Toma? Garrigue Masaryk
([?t?ma:? ??a??k ?masa??k]
?
; Nederlands ook:
Thomas Masaryk
) (
Hodonin
,
7 maart
1850
?
Slot Lany
,
14 september
1937
) was van
1918
tot
1935
de eerste president van
Tsjecho-Slowakije
.
Masaryk kwam ter wereld in het overwegend
rooms-katholieke
noorden van de Oostenrijks-Hongaarse
Dubbelmonarchie
, dat toen een grote Europese mogendheid was. Zijn vader was
Slowaak
en zijn moeder was van
Duits
-Moravische afkomst. Masaryks vader was een voerman en de jonge Toma? groeide op in een arbeidersgezin. Hij ontving een
rooms-katholieke
opvoeding en werkte na zijn lagereschooltijd als hoefsmid. Op voorspraak van een leraar kwam hij op het
gymnasium
terecht en toonde zich een briljante leerling. Na het gymnasium studeerde hij
filologie
en
filosofie
aan de
Universiteit van Wenen
. In 1876 studeerde hij af op een proefschrift over de
Griekse
filosoof
Plato
.
Tijdens zijn studie verruilde hij het Katholieke geloof voor het vrijzinnig
Protestantisme
. Hij bleef tot zijn dood een vrijzinnig, ondogmatisch christen, in de traditie van de Boheemse hervormer
Jan Hus
(1370-1415), over wie hij een boek schreef (
Jan Hus
).
In 1876 vertrok Masaryk naar
Leipzig
waar hij de
Amerikaanse
pianiste
Charlotte Garrigue
ontmoette. Garrigue kwam uit een niet onbemiddelde familie van
unitariers
. In 1878 trouwde hij in de VS met haar en Masaryk nam de achternaam van zijn vrouw, Garrigue, aan als tweede naam.
Toma? en Charlotte Masaryk kregen samen zoons
Jan
en Herbert en dochters Alice, Anna en Olga.
In 1879 werd Masaryk
privaatdocent
en in 1882 hoogleraar in de filosofie aan de
Universiteit van Praag
. Als hoogleraar toonde hij, samen met andere geleerden, aan dat twee oude Tsjechische manuscripten, zogezegd stammende uit de tiende eeuw en aan het begin van de negentiende eeuw 'herontdekt', in feite vervalsingen waren. De oude manuscripten werden gebruikt om aan te tonen dat de Tsjechische taal (en natie) al sinds de vroege Middeleeuwen bestond en niet een recente opleving van een provincietaal betrof.
In
1891
werd Masaryk voor de
Nationaal-Liberale Partij
in de Rijksraad (= parlement) te Wenen gekozen. In 1893 stapte hij uit het parlement uit onvrede over de koers van de nationaal-liberalen. Ondanks deze korte periode in het parlement verwierf hij nationale bekendheid, vooral in Tsjechische, Slowaakse en andere Slavisch nationalistische kringen.
Nadat hij zich als parlementarier terugtrok, schreef hij werken over onder meer geschiedenis, filosofie en godsdienst.
In 1899 stond de Duits-joodse
Leopold Hilsner
terecht op verdenking van een rituele moord op een christelijk Tsjechisch meisje, Ane?ka Hr?zova. Na die moord braken er gewelddadigheden uit tegen
Joden
. Masaryk toonde in een geschrift de onzin van een "joodse rituele moord" aan en tevens stelde hij de rechtszaak tegen Hilsner aan de kaak. Hilsner werd veroordeeld, maar in 1917 door de nieuwe
Oostenrijkse
keizer
Karel I
volledig gerehabiliteerd en uit de gevangenis vrijgelaten.
Tsjecho-Slowaaks nationalist en president van Tsjecho-Slowakije
[
bewerken
|
brontekst bewerken
]
In
1900
richtte Masaryk met geestverwanten de progressief-
liberale
Jonge-Tsjechische Partij
op. De Jonge-Tsjechen (te onderscheiden van de liberale
Oud-Tsjechische Partij
) streefden aanvankelijk naar een federaal keizerrijk, met verregaande autonomie voor de diverse volkeren. Later ging Masaryk over naar de
Realistische Partij
, een links-liberale partij. Voor deze partij had hij van
1907
tot
1914
opnieuw zitting in de Rijksraad.
