Het
Tsjetsjeens
(нохчийн мотт,
noxciyn mott
) is een
Nach-Dagestaanse
taal, die gesproken wordt in
Tsjetsjenie
en
Dagestan
.
Het Tsjetsjeens heeft ongeveer 1,2 miljoen sprekers en is een bestuurstaal in de
Russische
deelrepublieken
Tsjetsjenie
en
Dagestan
. Er zijn ook Tsjetsjeense minderheden in de
kraj
Stavropol
en in buurland
Georgie
. Verder bestaat er een Tsjetsjeense
diaspora
in
Centraal-Azie
,
Europa
en in enkele landen in het
Midden-Oosten
, met name in
Jordanie
.
[3]
De taal is zeer nauw verwant aan het
Ingoesjetisch
, dat wordt gesproken in de buurrepubliek
Ingoesjetie
. De beide talen zijn tot op zekere hoogte
wederzijds verstaanbaar
. Hogerop is het Tsjetsjeens onder meer verwant aan het
Avaars
,
Dargiens
,
Lak
,
Lezgisch
en
Tabassaraans
. Samen vormen die talen de
Nach-Dagestaanse
taalfamilie.
[4]
Het Tsjetsjeens is een
agglutinerende
taal met een
ergatief-absolutieve
argumentstructuur
. Het
zelfstandig naamwoord
wordt ingedeeld in zes klassen, elk met een eigen
voorvoegsel
dat
congrueert
met het
werkwoord
of het
bijvoeglijk naamwoord
. Het werkwoord wordt niet vervoegd naar
persoon
en
getal
, maar kent alleen
tijden
en
deelwoorden
. Daaronder zijn een
optatief
en een
antipassief
. Sommige werkwoorden hebben zulke voorvoegsels niet.
[5]
Het Tsjetsjeens is een
ergatieve
SOV-taal
met
dependensmarkering
en acht
naamvallen
(
absolutief
,
genitief
,
datief
,
ergatief
,
allatief
,
instrumentalis
,
locatief
en
comparatief
). Daarnaast zijn er een hele reeks
achtervoegsels
om de functie van het zelfstandig naamwoord in de zin aan te duiden.
Bijvoeglijke naamwoorden
,
aanwijzende voornaamwoorden
en
betrekkelijke bijzinnen
gaan stelselmatig vooraf aan het zelfstandig naamwoord.
Voegwoorden
zijn veeleer
affixen
dan zelfstandige woorden.
De taal biedt ook boeiende vraagstukken op vlak van
lexicografie
, omdat
woordvorming
veeleer berust op het vastleggen van hele zinnen dan op het creeren van
samenstellingen
en
afleidingen
. Dat levert moeilijkheden op bij het bepalen welke zinnen in een woordenboek worden opgenomen. De spraakkunst van het Tsjetsjeens staat namelijk niet toe dat nieuwe werkwoordsvormen worden gebruikt om nieuwe begrippen uit te drukken.
[5]
In plaats daarvan wordt het werkwoord дан ('doen') gecombineerd met
naamwoordgroepen
om overeen te komen met nieuwe begrippen die uit andere talen zijn ontleend.
Kenmerkend voor het Tsjetsjeens is de omvangrijke
klankinventaris
. De taal maakt gebruik van tussen 50 en 60
medeklinkers
, afhankelijk van het
dialect
en de
analyse
. Er bestaat een betekenisonderscheidend contrast tussen
stemhebbende
en
stemloze
medeklinkers,
geminaten
en
ejectieven
.
[6]
In tegenstelling tot de meeste andere talen in de
Kaukasus
is het Tsjetsjeens ook rijk aan
klinkers
en
tweeklanken
. Geen enkel schrijfsysteem dat tot dusver voor de taal werd gebruikt, heeft alle klinkers accuraat kunnen weergeven.
