Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een
tetrarchie
(
Oudgrieks
:
τετραρχ?α
/ tetrarchia <
τετρ??
/ tetras ("vier") en
?ρχειν
/ archein ("heersen", "regeren") is een
staatsvorm
waarbij de macht wordt gedragen door vier personen.
Bij een tetrarchie is een rijk in vier gebieden opgedeeld, die elk onder het gezag van een tetrarch vallen. Meer in het algemeen betekende tetrarchie een deel van een stam- of volkgebied; dienovereenkomstig was een tetrarch aan een
ethnarch
ondergeschikt of respectievelijk de heerser over een deel van een stamgebied.
Men onderscheidt de
Herodiaanse tetrarchie
, de
Thessalische tetrarchie
en (als de bekendste) de door keizer
Diocletianus
ingerichte
Romeinse tetrarchie
. Ook de drie stammen van de Keltische
Galaten
in
Klein-Azie
waren in tetrarchieen onderverdeeld.
In het Macedonische leger van
Alexander de Grote
was een tetrarchie een uit vier
lochoi
in groepjes van telkens 16 man bestaande ruiterseenheid.
[1]
De aanvoerder van zo'n ruiterseenheid werd tetrarch (
τετρ?ρχη?
/ tetrarches) genoemd. Deze indeling werd later onder
Philippos V van Macedonie
ook voor de infanterie overgenomen.
[2]