
PVDA
|
0,6 (8)
|
|
0,6 (7)
|
?
|
|
1,0
|
1,3
|
2,1 (7)
|
2,8 (7)
|
2,5 (7)
|
LDD
|
-
|
?
|
?
|
?
|
6,5 (5)
|
7,6 (6)
|
3,7 (7)
|
?
|
0,7 (8)
|
-
|
° In 2004, 2006 en 2007 kwamen CD&V en N-VA samen op onder de kartellijst CD&V/N-VA.
Partij
|
1999
|
2003
|
2004
|
2007
|
2009
|
2010
|
2012
|
2014
|
Waals Parlement
|
Federale Kamer
|
Waals Parlement
|
Federale Kamer
|
Waals Parlement
|
Federale Kamer
|
Provincieraden
|
Federale kamer
|
Waals Parlement
|
PS
|
29,4
|
36,4
|
36,9
|
29,5
|
32,8
|
37,6
|
32,0
|
30,9
|
30,9
|
MR
|
24,7
|
28,4
|
24,3
|
31,2
|
23,4
|
22,2
|
27,7
|
25,5
|
26,7
|
cdH
|
17,1
|
15,4
|
17,6
|
15,8
|
16,1
|
14,6
|
17,0
|
13,2
|
15,2
|
Ecolo
|
18,2
|
8,5
|
8,5
|
12,8
|
18,5
|
12,3
|
13,2
|
8,7
|
8,6
|
PTB
|
|
?
|
?
|
?
|
1,2
|
1,9
|
2,8
|
5,2
|
5,8
|
DeFI
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
-
|
2,4
|
4,8
|
2,5
|
PP
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
3,1
|
-
|
4,0
|
4,9
|
DN
|
4,0
|
5,6
|
8,1
|
5,6
|
2,9
|
1,4
|
?
|
?
|
?
|
Partij
|
2009
|
2010
|
2014
|
Brussels Parlement
|
Federale Kamer
|
Federale Kamer
|
Brussels Parlement
|
Franstalige lijsten
|
MR
|
26,5 (1) °
|
27,1 (1) °
|
23,1 (2)
|
23,0 (2)
|
DeFI
|
11,1 (3)
|
14,8 (3)
|
PS
|
23,3 (2)
|
26,6 (2)
|
24,9 (1)
|
26,6 (1)
|
cdH
|
13,1 (4)
|
12,2 (3)
|
9,3 (5)
|
11,7 (4)
|
Ecolo
|
17,9 (3)
|
12,0 (4)
|
10,5 (4)
|
10,1 (5)
|
PP
|
?
|
3,5 (5)
|
?
|
1,9 (8)
|
PTB
|
0,7 (5)
|
1,6 (11)
|
3,8 (6)
|
3,9 (6)
|
Nederlandstalige lijsten
|
Open Vld
|
23,1 (1)
|
2,3 (6)
|
2,7 (7)
|
26,7 (1)
|
Vooruit
|
19,5 (2)
|
2,0 (7)
|
1,9 (9)
|
19,5 (2)
|
N-VA
|
5,0 (6)
|
1,8 (8)
|
2,7 (8)
|
17,0 (4)
|
VB
|
17,5 (4)
|
1,7 (9)
|
1,0 (11)
|
5,6 (6)
|
CD&V
|
14,9 (3)
|
1,6 (10)
|
1,6 (10)
|
11,4 (5)
|
Groen
|
11,2 (5)
|
1,6 (12)
|
samen met Ecolo
|
17,9 (3)
|
LDD
|
3,8 (7)
|
0,3 (20)
|
?
|
?
|
PVDA
|
1,2 (8)
|
coalitie met PTB
|
° DeFI, het toenmalige FDF, kwam tot 2010 op in coalitie met MR.
Bronnen, noten en/of referenties
|