De
Assyrische
koning
Tiglat-Pileser III
(
745
-
727 v.Chr.
) was de redder van
Assyrie
, wordt beschouwd als diens grootste vorst en een van de succesvolste militaire leiders uit de oude wereld.
Tiglat-Pileser was de grote hervormer van het
Assyrische leger
en creeerde de samenwerking tussen voetvolk en ruiterij. In zijn tijd werden
strijdwagens
met twee paarden een zeldzaamheid.
[1]
Hij zou berucht worden vanwege zijn executies, deportaties en martelpraktijken. Die deporaties waren onderdeel van een nieuwe politiek ten aanzien van de vazalstaten rond Assur zelf. Tot deze tijd hadden zij een vrij instabiel netwerk gevormd en vazalvorsten waren vaak in opstand gekomen zodra het centrum verzwakte, wat bij een troonswisseling regelmatig voorkwam. Tiglat-Pileser begon voor eens en voor altijd met opstandige vorsten af te rekenen door hun vorstendommen om te vormen tot Assyrische provincies. Daartoe werden de volgende maatregelen opgelegd:
- alle stedelijke centra werden grondig verwoest
- een massale deportatie volgde, vooral van de elite
- de steden werden in Assyrische stijl herbouwd
- een Assyrische gouverneur werd geinstalleerd
- de bouw van Assyrische garnizoenen en forten werd ter hand genomen
- een uniform belastingstelsel werd opgelegd
- uniforme dienstplicht werd ingevoerd
- 's rijks maten en gewichten en religieuze cultus werden ingevoerd
- een enkele
lingua franca
: het
Aramees
werd ingevoerd
De overgebleven ingezetenen werden Assyrisch burger en de economie werd geheel geintegreerd in die van het rijk. De zetel van de gouverneur was een miniatuur van het hof in de hoofdstad.
Op deze manier verloren de voormalige vorstendommen geleidelijk hun eigen identiteit. Deze verregaande maatregelen werden alleen genomen als de vazal ook werkelijk in opstand kwam. Veel vazallen deden dat niet, maar hun bewegingsruimte werd ook allengs minder omdat door deze politiek het rijk steeds machtiger werd.
[2]
Omdat koning
Achaz
van
Juda
in de problemen kwam toen de koningen
Resin
van
Aram
(met als hoofdstad
Damascus
) en koning
Pekach
van
Israel
een coalitie sloten en gezamenlijk tegen Juda ten strijde trokken, zag deze zich gedwongen hulp in te roepen van Tiglat-Pileser. Achaz betaalde grote sommen goud en zilver voor deze hulp en Juda werd feitelijk een
vazalstaat
van Assyrie.
De veldtochten van Tiglat-Pileser in Syrie en Palestina (743-740, 738, 734-732 v.Chr.) zouden hem eerst
Arvad
(740 v.Chr.) doen veroveren om vervolgens Damascus in te nemen (732 v.Chr.) en koning Resin ter dood te brengen. Aan het einde van zijn regering slaagde hij erin zichzelf tot
koning van Babylon
te kronen (733-732 v.Chr.) en sloot aldus een succesrijke politiek-militaire periode af, de stad Assur een wereldrijk nalatend.
Tiglat-Pileser III was onder de naam
Pulu
in 729 - 727 v.Chr. koning van
Babylon
.
Een tijd lang had hij zich tevreden gesteld met koningen van Babylon zoals
Nabonassar
en zijn zoon. Hij had zelfs het vuile werk voor ze opgeknapt en veldtochten in het zuiden van Babylonie gehouden om de Arameeers en Chaldeeers onder de duim te houden. Hij beweert zelfs een half miljoen zuiderlingen gedeporteerd en door mensen uit Anatolie vervangen te hebben.
Toen hij echter elders op campagne ging, nam prompt een Chaldese hoofdman de macht over in Babylon onder de naam Nabu-mukin-zeri. Hij werd door Tiglat-Pileser belegerd en gedood. Daarna maakte deze een einde aan het stromanbeleid ten aanzien van Babylonie en werd zelf koning. Hij hield echter vast aan het idee dat Assyrie en Babylonie twee aparte koninkrijken waren en noemde zich daarom Pulu en komt onder deze naam voor op de Babylonische Koningslijst A. Hij kweet zich van zijn vrome taken door in Kish de goden te vereren en onderwierp zich aan het
akitu
-ritueel in Babylon. Hij versterkte de verdedigingswerken ten oosten van de Tigris om Elam buiten de deur te houden en ontving schatting van de Chaldeeers in hun eigen hoofdstad Shapiya.
[3]
Ook zijn opvolger
Salmanasser V
hield de illusie van twee koninkrijken in stad en besteeg de troon als
Ululai
de troon van Babylon
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Robert Drews
The end of the bronze age.
ISBN 0-691-04811-8
, 1995, p.164
- ↑
Simo Parpola
in: Symbiosis, Symbolism and the powers of the past, 2003,
ISBN 1-57506-081-7
- ↑
Dalley, S.
(2021).
In the Shadow of Assyria, 978?625. In The City of Babylon: A History, c. 2000 BC ? AD 116
. Cambridge University Press, Cambridge.
DOI
:
10.1017/9781316479728.008
.
|