Het Tsjetsjeens werd oorspronkelijk in het
Arabisch schrift
geschreven. Tussen
1925
en
1938
werd overgeschakeld op het
Latijnse alfabet
. Sinds
1938
wordt het
cyrillisch schrift
gebruikt. Het Tsjetsjeens maakt gebruik van dezelfde cyrillische letters als het
Russisch
met toevoeging van de
palotsjka
??? om aan te geven dat de voorafgaande
medeklinker
een
ejectief
is. In
1992
nam de de facto onafhankelijke Tsjetsjeense republiek
Itsjkerie
een nieuw Latijns alfabet aan, maar na de val van de separatistische regering werd het cyrillische alfabet opnieuw ingevoerd. Het Latijnse alfabet wordt veel minder gebruikt en geniet relatief weinig bekendheid bij de bevolking.
Cyrillisch schrift
(1938-heden)
А
а
|
Аь
аь
|
Б
б
|
В
в
|
Г
г
|
Г?
г?
|
Д
д
|
Е
е
|
Ё
ё
|
Ж
ж
|
З
з
|
И
и
|
Й
й
|
К
к
|
Кх
кх
|
Къ
къ
|
К?
к?
|
Л
л
|
М
м
|
Н
н
|
О
о
|
Оь
оь
|
П
п
|
П?
п?
|
Р
р
|
С
с
|
Т
т
|
Т?
т?
|
У
у
|
Уь
уь
|
Ф
ф
|
Х
х
|
Хь
хь
|
Х?
х?
|
Ц
ц
|
Ц?
ц?
|
Ч
ч
|
Ч?
ч?
|
Ш
ш
|
Щ
щ
|
Ъ
ъ
|
Ы
ы
|
Ь
ь
|
Э
э
|
Ю
ю
|
Юь
юь
|
Я
я
|
Яь
яь
|
?
?
|
|
|
|
|
|
|
|
Latijns schrift
(1992-2000)
A
a
|
A
a
|
B
b
|
C
c
|
?
?
|
C
c
|
C?
c?
|
D
d
|
E
e
|
F
f
|
G
g
|
?
?
|
H
h
|
X
x
|
?
?
|
I
i
|
J
j
|
K
k
|
Kh
kh
|
L
l
|
M
m
|
N
n
|
Ŋ
ŋ
|
O
o
|
O
o
|
P
p
|
Ph
ph
|
Q
q
|
Q?
q?
|
R
r
|
S
s
|
?
?
|
T
t
|
Th
th
|
U
u
|
U
u
|
V
v
|
Y
y
|
Z
z
|
?
?
|
?
?
|
|
|
|
|
|
|
|
Latijns schrift
(1925-1938)
A
a
|
A
a
|
B
b
|
C
c
|
?
?
|
Ch
ch
|
?h
?h
|
D
d
|
E
e
|
F
f
|
G
g
|
Gh
gh
|
H
h
|
I
i
|
J
j
|
K
k
|
Kh
kh
|
L
l
|
M
m
|
N
n
|
Ŋ
ŋ
|
O
o
|
O
o
|
P
p
|
Ph
ph
|
Q
q
|
Qh
qh
|
R
r
|
S
s
|
?
?
|
T
t
|
Th
th
|
U
u
|
U
u
|
V
v
|
X
x
|
?
?
|
Y
y
|
Z
z
|
?
?
|
Arabisch schrift
(voor 1925)
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
?
|
|
De onderstaande tekst is een uittreksel uit het
Johannesevangelie
in het Tsjetsjeens.
Nederlands
|
Tsjetsjeens
(1938-heden)
|
Tsjetsjeens
(1992-2000)
|
In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.
|
Дуьххьар хилла Дош, и Дош Делехь хилла, Дела Дош хилла. Иза хилла дуьххьара Делехь. Дерриг Цуьнгахула схьадоладелла, Цуьнан лаам боцуш долчу х?уманийх х?умма хилла дац. Цуьнгахь хилла дахар, дахар адамийн серло хилла. Серло боданехь а къега, бодано иза д?ацахьулйо.
|
Dux?ar xilla Do?, i Do? Dele? xilla, Dela Do? xilla. Iza xilla dux?ara Dele?. Derrig Cungaxula s?adoladella, Cunan laam bocu? dolcu humaniyx humma xilla dac. Cunga? xilla daxar, daxar adamiyn serlo xilla. Serlo bodane? a q?ega, bodano iza djaca?ulyo.
|