Masaryk ontwikkelde zich in de periode voor de
Eerste Wereldoorlog
tot een gematigd nationalist die voor democratie, sociale gerechtigheid en voor meer Tsjechische autonomie binnen het Habsburgse Oostenrijk streed. Hoewel een nationalist, achtte hij het sociale vraagstuk van veel groter belang. Zijn sociale ideeen stonden niet ver af van die van de
sociaaldemocraten
en het
marxisme
. Toch verwierp hij het historisch materialisme en schreef hij een kritisch geschrift over het marxisme (
De sociale kwestie
, 1899).
In
1914
, vlak voor de wereldoorlog uitbrak, week Masaryk uit naar het buitenland. Hij zag geen heil meer in een federaal keizerrijk en sindsdien streefde hij naar onafhankelijkheid. Hij werkte als hoogleraar aan het
King's College
in
Londen
, maar ging in
1915
naar
Parijs
waar hij het voorzitterschap van de
Tsjecho-Slowaakse Nationale Raad
op zich nam.
Edvard Bene?
en de Slowaak Dr.
Milan Rastislav ?tefanik
stonden hem ter zijde. Masaryk werd tevens opperbevelhebber van het Tsjecho-Slowaakse Legioen, een leger dat bestond uit Tsjechische en Slowaakse en
Roetheense
vrijwilligers (w.o. krijgsgevangen Tsjechen en Slowaken uit het Oostenrijks-Hongaarse leger). Via Rusland, waar hij in 1917 de
Russische Revolutie
meemaakte, reisde hij verder naar de Verenigde Staten, waar hij bij hooggeplaatste Amerikanen, onder wie ook president
Wilson
, aandacht vroeg voor de Tsjechische zaak. Zeker ook uit strategische overwegingen werd het plan opgevat voor een Tsjecho-
Slowaakse
Republiek. Aanvankelijk werd de Slowaken ook meer autonomie binnen Tsjecho-Slowakije toegezegd.
Nadat de
Entente
-mogendheden hun steun hadden uitgesproken voor een Tsjecho-Slowaakse republiek, werd Toma? Masaryk op
14 september
1918
tot president benoemd. Op dat moment bevond Masaryk zich nog in de VS, omdat het nog niet mogelijk was om naar zijn land terug te keren. Pas na de ineenstorting van
Oostenrijk-Hongarije
kon hij naar
Praag
om president te zijn van de nieuwe republiek Tsjecho-Slowakije.
In de eerste jaren van zijn presidentschap was het onrustig in de buurlanden, waar communisten probeerden
radenrepublieken
te stichten. Masaryk steunde de anticommunistische krachten in het buitenland.
In
1920
werd Masaryk door het parlement gekozen als president. In zijn binnenlandse politiek steunde hij de "grote coalitie" van sociaaldemocraten, rooms-katholieken, nationale socialisten (of volkssocialisten) en agrariers en in zijn buitenlandse politiek zocht hij vooral toenadering tot
Frankrijk
. Hij was betrokken bij de oprichting van de
Kleine Entente
om Tsjecho-Slowakije en andere Slavische staten te beschermen tegen de
Centrale mogendheden
(Duitsland, Oostenrijk, Hongarije). Met de nieuwe
Sovjet-Unie
onderhield Masaryk goede betrekkingen.
Masaryk werd gerespecteerd in het buitenland, vooral door intellectuelen. Duitse schrijvers als
Heinrich Mann
en
Emil Ludwig
(
Gesprache mit Masaryk
, 1935) bezochten en schreven lofzangen op hem. In eigen land was het morele gezag van
vadertje Masaryk
onaantastbaar. Hij onderhield goede contacten met intellectuelen in eigen land en liet door de schrijver-journalist
Karel ?apek
zijn levensverhaal optekenen (Gesprekken met Masaryk)
In
1935
trad Masaryk af als president vanwege zijn slechte gezondheid.
Edvard Bene?
, zijn minister van Buitenlandse Zaken (sinds 1918), volgde hem als president op.
Masaryk overleed op 87-jarige leeftijd. Zijn zoon
Jan Masaryk
was van 1940 tot 1948 minister van Buitenlandse Zaken.
- Masarykovo Nam?sti (Masaryk Plein) is het centrale plein van menig dorp of stad in de Tsjechische Republiek.
- In de Utrechtse wijk
Voordorp
is een straat naar hem vernoemd.
- In
Mexico-Stad
is een
avenue
in de wijk
Polanco
in de gemeente
Miguel Hidalgo
naar hem vernoemd.
- In de Jerusalemse wijk
HaMoshava HaGermanit
is een straat naar hem vernoemd.