Een
til
,
tille
, ook wel
tilbat
, is een Groningse en
Oudfriese
naam voor een (meestal vaste) brug.
Het
Oudfriese
woord
thille
of
tile
,
Nedersaksisch
d?le
, betekent oorspronkelijk 'plank, deel, balk' (vergelijk
duiventil
). Het
Middelengels
kent de vormen
thil(le)
en
thele
,
Oudengels
þille
of
þel
('plank, balk'), vandaar de toponiemen
Theale
,
Thelbridge
en Elbridge (de beide laatste uit
þel-brycge
, 'balkenbrug', vanaf de 7e eeuw). Ook de Westfaalse plaatsnaam
Delbruck
is verwant.
Het woord til komt vooral in Groningen, maar ook in
Oost-Friesland
, Friesland en Noord-Holland voor. Rondom deze bruggen ontwikkelde zich soms een nederzetting met een herberg en andere voorzieningen.
In Zuid-Holland en Utrecht staat het woord voor een 'planken zoldering boven hooi- of koestallen'.
Een til was van
hout
en werd oorspronkelijk aan het begin van de winter afgebroken om de onderdelen droog te kunnen bewaren. In het voorjaar werden de balken teruggelegd en bedekt met zoden om een rijvlak te vormen. Nog in het register van het
Winsumer- en Schaphalsterzijlvest
van 1755 en 1757 wordt voorgeschreven:
- dat de tillen (...) sijnde batten, soodra bij nat winterweer de wegen onbruikbaar zijn, worden opgenomen
.
Een
bat
is een (loop)plank; een
bat
was een losse brug die in de regel 's winters verwijderd werd. Ook smalle bruggen werdem wel
bat, tilbat, batting
genoemd. Het woord komt voor in het toponiem
Stinebarten
bij
Smalle Ee
.
Een
brug
(Oudfries:
bregge
) werd in de middeleeuwen, in tegenstelling tot een til, beschouwd als een vaste oeververbinding die het hele jaar kon worden gebruikt. De belangrijkste 'tillen' aan doorgaande wegen in Groningen en Friesland zijn al in de 15e of 16e eeuw vervangen door vaste houten bruggen. Desondanks is de naam 'til' dikwijls blijven bestaan. In tegenstelling tot een
klapbrug
of een draaibrug kon een til niet voor het scheepvaartverkeer geopend worden. Veel tillen zijn in de 19e eeuw vervangen door bruggen, waarbij uitgang van de naam werd veranderd in
-draai
of
-klap
.
Vergelijkbaar zijn de woorden
balk
en
post
, bijvoorbeeld in het Friese
Balk
(oorspronkelijk
Balc
), het Overijsselse
Balkbrug
en in de plaatsnamen
Buitenpost
,
Lutkepost
en
Ten Post
.
Er zijn enkele
plaatsnamen
die naar een til verwijzen:
Daarnaast komt het toponiem vaak voor in namen van bruggen, straten, voorzieningen en instellingen, zoals: