Verbanning
is het verwijderen van iemand uit een gemeenschap. Iemand die verbannen is, leeft in
ballingschap
en wordt
balling
of
banneling
genoemd. Verbanning kan varieren van een verbod op blijven op de oorspronkelijke locatie tot gedwongen verhuizing naar een (meestal afgelegen) andere locatie. Die locatie wordt dan het
ballingsoord
genoemd. Als iemand tegen zijn zin, maar op eigen initiatief naar een andere locatie verhuist, wordt dat wel
vrijwillige ballingschap
genoemd.
Verbanning kwam in de
Middeleeuwen
voor in
vrije steden
. Wie een bepaald
misdrijf
pleegde kreeg de gelegenheid de stad te verlaten en mocht dan niet meer in haar
rechtsgebied
terugkomen, meestal op
straffe van de dood
. Zo'n straf wachtte natuurlijk ook diegenen die voor hun veroordeling de stad ontvluchtten en later terugkeerden. Het rechtsgebied van een stad kon zijn afgebakend met
banpalen
. De veroordeelde werd geacht de stad verlaten te hebben als hij de banpaal was gepasseerd. Wanneer de veroordeelde een vreemdeling was maakte dit voor hem weinig uit (hoewel er vaak bijkomende straffen zoals een
boete
werden opgelegd), maar voor een ingezetene was dit een erg zware straf, doordat het contact met familie en vrienden grotendeels verloren ging.
Later groeide het idee dat veroordeelden zich ook konden verbeteren en zich ook nuttig konden en moesten maken. Verbanning hield in de 18e, 19e en 20e eeuw
deportatie
naar een
strafkolonie
in, waar gewerkt moest worden. Na de strafperiode bleven bannelingen daar vaak, hoewel het ze formeel vrij stond om terug te keren. Grotere landen, zoals het
Britse
en het
Russische Rijk
, gebruikten bannelingen om wilde gebieden als
Siberie
en
Australie
te ontginnen. In de
Sovjet-Unie
werden hele volken verbannen naar
Centraal-Azie
en Siberie. Daar stonden ze onder controle van de geheime dienst
NKVD
, die ervoor moest zorgen dat de bannelingen zich niet buiten het aangewezen gebied waagden.
Zeer bekend is het
Franse
Duivelseiland
, waarover
Charriere
zijn boek
Papillon
schreef.
Ook Nederland liet zich niet onbetuigd. Zo werd de linkse schrijver
Jef Last
vanwege zijn toetreding tot de
Internationale Brigades
tijdens de
Spaanse Burgeroorlog
, het
Nederlanderschap
ontnomen. Toen hij naar zijn huis in Nederland wilde terugkeren werd hij zonder pardon bij
Zundert
de grens overgezet naar Belgie, waar hij gedwongen werd zonder middelen van bestaan te leven. De anti-koloniale schrijver
Anton de Kom
werd door Nederland vanuit zijn geboorteland
Suriname
naar Nederland verbannen.
Diverse Indonesische onafhankelijkheidsactivisten met linkse contacten in Nederland werden naar het concentratiekampachtige
Boven-Digoel
op
Nieuw-Guinea
verbannen. Onder hen waren
Soekarno
,
Mohammed Hatta
en
Umi Sardjono
. De laatste werd tijdens zijn verbanning bij de
Tweede Kamerverkiezingen van 1933
door de
CPN
kandidaat gesteld en hij werd verkozen. Door zijn ballingschap en doordat hem het Nederlandschap was ontnomen, kon hij echter niet benoemd worden tot Kamerlid.
[1]
In de periode 1900-1945 schaften veel landen verbanning als straf af en sloten ze hun strafkampen.
Onder het
ancien regime
kon ballingschap tijdelijk of levenslang worden opgelegd. In het laatste geval werd de betrokkene
burgerlijk dood
verklaard en verloor hij zijn nationaliteit. In de
Code Penal
van 1810 bleef verbanning behouden als straf, om te verdwijnen in het
Belgisch Strafwetboek
van 1867.
[2]
Niettemin bleef verbanning in de feiten mogelijk als maatregel, bijvoorbeeld als voorwaarde voor
voorlopige invrijheidstelling
.
Het is ook mogelijk dat burgers van een bepaald land of gebied uit ontevredenheid met de politieke of maatschappelijke situatie aldaar, of omdat ze zich bedreigd voelen, besluiten de staat te
ontvluchten
, bij wijze van protest of uit lijfsbehoud. Omdat aan zo'n vlucht geen formele, juridische verbanning ten grondslag ligt, maar de vluchteling zich (afgesloten van het moederland) wel een balling kan voelen, spreekt men in zulke gevallen soms van
vrijwillige ballingschap
, al is het woord 'vrijwillig' in zulke gevallen vaak nogal betrekkelijk.
In de jaren vanaf 1933 moesten veel
joodse
en
vooruitstrevende
Duitse schrijvers en andere kunstenaars omwille van hun leven of hun vrijheid hun vaderland verlaten om een onzeker bestaan op te bouwen in bijvoorbeeld
Tsjecho-Slowakije
,
Nederland
,
Frankrijk
of de
Verenigde Staten
. De werken die zij tussen 1933 en 1945 produceerden staan bekend onder de naam
Exilliteratuur
. Een ander voorbeeld is
Emile Zola
, die zijn land ontvluchtte om niet gearresteerd te worden vanwege het
pamflet
dat hij had gepubliceerd over de
Dreyfusaffaire
. Ook tegenwoordig nog komt het voor dat veroordeelden (of personen die bang zijn veroordeeld te gaan worden) vluchten naar een land dat geen
uitleveringsverdrag
heeft met het veroordelende land. Het kan daarbij zowel gaan om
politiek vervolgden
als om verdachten van 'gewone' misdrijven.
Tijdens de
Tweede Wereldoorlog
weken diverse regeringen uit naar het
Verenigd Koninkrijk
. Voorbeelden hiervan zijn het Nederlandse
Londens kabinet
en de Belgische
Regering-Pierlot V
. Zulke regeringen worden 'regering in ballingschap' genoemd; ze kunnen geen gezag uitoefenen over hun eigen land maar onderhouden soms wel contacten met andere, erkende regeringen.
Na de bezetting van
Tibet
door
China
ging de
Tibetaanse regering
, onder leiding van de
dalai lama
, in ballingschap in
India
.
Een andere vorm van ballingschap is die waarbij mensen door een veroveraar worden weggevoerd. Voorbeeld hiervan is de zogenoemde
Babylonische ballingschap
, waarbij de
Israelieten
naar
Babylonie
werden gevoerd.
Zie
bannen
voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Op
internet
is verbanning door
moderators
de ultieme straf, dan wel een
machtsmiddel
, om een
online gemeenschap
(zoals een
internetforum
) te vrijwaren van ongewenste individuen.
Bronnen, noten en/of referenties
|