In de Engelstalige wereld slaat unionisme meestal op het streven naar eenheid van Engeland, Schotland en Ierland, zie
unionisten
Unionisme
in het
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
en later in
Belgie
betekent de
unie van liberalen en katholieken
, die in de Zuidelijke Nederlanden in verzet gingen tegen de regering van
koning Willem I
en in de beginjaren van het koninkrijk Belgie politieke samenwerking nastreefden.
Het unionisme kwam in eerste instantie tot uiting in de Franstalige pers. In 1827 zochten de
Luikse
katholieke krant
le Courier de la Meuse
en de liberale krant
le Mathieu Laensbergh
toenadering. De unie was definitief gesloten toen de
Brusselse
liberale krant van
Louis de Potter
,
le
Courrier des Pays-Bas
, zich op 8 november 1828 daarbij aansloot.
In Nederlandse koningsgezinde kringen noemde men het unionisme indertijd het
Eerloos Verbond
of
Une Infamie
.
[1]
De opposanten namen dit als een geuzennaam aan en stichtten
L'Ordre de l'Infamie
.
Het referentiewerk van het unionisme was de op
15 juli
1830
verschenen tweede editie van het boek van Louis de Potter:
L'Union des catholiques et des liberaux dans les Pays-Bas (de Unie van katholieken en liberalen in de Nederlanden
).
Oorspronkelijk was het niet de bedoeling van het unionisme om een afscheuring van de zuidelijke provincies uit te lokken. Wel streefden veel unionisten naar een minder gecentraliseerde Nederlandse staat, naar minder macht voor de (protestantse) koning en naar een bestuurlijke scheiding tussen Noord en Zuid. Uiteindelijk mondde dit uit op de
Belgische Revolutie
.
Na 1830 werden in Belgie de regeringen die bestonden uit liberalen en katholieken unionistisch genoemd. Dit unionisme, sterk gesteund door koning
Leopold I
, hield ongeveer stand tot aan de definitieve beeindiging van de strijd met Nederland, toen
Willem I
het
Verdrag der XXIV Artikelen
uiteindelijk aanvaardde. De gewone politieke tegenstellingen namen voortaan weer hun vrije loop.
Men beschrijft het unionisme als een voorbeeld van een politiek
monsterverbond
, een verbond van partijen die zeer verschillend zijn maar voor een keer en in functie van een gemeenschappelijk doel, de handen ineenslaan.
Van 1831 tot 1847 werden alle regeringen als 'unionistisch' beschouwd, hoewel er toch duidelijke verschillen voorkwamen.
De regeringen tot 1840 bestonden inderdaad uit ministers die als liberalen of katholieken konden worden gecatalogeerd. In april 1840 tot april 1841 bestond de
regering-Lebeau
echter uitsluitend uit liberalen en van maart 1846 tot augustus 1847 was de
regering-de Theux - Malou
homogeen katholiek. Toch werden ze nog als voorstanders van het unionisme beschouwd. Vanaf de
regering-Charles Rogier
in 1847 kwamen definitief homogene hetzij liberale hetzij katholieke regeringen aan het bestuur, met de andere partij als stevige zo niet zelfs hevige oppositie. Het unionisme was toen bijna definitief voorbij. Niet helemaal echter, want van maart 1855 tot oktober 1857, toen in Kamer en Senaat de twee partijen ongeveer even sterk waren, slaagde de koning er in het unionisme nieuw leven in te blazen en zat Pierre De Decker nog een gematigd kabinet voor, bestaande uit twee katholieken, twee liberalen en twee technici. Het ontslag van
deze regering
betekende het onherroepelijk einde van de unionistische regeringen.
Volgende politieke voormannen waren, naast koning Leopold I, overtuigde voorstanders van het unionisme:
Zie
Belgicisme (politiek)
- Charles DU BUS DE WARNEFFE
,
Au temps de l'Unionisme. Contribution a l'etude de la formation de l'Etat belge d'apres la correspondance de Francois et Edmond du Bus
, Doornik, 1944.
- A. SIMON,
Aspects de l'Unionisme. Documents inedits, 1830-1857
, Wetteren, 1958.
- Theo LUYKX
,
Politieke geschiedenis van Belgie
, Brussel/Amsterdam, 1964.
- A. VERMEERSCH,
Vereniging en revolutie. De Nederlanden 1814-1830
, Bussum, 1970.
- Els WITTE
en
Jan CRAEYBECKX
,
Politieke geschiedenis van Belgie sinds 1830
, Antwerpen, Standaard uitgeverij, 1981.
- P. DELWIT,
La vie politique en Belgique de 1830 a nos jours
, Bruxelles, Ed. de l’Universite de Bruxelles, 2009.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Andre Hanou
, Johannes Kinker (1764-1845), Briefwisseling, 1992-94, 3 delen (zie brief van Kinker aan Wap in 1829).
|