Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Deel van de serie over
kerkelijk gerei
gebruikt in de
liturgie
|
|
In de
Katholieke Kerk
is een
tabernakel
[noot 1]
(ook wel
sacramentshuis
genoemd) een, meestal rijk versierde, brandwerende
kluis
op het
hoogaltaar
of
zijaltaar
, soms binnenin bekleed met
zijde
en van buiten vaak omhangen met gordijnen in
liturgische kleur
, waarin het Heilig Sacrament (de
geconsacreerde
hosties
) bewaard wordt in een
ciborie
.
Het tabernakel moet binnenin wit zijn. In elke kerk mag maar een dienstdoend tabernakel aanwezig zijn. Aan
conopeum
en
godslamp
kan men zien dat het sacrament in de vorm van geconsacreerde hosties in het tabernakel aanwezig is. Zo niet, is de godslamp gedoofd en staat de tabernakeldeur meestal open. Het tabernakel is binnen de katholieke eredienst het centrum en neemt in de kerkbouw van de Katholieke Kerk de centrale positie in als de woonplaats van de ? onder de gedaante van brood ? '
waarachtig tegenwoordige
'
Jezus Christus
.
Een torenvormig tabernakel heet ook wel
sacramentstoren
.
De term
tabernakel
zoals gehanteerd in de
Katholieke Kerk
is afkomstig van het
tabernakel
zoals deze in de
Bijbel
werd gebruikt.
- Bronnen en referenties
- Noten