Het
Tsjoevasjisch
(ч?ваш ч?лхи,
tsj?vasj tsj?lchi
) is de taal van de
Tsjoevasjen
en behoort tot
Turkse
groep van de
Altaische
taalfamilie
. In de
Russische
autonome republiek
Tsjoevasjie
geldt het, naast het
Russisch
, als officiele taal.
Het aantal sprekers bedraagt ongeveer 1,3 miljoen (
volkstelling
2002
), waarvan ongeveer de helft in Tsjoevasjie woont. Er bestaan twee licht van elkaar verschillende dialecten, het Neder-Tsjoevasjisch
(Anatri)
, gesproken in het zuiden van Tsjoevasjie, en het Opper-Tsjoevasjisch
(Virjal)
, gesproken in het noorden, dat wil zeggen verder stroomopwaarts langs de
Wolga
.
Het Tsjoevasjisch is een
agglutinerende taal
. De stam van een woord kan gevolgd worden door
affixen
met een eenduidige betekenis, waarbij de afzonderlijke delen van het woord duidelijk herkenbaar blijven. Een al te grote opeenvolging van affixen wordt in de spreektaal vermeden. Stammen zijn over het algemeen een- of tweelettergrepig, meerlettergrepige stammen zijn zeldzaam. De taal kent geen
grammaticaal geslacht
, maar zelfstandige naamwoorden worden wel onderscheiden in de categorieen
mens
en
niet-mens
. Het Tsjoevasjisch kent geen
passieve constructies
.
De literaire standaardtaal is gebaseerd op het Neder-Tsjoevasjisch. Een grote rol bij het ontstaan van de standaardtaal werd aan het einde van de 19e eeuw gespeeld door I.J. Jakovlev en de door hem geleide Tsjoevasjische school in
Simbirsk
(Симбирская чувашская учительная школа)
. Sinds de
18e eeuw
werd het Tsjoevasjisch al geschreven met het
cyrillische
schrift, zij het op zeer beperkte schaal. In de jaren zeventig van de
19e eeuw
werd de spelling radicaal hervormd door Jakovlev. Daarna werden nog enkele malen veranderingen doorgevoerd, de huidige standaard dateert van
1933
. Het huidige alfabet bestaat uit de 33 letters van het Russische alfabet en 4 extra letters met
diacritica
.
Het Tsjoevasjisch ligt aan de rand van het oorspronkelijke Turkstalige gebied en neemt binnen de Turkse talen een uitgezonderde positie in. Ondanks een grotendeels gemeenschappelijke structuur en woordenschat zijn Tsjoevasjisch en andere Turkse talen onderling absoluut onverstaanbaar.
Karakteristiek voor de Tsjoevasjische fonetiek is de uitspraak
r
en
l
in plaats van
z
en
sj
in andere Turkse talen (zgn.
rotacisme
en
lambdacisme
). Dit verschil is erg oud en bestond mogelijk al in de Proto-Turkse periode. Het Tsjoevasjisch heeft verder een afwijkende meervoudsuitgang
-sem
in plaats van het in andere Turkse talen gebruikte
-lar
(met varianten). Deze en andere afwijkingen van het Tsjoevasjisch zijn het resultaat van de langdurige invloed van niet-verwante talen, met name
Iraans
,
Finoegrisch
en
Slavisch
.
De invloed van niet-verwante talen is terug te vinden op alle niveaus van het Tsjoevasjisch: fonetiek, woordenschat en grammatica. De afwijkende klemtoon van het Opper-Tsjoevasjisch, waarop de standaarduitspraak is gebaseerd, is waarschijnlijk onder invloed van de Finoegrische talen van het Wolgabekken ontstaan. De invloed van Finoegrische talen verraadt zich ook in diverse naamvalsvormen en het wijdverbreide gebruik van diverse constructies met
participia
.
In de afgelopen eeuw voltrokken zich opmerkelijke ontwikkelingen in het fonetisch systeem en de syntactische structuur. Door de groeiende Tsjoevasjisch-Russische tweetaligheid ontleende het Tsjoevasjisch een groot aantal Russische en internationale woorden, die hun oorspronkelijke Russische uitspraak behielden. Verder kwamen er Russische woordvormingsmodellen in gebruik. Er ontstond een fonetisch subsysteem dat alleen voor Russische leenwoorden wordt gebruikt. Het resultaat was een tweedeling in het fonetische systeem:
- voor inheemse en aangepaste (oudere) leenwoorden
- voor niet aangepaste (recente) leenwoorden.
Onderwijs in het Tsjoevasjisch bestaat op basisscholen. In het voortgezet en vervolgonderwijs wordt Tsjoevasjisch alleen als onderwerp gedoceerd (met Russisch als onderwijstaal).
De bestudering van het Tsjoevasjisch begon in de 18e eeuw, de eerste gedrukte grammatica verscheen in
1769
. De basis voor de moderne wetenschappelijke bestudering van het Tsjoevasjisch werd gelegd door N.I. Asjmarin (eind
19e
, begin
20e eeuw
).
In de republiek Tsjoevasjie zijn er radio- en televisie-uitzendingen in het Tsjoevasjisch. Gedrukte media in het Tsjoevasjisch verschijnen behalve in Tsjoevasjie ook in
Tatarije
,
Basjkirostan
en de regio
Oeljanovsk
.
Voor de vaststelling van de spelling in
1871
-
72
werd het Tsjoevasjisch vooral als gesproken taal in de informele sfeer gebruikt. Door de instelling van de spelling kon de rol van de taal sterk uitgebreid worden. Met de stichting van de autonome republiek Tsjoevasjie in
1920
breekt een periode van bloei aan. De taal krijgt een grotere rol in het onderwijs (nog altijd naast het Russisch), er wordt literatuur geschreven en Tsjoevasjisch klinkt in het theater. Tsjoevasjische kranten en tijdschriften verschijnen in
Tsjeboksary
,
Kazan
,
Oefa
,
Samara
,
Simbirsk
en
Moskou
.
In de
jaren dertig
van de
20e eeuw
breekt een donkere periode aan. In de nieuwe
constitutie
van Tsjoevasjie wordt met geen woord gerept over de officiele status van het Tsjoevasjisch. Tsjoevasjischtalig onderwijs verdwijnt en de taal wordt zelfs niet meer als vak onderwezen. Buiten de autonome republiek houden Tsjoevasjische kranten op te bestaan. Bij de volkstelling van 1989 gaf 25% van de in Tsjoevasjie wonende Tsjoevasjen een andere taal dan het Tsjoevasjisch als moedertaal op, 15% gaf aan helemaal geen Tsjoevasjisch te spreken.